Jaarrekening

Balans ultimo boekjaar (vóór resultaatbestemming)

Terug naar navigatie - Financiële tabel Balans (activa)
Activa (bedragen x € 1.000) 31 december 2023 31 december 2022
Vaste activa
Materiele vaste activa   956   926
Investeringen met een economisch nut 956   926  
 Totaal vaste activa   956   926
 
 Vlottende activa
Uitzetting met een rentetypische looptijd korter dan één jaar   8.999   2.408
Vorderingen op openbare lichamen 887   279  
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 8.112   2.129  
 
Liquide middelen   161   991
Banksaldi 161   991  
 
Overlopende activa   3.601   3.349
Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen        
- Vooruitontvangen facturen 440   373  
- Nog te ontvangen BTW 0   493  
- Nog te ontvangen posten 2.838   1.853  
- Afrekeningen van werkprogramma's 323   630  
- Afdr. loonheffing en netto salarissen 0   0  
Totaal vlottende activa   12.761   6.748
 
Totaal generaal   13.717   7.674

 

Terug naar navigatie - Financiële tabel Balans (passiva)
Passiva (bedragen x € 1.000) 31 december 2023 31 december 2022
Vaste passiva 
Eigen vermogen   4.756   3.614
Algemene reserve 2.092   2.092  
Bestemmingsreserve meetstations 1.022   939  
Gerealiseerd resultaat 1.643   583  
 
Voorzieningen   1.344   602
Voorziening verlofsparen 1.344   602  
Totaal vaste passiva   6.100   4.216
 
Vlottende passiva        
Kortlopende schulden   461   453
Netto vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 461   453  
 
Overlopende passiva   7.157   3.005
De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren        
- Van het Rijk 1.927   979  
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume        
- Nog te betalen posten 1.279   730  
- Afrekeningen werkprogramma's 3.216   1.198  
- Afdr. loonheffing en netto salarissen 81   98  
- Nog te betalen BTW 653   0  
Totaal vlottende passiva  

7.617

  3.458
 
Totaal generaal   13.717   7.674

Het overzicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - Financiële tabel (primair proces)
Lasten (bedragen x € 1.000) 2023 begroting voor wijziging 2023 begroting na wijziging 2023 realisatie verschil
Primair proces        
Personeelslasten        
Salarissen 18.861 22.364  21.463 -901
Reiskosten 364 307  304 -3
Overige personele kosten 256 477  381 -96
Inhuurbudgetten 3.165 4.091  3.172 -919
Detacheringsinkomsten 0 -116 -116
Subtotaal 22.645 27.239  25.203

-2.036

         
Afschrijvingen        
Afschrijvingen 92 79  78 -2
Subtotaal 92 79  78 -2
         
Huisvestiging en organisatie        
Huisvestiging en facilitaire kosten 71 104  78 -26
Tractie 87 0 0
Automatisering 17 23  19 -4
Algemeen beheer 25 18  38 20
Subtotaal 200 145  135 -9
         
Overige kosten        
Laboratoriumkosten 1.658 1.751  1.635 -115
Milieumetingen 650 610  494 -116
Subtotaal 2.308 2.361  2.129 -232
         
Algemene kosten        
Van goed naar beter -478 -478  0 478
Subtotaal -478 -478  0 478
         
Totaal lasten primair proces 24.766  29.346  27.546 -1.800
Terug naar navigatie - Financiële tabel (bedrijfsvoering + overig)
Lasten (bedragen x € 1.000) 2023 begroting voor wijziging 2023 begroting na wijziging 2023 realisatie verschil
Bedrijfsvoering        
Personeelslasten        
Salarissen 4.850 5.654 5.192 -462
Reiskosten 250 232 168 -65
Overige personeelskosten 1.178 1.271 738 -533
Inhuurbudgetten 351 423 284 -139
Detacheringsinkomsten 0 0 -26 -26
Subtotaal 6.629 7.580 6.356 -1.224
         
Afschrijvingen        
Afschrijvingen 130 81 86 5
Subtotaal 130 81 86 5
         
Huisvesting en organisatie        
Huisvesting en facilitaire kosten 1.014 1.200 1.208 8
Tractie 0 92 72 -20
Automatisering 1.921 2.383 2.347 -36
Algemeen beheer 971 794 443 -351
Subtotaal 3.906 4.469 4.070 -399 
         
Totaal lasten Bedrijfsvoering 10.664 12.130 10.512 -1.618
         
Overige lasten        
Diverse lasten 0

0

39 39
Onvoorzien 150 150 0 -150
Subtotaal 150 150 39 -111
         
Totaal lasten 35.580 41.626 38.097 -3.529
Terug naar navigatie - Overzicht baten
Baten (bedragen x € 1.000) 2023 begroting voor wijziging 2023 begroting na wijziging 2023 realisatie verschil
Programmadeel 1: Vergunningverlening, toezicht en handhaving 21.241 24.166 22.572 -1.594
Programmadeel 2: Advies en Projecten 10.453 11.713 10.376 -1.338
Programmadeel 3: Collectieve taken structureel 1.659 1.824 1.824 0
Programmadeel 4: Buiten werkprogramma 1.658 1.730 3.389 1.659
Programmadeel 4: Overige exploitatie 650 610 548 -62
Specifieke uitkering Omgevingsdiensten 0 1.664 549 -1.115
Subtotaal 35.660 41.706 39.257 -2.449
         
Overige baten        
Diverse baten 0

0

65 65
Rentebaten 0 0 499 499
Vennootschapsbelasting -5 -5 2 7
Subtotaal -5 -5 566 571
         
Totaal baten 35.655 41.701 39.823 -1.878
         
Gerealiseerd saldo baten en lasten 75 75 1.726 1.651
         
Storting reserves 75 75 83 8
Onttrekking reserves 0 0 0 0
Totaal reserves 75 75 83 8
         
Gerealiseerd resultaat 0 0 1.643 1.643

Toelichtingen

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

  • De jaarrekening is opgesteld op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).
  • De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten.
  • Bedragen in de tabellen zijn opgenomen in duizendtallen; in de toelichtingen staan absolute bedragen vermeld.

