Jaarrekening

Balans ultimo boekjaar (vóór resultaatbestemming)

Terug naar navigatie - Balans ultimo boekjaar (vóór resultaatbestemming) - Financiële tabel Balans (activa)
Activa (bedragen x € 1.000) 31 december 2024 31 december 2023
Vaste activa
Materiele vaste activa   1.092   956
Investeringen met een economisch nut 1.092   956  
 Totaal vaste activa   1.092   956
 
 Vlottende activa
Uitzetting met een rentetypische looptijd korter dan één jaar   7.945   8.999
Vorderingen op openbare lichamen 290   887  
Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 7.655   8.112  
 
Liquide middelen   985   161
Banksaldi 985   161  
 
Overlopende activa   3.705   3.601
Overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen        
- Vooruitontvangen facturen 226   440  
- Nog te ontvangen BTW 529   0  
- Nog te ontvangen posten 2.389   2.838  
- Afrekeningen van werkprogramma's 561   323  
- Afdr. loonheffing en netto salarissen 0   0  
Totaal vlottende activa   12.635   12.761
 
Totaal generaal   13.727   13.717
         
Verliescompensatie krachtens Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 0   0  

 

Terug naar navigatie - Balans ultimo boekjaar (vóór resultaatbestemming) - Financiële tabel Balans (passiva)
Passiva (bedragen x € 1.000) 31 december 2024 31 december 2023
Vaste passiva 
Eigen vermogen   6.086   4.756
Algemene reserve 2.492   2.092  
Bestemmingsreserve meetstations 1.132   1.022  
Gerealiseerd resultaat 2.461   1.643  
 
Voorzieningen   1.873   1.344
Voorziening verlofsparen 1.703   1.344  
Voorziening mobiliteit 170   0  
Totaal vaste passiva   7.959   6.100
 
Vlottende passiva        
Kortlopende schulden   620   461
Netto vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 620   461  
 
Overlopende passiva   5.148   7.157
De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren        
- Van het Rijk 1.925   1.927  
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume        
- Nog te betalen posten 964   1.279  
- Afrekeningen werkprogramma's 2.087   3.216  
- Afdr. loonheffing en netto salarissen 172   81  
- Nog te betalen BTW 0   653  
Totaal vlottende passiva  

5.768

  7.617
 
Totaal generaal   13.727   13.717

Het overzicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - Het overzicht van baten en lasten - Financiële tabel (primair proces)

 

Lasten (bedragen x € 1.000) 2024 begroting voor wijziging 2024 begroting na wijziging 2024 realisatie verschil
Primair proces        
Personeelslasten        
Salarissen 23.381 22.466 23.010 544
Reiskosten 315 290 370 80
Opleidingskosten   319 346 27
Overige personele kosten 495 168 309 141
Inhuurbudgetten 5.327 3.496 3.621 125
Subtotaal 29.518 26.739 27.656

917

         
Afschrijvingen        
Afschrijvingen 141 116 96 -20
Subtotaal 141 116 96 -20
         
Huisvestiging en organisatie        
Huisvestiging en facilitaire kosten 106 86  85 -1
Tractie - 44  28 -16
Automatisering 20 20  21 1
Algemeen beheer 18 34  42 8
Subtotaal 145 184 176 -8
         
Overige kosten        
Laboratoriumkosten 1.793 1.294 1.577 283
Milieumetingen 610 610 455 -155
Subtotaal 2.403 1.904 2.032 128
         
Algemene kosten        
Van goed naar beter -878 0 0 0
Subtotaal -878 0 0 0
         
Totaal lasten primair proces 31.329 28.943 29.960 1.017

 

Terug naar navigatie - Het overzicht van baten en lasten - Financiële tabel (bedrijfsvoering + overig)
Lasten (bedragen x € 1.000) 2024 begroting voor wijziging 2024 begroting na wijziging 2024 realisatie verschil
Bedrijfsvoering        
Personeelslasten        
Salarissen 6.096 5.773 5.637 -136
Reiskosten 238 219 172 -47
Opleidingskosten   311 133 -178
Overige personeelskosten 1.267 838 572 -266
Inhuurbudgetten   689 760 71
Subtotaal 7.600 7.830 7.274 -556
         