Waardering van activa en passiva

Tenzij bij het betreffende balansonderdeel anders is vermeld, zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

Vaste activa

De OMWB kent alleen materiële vaste activa.

Investeringen met een economisch nut
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele duurzame bijzondere waardeverminderingen. Ook specifieke investeringsbijdragen van derden zijn op betreffende investeringen in mindering gebracht.

De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten. De vervaardingprijs bestaat uit de aanschafkosten van het product of de dienst en de overige kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de vervaardiging van het actief.

Activa worden direct bij ingebruikname geactiveerd. Vanaf dat moment vindt tevens afschrijving plaats. Er wordt geen rekening gehouden met een eventuele restwaarde. De afschrijvingstermijnen worden jaarlijks bij de begroting vastgesteld en zijn in de tabel verderop in deze toelichting opgenomen.

Bij de waardering wordt rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam lager is. In die gevallen is als waardering de hoogste van bedrijfswaarde of directe opbrengstwaarde aangehouden.

Gehanteerde afschrijvingstermijnen
Conform de vastgestelde begroting 2023 worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:

Tabel met de gehanteerde afschrijvingstermijnen Jaren
Automatisering 5
Huisvesting 10
Communicatiemiddelen 3
Tractie/wagenpark 7
Machines, apparaten en installaties/technische apparatuur 15


Vlottende activa

De vlottende activa zijn onder te verdelen in uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar, liquide middelen en overlopende activa. De vlottende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Vorderingen of Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende activa
Deze activa zijn tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva

De vaste passiva betreffen het eigen vermogen van de OMWB en de voorzieningen. Er is geen sprake van langlopende leningen.

Eigen vermogen

Het totaal eigen vermogen is gelijk aan het eigen vermogen van voorafgaand jaar, vermeerderd of verminderd met het gerealiseerde saldo van baten en lasten voor mutaties in reserves. Voor zover het Algemeen Bestuur gedurende het jaar besluiten over reserves heeft genomen, zijn de effecten van deze besluiten in de stand van de reserves per jaareinde verwerkt. Uit het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening en de effecten van de besluiten van het Algemeen Bestuur, volgt een resultaat na bestemming. Dit wordt als een separate post van het eigen vermogen gepresenteerd.

Voorzieningen

Voorzieningen worden in beginsel gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting of het voorziene verlies en worden gevormd wegens:

  1. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs is in te schatten.
  2. Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten.
  3. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
  4. De bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.

Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, worden ook tot de voorzieningen gerekend. Een uitzondering hierop zijn de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Deze worden onder de overlopende passiva opgenomen.

De OMWB heeft een voorziening voor verlofsparen. Deze voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. In deze voorziening is al het verlof opgenomen wat in verlofsparen is omgezet of omgezet kan worden. Dit verlof is gewaardeerd tegen het betreffende uurtarief (inclusief IKB) per 1 januari 2024  op persoonsniveau inclusief opslag voor sociale lasten.

Vlottende passiva

Onder de vlottende passiva zijn schulden met een rentetypische looptijd korter dan een jaar en overlopende passiva opgenomen.

Schulden met een rentetypische looptijd korter dan een jaar
Hieronder worden overige schulden verantwoord, gewaardeerd tegen nominale waarde.

Overlopende passiva

De posten opgenomen onder overlopende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Baten en lasten

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen.

Het BBV schrijft voor dat kosten van bedrijfsvoering (BBV hanteert de term ‘overhead’) afzonderlijk worden begroot en verantwoord. De totale kosten van de bedrijfsvoering voor de hele organisatie worden aan de lastenkant in één overzicht gepresenteerd. Volgens de definitie van het BBV worden tot de bedrijfsvoering gerekend 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'.

Personeelslasten
Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen en schulden (als gevolg van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume), worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Bijvoorbeeld componenten als overlopende verlofaanspraken. Indien er sprake is van jaarlijks terugkerende verplichtingen met betrekking tot arbeidskosten van niet vergelijkbaar volume, kan er wel een voorziening opgenomen worden.

Rechtmatigheidsverantwoording

De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de Financiële verordening Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 2023 en op basis van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de commissie BBV van november 2023. Dat betekent dat:

  • De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
  • De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
    • Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 20 december 2023 door het Algemeen Bestuur is vastgesteld;
    • Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over- en onderschrijdingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig in de tussentijdse rapportage zijn gemeld aan het Algemeen Bestuur;
    •  Ten aanzien van het M&O-criterium is de nota M&O-beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
  • De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV van november 2023 alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
    • Een verantwoordingsgrens van 1 % (zijnde € 380.000) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
    • Een rapporteringstolerantie van € 100.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf 'Bedrijfsvoering' worden opgenomen.

Toelichting op de balans per 31 december 2023

Materiële vaste activa

Terug naar navigatie - Materiële vaste activa

Investeringen met een economisch nut
De materiële vaste activa met een economisch nut bestaan uit de volgende onderdelen:

  Boekwaarde per 31-12-2023 Boekwaarde per 31-12-2022
Automatisering (Overige materiële vaste activa) 144 175
Huisvesting (Overige materiële vaste activa) 146 138
Communicatiemiddelen (Overige materiële vaste activa) 4 7
Tractie/wagenpark (Vervoersmiddelen) 8 13
Machines, apparaten en installaties/technische apparatuur 654 592
Totaal 956 926

Van het verloop van de boekwaarde van deze investeringen kan het volgende overzicht worden gegeven:

  Boekwaarde per
1-1-2023
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen Desinvesteringen Boekwaarde per
31-12-2023
Automatisering (Overige materiële vaste activa) 175 18 0 49 0 144
Huisvesting (Overige materiële vaste activa) 138 30 0 23 0 146
Communicatiemiddelen (Overige materiële vaste activa) 7 0 0 4 0 4
Tractie/wagenpark (Vervoersmiddelen) 13 0 0 5 0 8
Machines, apparaten en installaties/technische apparatuur 592 146 0 83 0 654
Totaal 926 194 0 164 0 956

Van bijdrage derden is in 2023 geen sprake geweest.

De investeringen 2023 zijn als volgt te specificeren:

(Vervangings)investeringen Krediet per 1-1-2023 Nieuw krediet 2023 Beschikbaar totaal 2023 Uitgaven in 2023
(incl. bijdrage van derden)
Afschrijving v.a. 2023
Automatisering 27 0 27 18 4
Huisvesting 141 40 181 30 3
Communicatiemiddelen 6 0 6 0 0
Vervanging wagenpark* 76 150 226 0 0
Technische apparatuur 26 575 601 146 10
Totaal 276 765 1.041 194 17

*Aangezien het omgebouwde meetwagens betreft, worden deze (conform voorgaande jaren) in de activastaat verantwoord onder de technische apparatuur.

Vlottende activa

Terug naar navigatie - Vlottende activa

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:

  Stand 31-12-2023 Voorziening oninbaarheid Boekwaarde 31-12-2023 Boekwaarde 31-12-2022
Vordering openbare lichamen 887 0 887 279
Uitzetting in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 8.112 0 8.112 2.129
Totaal 8.999 0 8.999 2.408

Vorderingen op openbare lichamen
In het boekjaar 2023 zijn de daarvoor in aanmerking komende (niet-materiële) oninbare posten afgeboekt. Van de overige posten was een groot deel per medio maart 2024 afgewikkeld. Door de aanscherping van het debiteurenbeheer is voor oninbaarheid geen voorziening gevormd (2022: € 0).

Uitzettingen in ’s Rijks schatkist (schatkistbankieren)
Dit betreft het per 31 december 2023 uitstaand saldo in de schatkist. Sinds medio 2015 worden overtollige middelen in het kader van schatkistbankieren in de vorm van een rekening-courantverhouding bij het Rijk afgestort.

Voor het boekjaar 2023 bedraagt het drempelbedrag voor schatkistbankieren € 1.000.000. Op basis van de kwartaalcijfers hebben geen overschrijdingen op het drempelbedrag plaatsgevonden. Op het niveau van dagen zijn er gedurende het hele jaar vierentwintig dagen geweest waarop het drempelbedrag aan het einde van de dag overschreden was. Dit komt doorgaans doordat er na het afromen van de banken nog een betaling door de OMWB ontvangen is.

Onderstaande gegevens betreffen het gemiddeld bedrag aan middelen per kwartaal die voor het drempelbedrag door de OMWB buiten ’s Rijks schatkist is aangehouden en de gemiddelde ruimte per kwartaal tot het drempelbedrag is bereikt.

  Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 941 944 969 970
Ruimte onder het drempelbedrag 59 56 31 30
Overschrijding van het drempelbedrag 0 0 0 0

Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen staat ter vrije beschikking en bestaat uit de volgende componenten:

  Boekwaarde 31-12-2023 Boekwaarde 31-12-2022
Banksaldo BNG 23 41
Banksaldo Rabobank 139 950
Totaal 161 991

Bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) heeft de OMWB een kredietfaciliteit van afgerond € 1,0 miljoen.

Overlopende activa
De post overlopende activa kan als volgt gespecificeerd worden:

  Boekwaarde 31-12-2023 Boekwaarde 31-12-2022
Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen 3.601 3.349
Totaal 3.601 3.349

Nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen:

  Boekwaarde 31-12-2023 Boekwaarde 31-12-2022
Vooruit ontvangen facturen 440 373
Nog te ontvangen BTW 0 493
Nog te ontvangen posten 2.838 1.853
Afrekeningen werkprogramma's 323 630
Totaal 3.601 3.349

Vooruit ontvangen facturen
Dit betreffen facturen die in 2023 zijn ontvangen, maar waarvan een deel van de kosten betrekking heeft op het boekjaar 2024.

Nog te ontvangen posten
Hier zijn verantwoord diverse opbrengsten over 2023 die per einde van het boekjaar nog niet (volledig) waren gefactureerd. Daarnaast is onder deze post een bedrag van € 10.000 opgenomen dat betrekking heeft op nog te vorderen kosten van bedrijfsfitness op diverse medewerkers.

Afrekeningen werkprogramma’s
Dit betreft het saldo van de te vorderen eindafrekeningen over 2023 die in januari 2024 naar de deelnemers zijn gestuurd. Ter bevestiging van deze saldi is bij de deelnemers een confirmatie opgevraagd en ontvangen. Een voorziening voor oninbaarheid wordt niet noodzakelijke geacht.

Eigen vermogen

Terug naar navigatie - Eigen vermogen

Het eigen vermogen van de dienst bestaat uit het totaal van alle reserves per 31 december, aangevuld met het resultaat over het boekjaar. Zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves worden tot het eigen vermogen gerekend.

Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:

  Boekwaarde 31-12-2023 Boekwaarde 31-12-2022
Algemene reserve 2.092 2.092
Reserve meetstations 1.022 939
Gerealiseerd resultaat boekjaar 2023 1.643 0
Gerealiseerd resultaat boekjaar 2022 0 583
Totaal 4.756 3.614

Het boekjaar 2022 sloot met een te bestemmen voordelig resultaat van € 583.000. Dit bedrag is conform het besluit van het Algemeen Bestuur in 2023 uitgekeerd aan de deelnemers. 

Het boekjaar 2023 sluit met een te bestemmen positief resultaat van € 1.643.000. Overeenkomstig het BBV is dit saldo afzonderlijk op de balans opgenomen. Bij de vaststelling van de jaarrekening zal een voorstel tot bestemming van dit resultaat worden gedaan.

Het verloop van de reserves over het boekjaar was als volgt:

  Boekwaarde
31-12-2022
Resultaat-bestemming voorgaand boekjaar Toevoeging Onttrekking Boekwaarde
31-12-2023
Algemene reserve 2.092 0 0 0 2.092
Reserve meetstations 939 0 83 0 1.022
Totaal 3.031 0 83 0 3.114

Algemene reserve
De algemene reserve is een buffer voor exploitatietekorten en het opvangen van risico’s. Gedurende het boekjaar 2023 hebben geen toevoegingen of onttrekkingen aan de reserve plaatsgevonden.

Reserve meetstations
Vanuit de overgebleven middelen van de provincie Noord-Brabant is vanuit de resultaatbestemming 2017 de reserve meetstations gevormd. Deze bestemmingsreserve is ter continuering van de meetstations (het betreft investeringsintensieve locaties).