Afschrijvingen        
Afschrijvingen 107 104 88 -16
Subtotaal 107 104 88 -16
         
Huisvesting en organisatie        
Huisvesting en facilitaire kosten 1.229 1.213 1.168 -45
Tractie 94 56 49 -7
Automatisering 2.216 2.579 2.255 -324
Algemeen beheer 555 511 606 95
Subtotaal 4.094 4.359 4.078 -281
         
Totaal lasten Bedrijfsvoering 11.801 12.293 11.441 -853
         
Overige lasten        
Diverse lasten 0

0

20 20
Onvoorzien 150 150 0 -150
Vennootschapsbelasting 5  -3
Subtotaal 155 155 22 -133
         
Totaal lasten 43.286 41.391 41.423 31

 

Terug naar navigatie - Het overzicht van baten en lasten - Overzicht baten
Baten (bedragen x € 1.000) 2024 begroting voor wijziging 2024 begroting na wijziging 2024 realisatie verschil
Programmadeel 1: Vergunningverlening, toezicht en handhaving 26.159 24.275 24.883 608
Programmadeel 2: Advies en Projecten 11.839 11.466 11.486 20
Programmadeel 3: Collectieve taken structureel 1.804 1.834 1.834 0
Programmadeel 4: Buiten werkprogramma 1.771 2.724 3.426 702
Programmadeel 4: Overige exploitatie 610 610 515 -95
Specifieke uitkering Omgevingsdiensten 1.145 928 1.147 219
Subtotaal 43.327 41.837 43.291 1.454
         
Overige baten        
Diverse baten 0

0

71 71
Detacheringsinkomsten* 0 45 42 -3
Rentebaten 0 800 590 -210
Vennootschapsbelasting 0 0 0 0
Subtotaal 0 845 703 -142
         
Totaal baten 43.327 42.680 43.995 1.312
         
Gerealiseerd saldo baten en lasten 42 1.292 2.572 1.281
         
Storting reserves -42 -42 -111 -70
Onttrekking reserves 0 0 0 0
Totaal reserves -42 -42 -111 -70
         
Gerealiseerd resultaat 0 1.250 2.461 1.211

*) De detacheringsinkomsten zijn in de 3e begrotingswijziging onder de 'Personele kosten' opgenomen. In de jaarrekening 2024 worden deze baten verantwoord onder de 'Overige baten'. Zowel de realisatie als begrotingscijfers zijn hierop aangepast.  

Toelichtingen

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

  • De jaarrekening is opgesteld op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door het algemeen bestuur op d.d. 20 december 2023 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld. 
  • De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten.
  • Bedragen in de tabellen zijn opgenomen in duizendtallen; in de toelichtingen staan absolute bedragen vermeld.
  • De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de gemeenschappelijke regeling.

Waardering van activa en passiva

Tenzij bij het betreffende balansonderdeel anders is vermeld, zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

Vaste activa

De OMWB kent alleen materiële vaste activa.

Investeringen met een economisch nut
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en eventuele duurzame bijzondere waardeverminderingen. Ook specifieke investeringsbijdragen van derden zijn op betreffende investeringen in mindering gebracht.

De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten. De vervaardingprijs bestaat uit de aanschafkosten van het product of de dienst en de overige kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de vervaardiging van het actief.

Activa worden direct bij ingebruikname geactiveerd. Vanaf dat moment vindt tevens afschrijving plaats. Er wordt geen rekening gehouden met een eventuele restwaarde. De afschrijvingstermijnen worden jaarlijks bij de begroting vastgesteld en zijn in de tabel verderop in deze toelichting opgenomen.

Bij de waardering wordt rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam lager is. In die gevallen is als waardering de hoogste van bedrijfswaarde of directe opbrengstwaarde aangehouden.

Gehanteerde afschrijvingstermijnen
Conform de vastgestelde begroting 2024 worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:

Tabel met de gehanteerde afschrijvingstermijnen Jaren
Automatisering 5
Huisvesting 10
Communicatiemiddelen 3
Tractie/wagenpark 7
Machines, apparaten en installaties/technische apparatuur 15


Vlottende activa

De vlottende activa zijn onder te verdelen in uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar, liquide middelen en overlopende activa. De vlottende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Vorderingen of Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen en overlopende activa
Deze activa zijn tegen nominale waarde opgenomen.