Het saldo van opbrengsten en kosten van de meetstations over 2023 bedraagt € 83.000 en is per jaareinde 2023 toegevoegd aan de reserve.

Er is geen sprake van verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is  gevormd. Derhalve is hiervoor in de tabel geen kolom opgenomen. 

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

In 2022 is voor het eerst een bedrag opgenomen ten behoeve van de voorziening voor verlofsparen. Tot en met 2021 werden alle verlofgerelateerde rechten toegelicht en gekwantificeerd in de ‘Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen’. Per 1 januari 2022 is echter Cao SGO artikel 6.3 Verlofsparen in werking getreden, wat tot gevolg heeft gehad dat er een voorziening moest worden opgenomen voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van niet gelijke omvang. In deze voorziening zijn de verlofuren opgenomen die aan deze voorwaarde voldoen. 

Het verloop van de voorzieningen over het boekjaar 2023 was als volgt:

  Boekwaarde 01-01-2023 Toevoeging Onttrekking Boekwaarde 31-12-2023
Voorziening verlofsparen 602 742 0 1.344
Totaal 602 742 0 1.344

Bij het opmaken van de voorziening voor 2023 is een nadere analyse uitgevoerd op de verlofsoorten en daarbij is vastgesteld dat meerdere verlofsoorten aangemerkt kunnen worden als arbeidsverplichting met een niet gelijk volume en daarmee conform BBV voorzien moeten worden. 

Vlottende passiva

Terug naar navigatie - Vlottende passiva

Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:

  Boekwaarde 31-12-2023 Boekwaarde 31-12-2022
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 461 453
Overlopende passiva 7.157 3.005
Totaal 7.617 3.458

Ultimo 2023 was er (evenals voorgaande jaren) door de goede liquiditeitspositie geen noodzaak om kasgeldleningen op te nemen.

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Overlopende passiva

De specificatie van de overlopende passiva is als volgt:

  Boekwaarde 31-12-2023 Boekwaarde 31-12-2022
De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren
Van het Rijk 1.927 979
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume:
Nog te betalen posten 1.279 730
Afrekeningen werkprogramma's 3.216 1.198
Afdr. loonheffing en netto salarissen 81 98
Nog te betalen BTW 653 0
Totaal 7.157 3.005

De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen worden als volgt gespecificeerd:

De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren Boekwaarde
01-01-2023
Ontvangen voorschotten Bestedingen Boekwaarde
31-12-2023
Van het Rijk:
E93 Regeling specifieke uitkering Interbestuurlijk programma VTH 166 352 75 443
F21 Eenmalige specifieke uitkeringen ten behoeve van extra ondersteuning voor toezicht op en handhaving van de energiebesparingsplicht 813 1.145 474 1.484
Totaal 979 1.497 549 1.927

De in bovenstaande tabel opgenomen voorschotbedragen zijn overeenkomstig de beschikkingen ontvangen in 2023. Conform de bestedingen zijn de opbrengsten dienovereenkomstig apart als baten verantwoord in het ‘Overzicht van baten en lasten’.

Onder de overige posten van de overlopende passiva zijn geen verplichtingen opgenomen die een looptijd hebben langer dan één jaar.

Afrekeningen werkprogramma’s
Dit betreft het saldo van de terug te betalen eindafrekeningen over 2023 die in januari 2024 naar de deelnemers zijn gestuurd. Ter bevestiging van deze saldi is bij de deelnemers een confirmatie opgevraagd en ontvangen.

Nog te betalen BTW
Het bedrag aan BTW betreft voornamelijk de aangifte over het laatste kwartaal 2023 voor een bedrag van € 659.000 tezamen met enkele suppleties (2023 en 2022). De suppleties over de jaren 2018 en 2021 zijn in 2023 afgerond.

Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen

Terug naar navigatie - Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen

(Lease)verplichtingen
Een deel van de activa is aangeschaft via een leasecontract. Dit betreffen:

  • IT-infrastructuur en omgeving: met ingang van 1 januari 2022 is een overeenkomst aangegaan met leverancier Sogeti. De jaarlijkse kosten hiervan bedragen ongeveer € 1.150.000. De overeenkomst is aangegaan voor een periode van vier jaar en loopt derhalve af per 01-01-2026. In de overeenkomst is een verlengingsoptie van drie maal twee jaar vastgelegd.
  • Dienstauto’s: voor zes auto’s is een leasecontract afgesloten. De jaarlijkse leasekosten bedragen circa € 33.000. Van vier dienstauto’s lopen de contracten eind augustus 2025 af; van een andere dienstauto loopt het contract medio juli 2024 af. Het contract van de zesde auto eindigt begin november 2026. De totale verplichting van alle zes leasecontracten bedraagt per jaareinde 2023 € 54.400.
  • Koffieautomaten: hiervoor is in 2019 een overeenkomst aangegaan voor zes automaten; de jaarlijkse kosten hiervan bedragen circa € 6.000. De overeenkomst is op 1 augustus 2019 ingegaan en kent een looptijd van vijf jaar. Het contract eindigt derhalve op 31 juli 2024.
  • Multifunctionals: voor vier multifunctionals (printers) is in 2021 een overeenkomst aangegaan. De jaarlijkse kosten hiervan bedragen circa € 6.550. De overeenkomst is ingegaan per 1 januari 2022 en kent een looptijd van vijf jaar. Het contract eindigt derhalve op 1 januari 2027.

In 2018 zijn contracten gesloten voor de IT-systemen met AFAS en Roxit, de jaarlijkse kosten hiervan bedragen afgerond respectievelijk € 63.000 en € 158.000. Het contract met AFAS wordt jaarlijks stilzwijgend verlengd en het contract met Roxit liep in 2022 af en is tot 31 december 2028 verlengd. 