Vaste passiva

De vaste passiva betreffen het eigen vermogen van de OMWB en de voorzieningen. Er is geen sprake van langlopende leningen.

Eigen vermogen

Het totaal eigen vermogen is gelijk aan het eigen vermogen van voorafgaand jaar, vermeerderd of verminderd met het gerealiseerde saldo van baten en lasten voor mutaties in reserves. Voor zover het Algemeen Bestuur gedurende het jaar besluiten over reserves heeft genomen, zijn de effecten van deze besluiten in de stand van de reserves per jaareinde verwerkt. Uit het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening en de effecten van de besluiten van het Algemeen Bestuur, volgt een resultaat na bestemming. Dit wordt als een separate post van het eigen vermogen gepresenteerd.

Voorzieningen

Voorzieningen worden in beginsel gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting of het voorziene verlies en worden gevormd wegens:

  1. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs is in te schatten.
  2. Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten.
  3. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
  4. De bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b.

Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, worden ook tot de voorzieningen gerekend. Een uitzondering hierop zijn de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren. Deze worden onder de overlopende passiva opgenomen.

De OMWB heeft een voorziening voor verlofsparen. Deze voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. In deze voorziening is al het verlof opgenomen wat in verlofsparen is omgezet of omgezet kan worden. Dit verlof is gewaardeerd tegen het betreffende uurtarief (inclusief IKB) per 1 januari 2025  op persoonsniveau inclusief opslag voor sociale lasten.

Vlottende passiva

Onder de vlottende passiva zijn schulden met een rentetypische looptijd korter dan een jaar en overlopende passiva opgenomen.

Schulden met een rentetypische looptijd korter dan een jaar
Hieronder worden overige schulden verantwoord, gewaardeerd tegen nominale waarde.

Overlopende passiva

De posten opgenomen onder overlopende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Baten en lasten

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen.

Het BBV schrijft voor dat kosten van bedrijfsvoering (BBV hanteert de term ‘overhead’) afzonderlijk worden begroot en verantwoord. De totale kosten van de bedrijfsvoering voor de hele organisatie worden aan de lastenkant in één overzicht gepresenteerd. Volgens de definitie van het BBV worden tot de bedrijfsvoering gerekend 'alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'.

Personeelslasten
Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen en schulden (als gevolg van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume), worden sommige personele lasten toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Bijvoorbeeld componenten als overlopende verlofaanspraken. Indien er sprake is van jaarlijks terugkerende verplichtingen met betrekking tot arbeidskosten van niet vergelijkbaar volume, kan er wel een voorziening opgenomen worden.

Rechtmatigheidsverantwoording

De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de Financiële verordening Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 2023 en op basis van de kadernota rechtmatigheid 2024 van de commissie BBV van oktober 2024. Dat betekent dat:

  • De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
  • De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
    • Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 12 december 2024 door het Algemeen Bestuur is vastgesteld;
    • Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over- en onderschrijdingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig in de tussentijdse rapportage zijn gemeld aan het Algemeen Bestuur;
    •  Ten aanzien van het M&O-criterium is geen sprake van een nota M&O-beleid van onze organisatie. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording.
  • De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024 alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
    • Een verantwoordingsgrens van 1 % (zijnde € 414.000) is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen;
    • Een rapporteringstolerantie van € 100.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf 'Bedrijfsvoering' worden opgenomen.

Toelichting op de balans per 31 december 2024

Materiële vaste activa

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans per 31 december 2024 - Materiële vaste activa

Investeringen met een economisch nut
De materiële vaste activa met een economisch nut bestaan uit de volgende onderdelen:

  Boekwaarde per 31-12-2024 Boekwaarde per 31-12-2023
Automatisering (Overige materiële vaste activa) 115 144
Huisvesting (Overige materiële vaste activa) 185 146
Communicatiemiddelen (Overige materiële vaste activa) 32 4
Tractie/wagenpark (Vervoersmiddelen) 5 8
Machines, apparaten en installaties/technische apparatuur 755 654
Totaal 1.092 956

Van het verloop van de boekwaarde van deze investeringen kan het volgende overzicht worden gegeven:

  Boekwaarde per
1-1-2024
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen Desinvesteringen Boekwaarde per
31-12-2024
Automatisering (Overige materiële vaste activa) 144 25 0 54 0 115
Huisvesting (Overige materiële vaste activa) 146 66 0 27 0 185
Communicatiemiddelen (Overige materiële vaste activa) 4 35 0 7 0 32
Tractie/wagenpark (Vervoersmiddelen) 8 6

0

9 0 5
Machines, apparaten en installaties/technische apparatuur 654 189 0 88 0 755
Totaal 956 321 0 185 0 1.092

Van bijdrage derden is in 2024 geen sprake geweest.

De investeringen 2024 zijn als volgt te specificeren:

(Vervangings)investeringen Krediet per 1-1-2024 Nieuw krediet 2024 Beschikbaar totaal 2024 Uitgaven in 2024
(incl. bijdrage van derden)
Afschrijving v.a. 2025
Automatisering 9 50 59 24 5
Huisvesting 151 50 201 66 7
Communicatiemiddelen 6 44 50 35 12
Vervanging wagenpark* 226 0 226 6 1
Technische apparatuur 455 0 455 189 13
Totaal 847 144 991 320 37

*Aangezien het omgebouwde meetwagens betreft, worden deze (conform voorgaande jaren) in de activastaat verantwoord onder de technische apparatuur.

Vlottende activa

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans per 31 december 2024 - Vlottende activa

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:

  Stand 31-12-2024 Voorziening oninbaarheid Boekwaarde 31-12-2024 Boekwaarde 31-12-2023
Vordering openbare lichamen 290 0 290 887
Uitzetting in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 7.655 0 7.655 8.112
Totaal 7.945 0 7.945 8.999

Vorderingen op openbare lichamen
Door een adequaat debiteurenbeheer is voor oninbaarheid geen voorziening noodzakelijk (2023: € 0).

Uitzettingen in ’s Rijks schatkist (schatkistbankieren)
Dit betreft het per 31 december 2024 uitstaand saldo in de schatkist. Sinds medio 2015 worden overtollige middelen in het kader van schatkistbankieren in de vorm van een rekening-courantverhouding bij het Rijk afgestort.

Voor het boekjaar 2024 bedraagt het drempelbedrag voor schatkistbankieren € 1.000.000. Op basis van de kwartaalcijfers hebben geen overschrijdingen op het drempelbedrag plaatsgevonden. Op het niveau van dagen zijn er gedurende het hele jaar eenentwintig dagen geweest waarop het drempelbedrag aan het einde van de dag overschreden was. Dit komt doorgaans doordat er na het afromen van de banken nog een betaling ontvangen is.

Onderstaande gegevens betreffen het gemiddeld bedrag aan middelen per kwartaal die voor het drempelbedrag buiten ’s Rijks schatkist is aangehouden en de gemiddelde ruimte per kwartaal tot het drempelbedrag is bereikt.

  Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 919 965 974 946
Ruimte onder het drempelbedrag 81 35 26 54
Overschrijding van het drempelbedrag 0 0 0 0

Liquide middelen
Het saldo van de liquide middelen staat ter vrije beschikking en bestaat uit de volgende componenten:

  Boekwaarde 31-12-2024 Boekwaarde 31-12-2023
Banksaldo BNG 35 23
Banksaldo Rabobank 950 139
Totaal 985 161

Bij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) heeft de OMWB een kredietfaciliteit van afgerond € 1,0 miljoen.

Overlopende activa
De post overlopende activa kan als volgt gespecificeerd worden:

  Boekwaarde 31-12-2024 Boekwaarde 31-12-2023
Overige nog te ontvangen bedragen en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen 3.705 3.601
Totaal 3.705 3.601

Nog te ontvangen en vooruitbetaalde bedragen:

  Boekwaarde 31-12-2024 Boekwaarde 31-12-2023
Vooruit ontvangen facturen 226 440
Nog te ontvangen BTW 529 0
Nog te ontvangen posten 2.389 2.838
Afrekeningen werkprogramma's 561 323
Totaal 3.705 3.601

Vooruit ontvangen facturen
Dit betreffen facturen die in 2024 zijn ontvangen, maar waarvan (een deel van) de kosten betrekking heeft op het boekjaar 2025.