Huurovereenkomsten
De jaarlijkse huurverplichting voor het pand (inclusief parkeerplaatsen) in Tilburg bedraagt circa € 770.000. De huurovereenkomst is aangegaan voor een periode van vijf jaar met als einddatum 31 december 2027. De totale huurverplichting bedraagt € 3,8 miljoen. De jaarlijkse huurverplichting voor kantoorruimte (inclusief parkeerplaatsen) en laboratorium aan de Brabantlaan 1 te ’s-Hertogenbosch bedraagt circa € 109.000. De overeenkomst is per 1 juli 2022 stilzwijgend verlengd met vijf jaar tot 1 juli 2027.

Inkoopverplichtingen
In de kadernota rechtmatigheid heeft de commissie BBV de stellige uitspraak gedaan dat meerjarige contracten - in het kader van Europese regels - in de toelichting op de jaarrekening opgenomen moeten worden voor het volle bedrag waarover het contract is afgesloten. De OMWB verleent opdrachten aan milieukundige adviesbureaus op basis van het actuele werkaanbod vanuit de opdrachtgevers en specifieke casuïstiek. Hiervoor zijn geen meerjarige contracten afgesloten met bedoelde bureaus, enkel jaarcontracten.

Toelichting op het overzicht van baten en lasten 2023

Terug naar navigatie - Inleiding

De begroting 2023 sloot zowel voor als na wijziging met een saldo van € 0. Het jaarrekeningresultaat volgens balans bedraagt € 1.643.000 positief.

Nadere toelichting op de lasten Primair proces

Terug naar navigatie - Nadere toelichting op de lasten Primair proces

De bijstelling van de lasten en baten is conform de besluitvorming van het Algemeen Bestuur.

In beginsel worden de belangrijkste verschillen op totaalniveau toegelicht. Waar nodig wordt specifieke toelichting gegeven op de onderdelen primair proces en bedrijfsvoering.

Personeelslasten 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Primair proces
Salarissen 22.364 21.463
Reiskosten 307 304
Overige personele kosten  477 381
Inhuurbudgetten  4.091 3.172
Detacheringsinkomsten 0 -116
Subtotaal personeelslasten 27.239 25.203

De totale kosten van salarissen van het primaire proces bedragen € 21.463.000 en zijn hiermee € 901.000 lager dan begroot (€ 22.364.000). In de realisatie van 2023 is een bedrag van € 573.000 verantwoord die betrekking heeft op de mutatie van de voorziening verlofsparen. Daarnaast is een bedrag van € 156.000 geboekt welke betrekking heeft op de nog te betalen post RVU en transitievergoeding. Zonder deze beide posten bedraagt de onderbesteding op de salarislasten bij het primair proces € 1.629.000. Het verschil met de begroting wordt vooral veroorzaakt door het groeiende takenpakket in relatie met de krapte op arbeidsmarkt. Hierdoor konden functies niet (tijdig) ingevuld worden.

De reiskosten bedragen in totaal voor het primaire proces en bedrijfsvoering samen € 472.000 en zijn hiermee € 68.000 lager dan begroot na wijziging (€ 540.000). De lagere realisatie is het directe gevolg van het minder aantal reisbewegingen door het hybride werken. Hiertegenover staan de kosten van thuiswerkvergoedingen voor een bedrag van ongeveer € 63.000. Deze zijn opgenomen onder de ‘Overige personele kosten’.

De overige personele kosten bedragen in totaal voor het primaire proces en bedrijfsvoering samen € 1.119.000 en zijn hiermee € 628.000 lager dan begroot (na wijzigingen). De voornaamste posten hiervoor verantwoordelijk betreffen het ontbreken van mobiliteitstrajecten in 2023 (€ 290.000), het niet volledig aanspreken van het budget voor ‘Opleiding en vorming’ (€ 178.000) en lagere gerealiseerde kosten voor ‘Organisatieontwikkeling’ dan begroot (€ 266.000).

De inhuurkosten van personeel zijn € 919.000 lager dan begroot (na wijzigingen). Gelijk aan de toelichting onder 'salarissen’ zorgt het toegenomen takenpakket in relatie tot beschikbaarheid van deskundige inhuurkrachten voor een onderbesteding van de begroting. 

In 2023 heeft een aantal detacheringstrajecten gelopen bij zowel bedrijfsvoering als het primair proces. Deze opbrengsten worden in de regel niet begroot  aangezien ze niet of nauwelijks in te schatten zijn. 

Afschrijvingen 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Primair proces
Afschrijvingen 79 78
Subtotaal Afschrijvingen 79 78

Een deel van de afschrijvingslast is verantwoord onder de lasten bedrijfsvoering (€ 86.000 tegenover € 81.000 begroot). Samen met de afschrijvingslast voor bedrijfsvoering vallen de totale afschrijvingen over 2023 € 3.000 lager uit dan begroot. 

Huisvesting en organisatie 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Primair proces
Huisvesting en facilitaire kosten 104 78
Tractie 0 0
Automatisering 23 19
Algemeen beheer 18 38
Subtotaal Huisvesting en organisatie 145 135

In totaal zijn de kosten op dit onderdeel ruimschoots binnen de ramingen gebleven. Aangezien de kosten van huisvesting (en facilitaire kosten) en automatisering in de realisatie en begroting voornamelijk onder de kosten van bedrijfsvoering zijn verantwoord, wordt voor de toelichting op deze posten verwezen naar ‘Nadere toelichting op de lasten Bedrijfsvoering’.

Overige kosten 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Primair proces
Laboratoriumkosten 1.751  1.635
Milieumetingen 610 494
Subtotaal Overige kosten 2.361 2.129

Toelichting:

  • De laboratoriumkosten vormen een variabele post, wat wil zeggen dat meer vraag een hoger kostenniveau tot gevolg heeft. De laboratoriumkosten worden doorbelast. De corresponderende baten zijn opgenomen onder deelprogramma 4.
  • De kosten milieumetingen zijn lager dan begroot en worden volledig (dus inclusief de huisvesting en personele kosten), doorbelast aan de provincie Noord-Brabant als onderdeel van deelprogramma 4.
Algemene kosten 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Primair proces
Van goed naar beter -478  0
Subtotaal Algemene kosten -478 0

In de begroting is een besparing van € 478.000 opgenomen in het kader van het project ‘Van goed naar beter’. Deze post is niet verder naar begrotingsposten gespecificeerd, maar komt wel in de diverse begrotingsposten tot uiting in een lagere realisatie van kosten. 