Nog te ontvangen posten
Hier zijn diverse opbrengsten verantwoord over 2024 die per einde van het boekjaar nog niet (volledig) waren gefactureerd.

Afrekeningen werkprogramma’s
Dit betreft het saldo van de te vorderen eindafrekeningen over 2024 die in januari 2025 naar de deelnemers zijn gestuurd. Ter bevestiging van deze saldi is bij de deelnemers een confirmatie opgevraagd en (deels) ontvangen. Een voorziening voor oninbaarheid wordt niet noodzakelijke geacht.

Binnen deze rubriek heeft € 2.467.000 betrekking op openbare lichamen. 

Eigen vermogen

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans per 31 december 2024 - Eigen vermogen

Het eigen vermogen van de dienst bestaat uit het totaal van alle reserves per 31 december, aangevuld met het resultaat over het boekjaar. Zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves worden tot het eigen vermogen gerekend.

Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:

  Boekwaarde 31-12-2024 Boekwaarde 31-12-2023
Algemene reserve 2.492 2.092
Reserve meetstations 1.132 1.022
Gerealiseerd resultaat boekjaar 2024 2.461 0
Gerealiseerd resultaat boekjaar 2023 0 1.643
Totaal 6.086 4.756

Het boekjaar 2023 sloot met een te bestemmen voordelig resultaat van € 1.643.000. Van dit bedrag is conform het besluit van het Algemeen Bestuur in 2024 een bedrag van € 400.000 aan de algemene reserve gedoteerd. Het overige deel (€ 1.243.000) is uitgekeerd aan de deelnemers. 

Het boekjaar 2024 sluit met een te bestemmen positief resultaat van € 2.461.000. Overeenkomstig het BBV is dit saldo afzonderlijk op de balans opgenomen. Bij de vaststelling van de jaarrekening zal een voorstel tot bestemming van dit resultaat worden gedaan.

Het verloop van de reserves over het boekjaar is als volgt:

  Boekwaarde
31-12-2023
Resultaat-bestemming voorgaand boekjaar Toevoeging Onttrekking Boekwaarde
31-12-2024
Algemene reserve 2.092 400 0 0 2.492
Reserve meetstations 1.022 0 110 0 1.132
Totaal 3.114 400 110 0 3.624

Algemene reserve
De algemene reserve is een buffer voor exploitatietekorten en het opvangen van risico’s. Gedurende het boekjaar 2024 heeft conform het besluit van het Algemeen Bestuur een dotatie van € 400.000 aan de reserve plaatsgevonden.

Reserve meetstations
Vanuit de overgebleven middelen van de provincie Noord-Brabant is vanuit de resultaatbestemming 2017 de reserve meetstations gevormd. Deze bestemmingsreserve is ter continuering van de meetstations (het betreft investeringsintensieve locaties).

Het saldo van opbrengsten en kosten van de meetstations over 2024 bedraagt € 110.000 en is per jaareinde 2024 toegevoegd aan de reserve.

Er is geen sprake van verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is  gevormd. Derhalve is hiervoor in de tabel geen kolom opgenomen. 

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans per 31 december 2024 - Voorzieningen

Voorziening verlofsparen

In 2022 is voor het eerst een bedrag opgenomen ten behoeve van de voorziening voor verlofsparen. Tot en met 2021 werden alle verlofgerelateerde rechten toegelicht en gekwantificeerd in de ‘Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen’. Per 1 januari 2022 is echter cao SGO artikel 6.3 Verlofsparen in werking getreden, wat tot gevolg heeft gehad dat er een voorziening moest worden opgenomen voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van niet gelijke omvang. In deze voorziening zijn de verlofuren opgenomen die aan deze voorwaarde voldoen. 

Bij het opmaken van de voorziening voor 2024 is een nadere analyse uitgevoerd op de verlofsoorten. Daarbij is vastgesteld dat meerdere verlofsoorten aangemerkt kunnen worden als arbeidsverplichting met een niet gelijkblijvend volume en conform BBV moeten worden voorzien. 

Voorziening mobiliteit

In 2024 is een mobiliteitstraject voor één van de medewerkers overeengekomen welke in 2025 wordt uitgevoerd. De maximale kosten bedragen € 170.200. 

Het verloop van de voorzieningen over het boekjaar 2024 was als volgt:

  Boekwaarde 01-01-2024 Toevoeging Onttrekking Boekwaarde 31-12-2024
Voorziening verlofsparen 1.344 1.106 747 1.703
Voorziening mobiliteit 0 170 0 170 
Totaal 1.344 1.276 747 1.873

 

Vlottende passiva

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans per 31 december 2024 - Vlottende passiva

Onder de vlottende passiva zijn opgenomen:

  Boekwaarde 31-12-2024 Boekwaarde 31-12-2023
Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 620 461
Overlopende passiva 5.148 7.157
Totaal 5.768 7.617

Ultimo 2024 was er (evenals voorgaande jaren) door de goede liquiditeitspositie geen noodzaak om kasgeldleningen op te nemen.

Overlopende passiva

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans per 31 december 2024 - Overlopende passiva

De specificatie van de overlopende passiva is als volgt:

  Boekwaarde 31-12-2024 Boekwaarde 31-12-2023
De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren
Van het Rijk 1.925 1.927
Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume:
Nog te betalen posten 964 1.279
Afrekeningen werkprogramma's 2.087 3.216
Afdr. loonheffing en netto salarissen 172 81
Nog te betalen BTW 0 653
Totaal 5.148 7.157

De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen worden als volgt gespecificeerd:

De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren Boekwaarde
01-01-2024
Ontvangen voorschotten Bestedingen Boekwaarde
31-12-2024
Van het Rijk:
E93 Regeling specifieke uitkering Interbestuurlijk programma VTH 443 0 164 279
F21 Eenmalige specifieke uitkeringen ten behoeve van extra ondersteuning voor toezicht op en handhaving van de energiebesparingsplicht 1.484 1.145 983 1.646
Totaal 1.927 1.145 1.147 1.925

Het in bovenstaande tabel opgenomen voorschotbedrag is overeenkomstig de beschikking ontvangen in 2024. Conform de bestedingen zijn de opbrengsten dienovereenkomstig apart als baten verantwoord in het ‘Overzicht van baten en lasten’.

Onder de overige posten van de overlopende passiva zijn geen verplichtingen opgenomen die een looptijd hebben langer dan één jaar.

Afrekeningen werkprogramma’s
Dit betreft het saldo van de terug te betalen eindafrekeningen over 2024 die in januari 2025 naar de deelnemers zijn gestuurd. Ter bevestiging van deze saldi is bij de deelnemers een confirmatie opgevraagd en (deels) ontvangen.

Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen

Terug naar navigatie - Toelichting op de balans per 31 december 2024 - Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen

(Lease)verplichtingen
Een deel van de activa is aangeschaft via een leasecontract. Dit betreffen:

  • IT-infrastructuur en omgeving: met ingang van 1 januari 2022 is een overeenkomst aangegaan met leverancier Sogeti. De jaarlijkse kosten hiervan bedragen ongeveer € 1.300.000. De overeenkomst is aangegaan voor een periode van vier jaar en loopt derhalve af per januari 2026. In de overeenkomst is een verlengingsoptie van drie maal twee jaar vastgelegd.
  • Dienstauto’s: voor negen auto’s is een leasecontract afgesloten. De jaarlijkse leasekosten bedragen circa € 57.000. Van vier dienstauto’s lopen de contracten eind augustus 2025 af; van een andere dienstauto loopt het contract begin november 2026 af. De vier overige auto's zijn in 2024 aangeschaft en eindigen in 2029. De totale verplichting van alle negen leasecontracten bedraagt per jaareinde 2024 circa € 170.000.
  • Multifunctionals: voor vier multifunctionals (printers) is in 2021 een overeenkomst aangegaan. De jaarlijkse kosten hiervan bedragen circa € 6.550. De overeenkomst is ingegaan per 1 januari 2022 en kent een looptijd van vijf jaar. Het contract eindigt derhalve op 1 januari 2027.