Nadere toelichting op de lasten Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Nadere toelichting op de lasten Bedrijfsvoering

In beginsel worden de belangrijkste verschillen op totaalniveau toegelicht; zie hiervoor de ‘Nadere toelichting op de lasten Primair proces’. Waar nodig wordt specifieke toelichting gegeven op de onderdelen primair proces en bedrijfsvoering.

Personeelslasten 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Bedrijfsvoering
Salarissen 5.654 5.192
Reiskosten 232 168
Overige personele kosten 1.271 738
Inhuurbudgetten 423 284
Detacheringsinkomsten 0 -26
Subtotaal Personeelslasten 7.580 6.356

De totale kosten van salarissen van bedrijfsvoering bedragen € 5.192.000 en zijn hiermee € 462.000 lager dan begroot (€ 5.654.000). In de realisatie van 2023 is een bedrag van € 169.000 verantwoord die betrekking heeft op de mutatie van de voorziening verlofsparen. Zonder deze mutatie bedraagt de onderbesteding op de salarislasten bij bedrijfsvoering € 631.000. Dit wordt vooral veroorzaakt door het niet (tijdig) vervullen van vacatures lopende het jaar en door de gehanteerde begrotingssystematiek; de salariskosten van medewerkers worden begroot op het maximum van de schaal. Vanaf 2024 wordt de werkelijke salarisschaal van medewerkers als uitgangspunt voor de begroting gehanteerd.

Voor de toelichting op de reiskosten en de overige personele kosten wordt verwezen naar de 'Nadere toelichting op de lasten Primair proces'.

De kosten voor inhuur van derden bedragen voor bedrijfsvoering € 139.000 lager dan begroot. Enerzijds zijn lagere indexaties met inhuurbureaus overeengekomen, anderzijds is voor sommige functies eigen personeel geworven en daarmee minder inzet van inhuurkrachten nodig geweest.  

In 2023 heeft een aantal detacheringstrajecten gelopen bij zowel bedrijfsvoering als het primair proces. Deze opbrengsten worden in de regel niet begroot aangezien ze niet of nauwelijks in te schatten zijn. 

Afschrijvingen 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Bedrijfsvoering
Afschrijvingen 81 86
Subtotaal Afschrijvingen 81 86

Een deel van de afschrijvingslast is verantwoord onder de lasten primair proces (€ 78.000 tegenover € 79.000 begroot). Samen met de afschrijvingslast voor bedrijfsvoering vallen de totale afschrijvingen over 2023 € 3.000 lager uit dan begroot. 

Huisvesting en organisatie 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Bedrijfsvoering
Huisvesting en facilitaire kosten 1.200 1.208
Tractie 92 72
Automatisering 2.383 2.347
Algemeen beheer 794 443
Subtotaal Huisvesting en organisatie 4.469 4.070

Toelichting:

  • De totale kosten van huisvesting en facilitaire kosten voor het primaire proces en bedrijfsvoering samen bedragen € 1.286.000 en zijn hiermee € 17.000 lager dan begroot na wijziging (€ 1.303.000). Hier zijn geen verdere bijzonderheden te vermelden.
  • De kosten van vervoermiddelen in eigen beheer (tractie) bedragen € 72.000 en zijn hiermee € 20.000 lager dan begroot (€ 92.000). Hier zijn geen verdere bijzonderheden te vermelden.
  • De totale kosten van automatisering voor het primaire proces en bedrijfsvoering samen bedragen € 2.365.000 en zijn hiermee € 40.000 lager dan begroot na wijziging (€ 2.406.000). Het automatiseringsbudget is opgebouwd uit een veelvoud van onderliggende kostenposten. De totale onderbesteding van de automatiseringskosten is het saldo van diverse minder omvangrijke onder- en overschrijdingen binnen dit budget.
  • De kosten voor Algemeen beheer zijn op totaalniveau voor het primaire proces en bedrijfsvoering € 331.000 lager dan begroot. De onderbesteding is met name het gevolg van lagere advieskosten (onderdeel van de post Algemeen beheer).

Nadere toelichting op de Overige lasten

Terug naar navigatie - Nadere toelichting op de Overige lasten

 

Overige lasten 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Diverse lasten 0 39
Onvoorzien 150 0
Subtotaal Overige lasten 150 39

Diverse lasten
Het saldo op de diverse lasten betreft voornamelijk het negatieve resultaat SSIB over 2023 voor een bedrag van ongeveer € 17.000 en de BTW-bijtelling voor privégebruik van de bedrijfsauto's voor een bedrag van afgerond € 14.000.   

Onvoorzien
Het bedrag dat is gereserveerd voor onvoorziene kosten is in 2023 niet aangesproken.

Overzicht incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Overzicht incidentele baten en lasten

Vanuit het Rijk zijn twee specifieke uitkeringen toegekend met elk een specifieke start- en einddatum. Voor deze uitkeringen zijn conform de beschikkingen in 2023 voorschotten ontvangen. De opbrengst over 2023 bedraagt € 549.000 en is conform de corresponderende bestedingen van € 549.000 apart in het overzicht van de baten verantwoord. Zowel de opbrengsten als kosten worden als incidenteel aangemerkt.

In de kosten van personeel in loondienst is een bedrag van € 156.000 opgenomen voor toekomstige betalingen inzake RVU en een transitievergoeding. Deze vergoedingen zijn reeds in 2024 voldaan. Hiertegenover staat een opbrengst inzake teruggaven van transitievergoedingen van het UWV voor een bedrag van € 60.000. Deze bedragen zijn in 2024 ontvangen.

Door de intreding van de Omgevingswet heeft een update van de applicatie Squit 2020 naar Rx.Mission plaats gevonden. In de automatiseringskosten is hiervoor een bedrag  van circa € 47.000 verantwoord. 

Eind 2023 zijn de vier omgevingsdiensten van Brabant en Zeeland overgestapt naar een ander klachtensysteem (de MilieuKlachtenApplicatie) en is er in 2023 een begin gemaakt met het bouwen van een nieuwe website. De voor de OMWB hiermee gemoeide kosten bedragen ongeveer € 24.000 en zijn onder de kosten van automatisering verantwoord. Daarnaast is een bedrag van afgerond € 9.000 opgenomen onder de advieskosten voor de ondersteuning bij de aanbesteding tot en met de oplevering en acceptatie van de applicatie. 

In de kosten van personeel in loondienst is een bedrag van € 742.000 opgenomen voor de dotatie aan de voorziening voor verlofsparen. Tot en met 2021 werden alle verlofgerelateerde rechten toegelicht en gekwantificeerd in de ‘Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen’. In 2022 is echter CAO SGO artikel 6.3 Verlofsparen in werking getreden. Dit had tot gevolg dat er een voorziening moest worden opgenomen voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van niet gelijke omvang. Bij het opmaken van de voorziening voor 2023 is een nadere analyse uitgevoerd op de verlofsoorten en daarbij is vastgesteld dat meerdere verlofsoorten aangemerkt kunnen worden als arbeidsverplichting met een niet gelijk volume en daarmee conform BBV voorzien moeten worden. Voor 2022 en 2023 was de dotatie aan de voorziening een incidentele post, de voorziening zelf is van structurele aard.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting
Kengetallen 2022 realisatie 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Uurtarief € 99,18  € 106,70 € 107,14
Productieve uren 332.185 357.500 341.314
FTE Primair Proces 253 275 272
Gemiddeld aantal productieve uren per FTE 1.310 1.300 1.255
Ziekteverzuim 6,4% 5,5% 5,5%
Eigenaarsdeel gemeenten/provincie 58%/42% 60%/40% 59%/41%

 

FTE 2022 realisatie 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Primair proces - kernformatie 224 249 241
Primair proces - flexibele schil 29 26 31
Subtotaal Primair Proces 253 275 272
Bedrijfsvoering - kernformatie 53 57 53
Bedrijfsvoering - flexibele schil 5 5 5
Totaal Bedrijfsvoering 58

62

58
       
Totaal 312 337 331

Ten opzichte van het begrote aantal productieve uren van 1.300 zien we over 2023 een lagere realisatie (1.255 uur). De declarabiliteit heeft in 2023 door diverse oorzaken onder druk gestaan. Zo zijn er veel indirecte uren besteed aan het inwerken van nieuwe medewerkers en verbeteringen van interne processen en systemen. Ook zijn veel uren besteed aan opleidingen ten behoeve van de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de implementatie van ‘Rx.Mission’. De totale besteding van concernuren blijft over 2023 evenwel binnen de gestelde norm. Daartegenover is er meer verlof opgenomen dan waarmee in de berekening van de declarabiliteitsnorm rekening is gehouden. 

Toelichting op de baten

Terug naar navigatie - Toelichting
Baten 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Programmadeel 1: Vergunningverlening, toezicht en handhaving 24.166 22.572
Programmadeel 2: Advies en Projecten 11.713 10.376
Programmadeel 3: Collectieve taken structureel 1.824 1.824
Programmadeel 4: Buiten werkprogramma 1.730 3.389
Programmadeel 4: Overige exploitatie 610 548
Specifieke uitkering Omgevingsdiensten 1.664 549
Subtotaal Baten 41.706 39.257
Overige baten 2023 begroting na wijzigingen 2023 realisatie
Diverse baten 0 65
Rentebaten 0 499
Vennootschapsbelasting -5 2
Subtotaal Overige baten -5 566

 

Programmadeel 2: Advies en Projecten

Terug naar navigatie - Programmadeel 2: Advies en Projecten

De baten zijn € 1.338.000 lager dan begroot (-11%). Verzoektaken zijn lastiger te voorspellen en kunnen van jaar tot jaar verschillen; tevens wordt deze lagere realisatie gedeeltelijk gecompenseerd met hogere realisatie bij Programma 4. 

Specifieke uitkering Omgevingsdiensten

Terug naar navigatie - Specifieke uitkering Omgevingsdiensten

Vanuit het Rijk zijn twee specifieke uitkeringen toegekend. Dit betreffen het Interbestuurlijk Programma VTH (IBP) en de extra ondersteuning toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht (THE). Voor deze uitkeringen zijn conform de beschikkingen in 2023 voorschotten ontvangen. De opbrengst over 2023 bedraagt € 549.000 en is conform de bestedingen apart in het overzicht van de baten verantwoord. Het restant van de vooruitontvangen bedragen staat op de balans opgenomen onder de ‘overlopende passiva’.

Uitsplitsing baten

Terug naar navigatie - Uitsplitsing baten

In 2023 bedroegen de gerealiseerde baten provincie op P1 € 8.682.000, op P2 € 4.185.000 en op P3 € 565.000. De gerealiseerde baten gemeenten bedroegen voor P1, P2 en P3 respectievelijk € 13.889.000, € 6.190.000 en € 1.258.000.

Overige baten

Terug naar navigatie - Overige baten

Diverse baten 
Het saldo op de diverse baten betreft voornamelijk de opbrengst als gevolg van restitutie fee van Flex West-Brabant voor een bedrag van € 64.000.

Rentebaten
De OMWB heeft rentebaten ontvangen voor een bedrag van € 499.000. Deze baten waren niet begroot. 

Vennootschapsbelasting
De kosten vennootschapsbelasting bedroegen in 2023 € -2.000 (begroot € 5.000). Dit betreft het saldo van de voorlopige aanslag 2023, de aanslag 2022 en de vrijval van de reservering voor 2022. De aanslag 2022 is lager uitgevallen dan aanvankelijk ingeschat.

Overzicht baten en lasten per taakveld 2023

Terug naar navigatie - Toelichting
Baten en lasten per taakveld Baten Lasten
0. Bestuur en ondersteuning    
0.4 Overhead   10.512
0.5 Treasury 499  
0.8 Overige baten en lasten 65 39
0.9 Vennootschapsbelasting 2  
0.10 Mutaties reserves   83
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten   1.643
7. Volksgezondheid en milieu    
7.4 Milieubeheer 39.257 27.546
Totaal van de taakvelden 39.823 39.823

De lasten op taakveld 0.4 Overhead bedragen de lasten voor het bedrijfsvoeringsproces - niet zijnde het primaire proces - en corresponderen met de specificatie van de lasten in 'Het overzicht van baten en lasten'.

Publicatieverplichting op grond van de WNT

Terug naar navigatie - WNT tabel
bedragen x € 1 Dhr. A. Arbouw
Functiegegevens Directeur
Aanvang en einde functievervulling in 2023 01/01 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 0,95
Dienstbetrekking? ja
Bezoldiging  
Beloning plus belastbare onkostenvergoeding € 130.704,80
Beloningen betaalbaar op termijn € 21.125,14
Subtotaal € 151.829,94
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum € 211.850,00
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t.
Totale bezoldiging 2023 € 151.829,94
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t.
Gegevens 2022  
Functiegegevens Directeur
Aanvang en einde functievervulling in 2022 01/01 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 0,89
(Fictieve) dienstbetrekking? ja
Bezoldiging  
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen € 107.344,86
Beloningen betaalbaar op termijn € 19.384,56
Subtotaal € 126.729,42
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 192.000,00
Totale bezoldiging 2022 € 126.729,42

Topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.900 of minder

Terug naar navigatie - Topfunctionarissen met een bezoldiging van € 1.900 of minder

In de onderstaande tabel zijn de leden van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur weergegeven. Voor allen geldt dat zij deze bestuursfunctie onbezoldigd verrichten. Noch ontvangen zij een onkostenvergoeding van de OMWB. De functie is gedurende heel 2023 uitgeoefend, tenzij anders vermeld in de tabel. 

Terug naar navigatie - Tabel functionarissen van 1.800 of minder
Lid Dagelijks Bestuur Functie Wijzigingen
De heer P.F.G. Depla
Burgemeester gemeente Breda
DB-voorzitter  
De heer A-J Moerkerke
Burgemeester gemeente Moerdijk
DB-lid  
De heer M. van Asten
Wethouder Tilburg
DB-lid  
Mevrouw H. Roijackers
Gedeputeerde PNB
DB-lid Tot 8 september
De heer M. Oudenhoven
Gedeputeerde PNB
DB-lid Vanaf 8 september
Mevrouw H. van Aart
Burgemeester Loon op Zand
DB-lid  
De heer C. Machielsen
Wethouder Gilze en Rijen
DB-lid  
De heer H. Wierikx
Wethouder Halderberge
DB-lid  

 

Algemeen Bestuur  Lid Wijzigingen
Provincie Noord-Brabant Mevrouw H. Roijackers
De heer M. Oudenhoven
Tot 8 september
Vanaf 8 september
Gemeente Altena Mevrouw A. van Hunnik  
Gemeente Alphen-Chaam De heer E. Wilmsen
De heer E. Daandels
Tot 1 november
Vanaf 1 november
Gemeente Baarle-Nassau De heer H. van Tilborg  
Gemeente Bergen op Zoom De heer J. Pals  
Gemeente Breda De heer P. Depla  
Gemeente Dongen De heer K. de Jong  
Gemeente Drimmelen De heer B. Scholtze  
Gemeente Etten-Leur De heer G. de Weert  
Gemeente Geertruidenberg Mevrouw M. Witte  
Gemeente Gilze en Rijen De heer C. Machielsen  
Gemeente Goirle Mevrouw L. Franssen  
Gemeente Halderberge De heer H. Wierikx  
Gemeente Heusden De heer J. van den Bosch  
Gemeente Hilvarenbeek Mevrouw E. Langens  
Gemeente Loon op Zand Mevrouw H. van Aart  
Gemeente Moerdijk De heer A-J Moerkerke  
Gemeente Oisterwijk De heer E. Logister  
Gemeente Oosterhout De heer M. Buijs  
Gemeente Roosendaal Mevrouw K. Koenraad  
Gemeente Rucphen De heer M. Gijzen  
Gemeente Steenbergen De heer K. Gommeren  
Gemeente Tilburg De heer M. van Asten  
Gemeente Waalwijk De heer A. de Jong
Mevrouw S. Schuijffel
Tot 20 juli
Vanaf 20 juli
Gemeente Woensdrecht De heer T. de Heer  
Gemeente Zundert Mevrouw E. Kools-Hereijgers  

Verantwoordingsinformatie Specifieke Uitkeringen (SiSa)

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverklaring

Verantwoordelijkheid Dagelijks Bestuur
De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijkt een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het Dagelijks Bestuur toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met de door het Algemeen Bestuur vastgestelde kaders zoals de begroting en verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door het Algemeen Bestuur  op 20 december 2023 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht.

Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door het Algemeen Bestuur bepaald en bedraagt 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 380.000. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV van november 2023.

Bevinding

Het dagelijks bestuur is van mening dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties niet rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens.

De geconstateerde afwijkingen die het niet rechtmatig handelen veroorzaken betreffen de bruto afwijkingen die zijn gerealiseerd ten opzichte van de begroting na wijziging. Bij de beoordeling hiervan mag geen rekening worden gehouden met de interne afspraken tussen het algemeen bestuur en dagelijks bestuur die in de financiële verordening zijn opgenomen. In onderstaande tabel is dit nader toegelicht waarbij is weergegeven welk deel van de afwijkingen binnen de afspraken tussen het algemeen en dagelijks bestuur tot stand zijn gekomen.

Begrotingscriterium bedrag x € 1.000
Overschrijding lasten programma's 0
Overschrijding investeringsbudgetten (kredieten) 0
Ongeautoriseerde reservemutaties 0
Onderschrijdingen van de lasten primair proces 1.800
Onderschrijding van de lasten bedrijfsvoering 1.618
Onderschrijding van de baten 1.878
Totaal begrotingsonrechtmatigheden 5.296
Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee vooraf als acceptabel is geduid vermelden en verwijzen naar dit vooraf vastgestelde beleid. 5.296
Resterend saldo aan begrotingsonrechtmatigheden 0

In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de afspraken met het Algemeen Bestuur aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. In deze paragraaf heeft het Dagelijks Bestuur ook beschreven welke actie hij onderneemt om afwijkingen in de toekomst te voorkomen.