In 2018 zijn contracten gesloten voor de IT-systemen met AFAS en Roxit. De jaarlijkse kosten hiervan bedragen afgerond respectievelijk € 67.000 en € 220.000. Het contract met AFAS wordt jaarlijks stilzwijgend verlengd en het contract met Roxit liep in 2022 af en is tot 31 december 2028 verlengd. 

Huurovereenkomsten
De jaarlijkse huurverplichting voor het pand (inclusief parkeerplaatsen) in Tilburg bedraagt circa € 836.000. De huurovereenkomst is aangegaan voor een periode van vijf jaar met als einddatum 31 december 2027. De totale huurverplichting bedraagt € 2,5 miljoen. De jaarlijkse huurverplichting voor kantoorruimte (inclusief parkeerplaatsen) en laboratorium aan de Brabantlaan 1 te ’s-Hertogenbosch bedraagt circa € 114.000. De overeenkomst is per 1 juli 2022 stilzwijgend verlengd met vijf jaar tot 1 juli 2027.

Inkoopverplichtingen
In de kadernota rechtmatigheid heeft de commissie BBV de stellige uitspraak gedaan dat meerjarige contracten - in het kader van Europese regels - in de toelichting op de jaarrekening opgenomen moeten worden voor het volle bedrag waarover het contract is afgesloten. De OMWB verleent opdrachten aan milieukundige adviesbureaus op basis van het actuele werkaanbod vanuit de opdrachtgevers en specifieke casuïstiek. Hiervoor zijn geen meerjarige contracten afgesloten met bedoelde bureaus, enkel jaarcontracten.

Lopende procedures
Op balansdatum zijn er geen formeel lopende procedures tegen de OMWB bekend. Wel is er geconstateerd dat er in 2024 een foutief advies is verstrekt als onderbouwing voor een verstrekte omgevingsvergunning waarbij derden mogelijk gedupeerd zijn. Hier zou eventueel een schadepost uit kunnen voortvloeien die betrekking zou hebben op 2024. Door het ontbreken van een formele claim, onzekerheid omtrent verantwoordelijkheid en onzekerheid omtrent de hoogte van geleden schade hebben wij hiervoor geen voorziening gevormd en wachten wij verdere ontwikkelingen af.

Toelichting op het overzicht van baten en lasten 2024

Nadere toelichting op de lasten Primair proces

Terug naar navigatie - Toelichting op het overzicht van baten en lasten 2024 - Nadere toelichting op de lasten Primair proces

De bijstelling van de lasten en baten is conform de besluitvorming van het Algemeen Bestuur.

In beginsel worden de belangrijkste verschillen op totaalniveau toegelicht. Waar nodig wordt specifieke toelichting gegeven op de onderdelen primair proces en bedrijfsvoering.

Personeelslasten 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Primair proces
Salarissen 22.466 23.010
Reiskosten 290 370
Opleidingskosten 319 346
Overige personele kosten  168 309
Inhuurbudgetten  3.496 3.621
Subtotaal personeelslasten 26.739 27.656

Salarissen
De totale kosten van salarissen van het primaire proces bedragen € 23.010.000 en zijn hiermee € 544.000 hoger dan begroot na wijziging. Het verschil wordt veroorzaakt door de mutatie op de voorziening verlofsparen. 

Reiskosten
De reiskosten bedragen in totaal voor het primair proces en bedrijfsvoering samen € 542.000 en zijn hiermee € 33.000 hoger dan begroot na wijziging. Deze overschrijding wordt veroorzaakt doordat medewerkers na enkele jaren van verminderde aanwezigheid op kantoor, de weg terug hebben gevonden. Ook de toename in personeel draagt bij aan de overschrijding. 

Opleidingskosten
De opleidingskosten bedragen in totaal voor het primair proces en bedrijfsvoering samen € 503.000 en zijn hiermee € 151.000 lager dan begroot na wijziging. Dit is met name het gevolg van het uitstellen van landelijk verzorgde opleidingen.

Overige personele kosten
De overige personeelskosten bedragen in totaal € 309.000 en zijn hiermee € 141.000 hoger dan begroot. Deze overschrijding wordt met name veroorzaakt door reservering voor een mobiliteitstraject dat in 2025 wordt geëfectueerd. 

Inhuurbudgetten
De inhuurkosten van personeel zijn € 125.000 hoger dan begroot (na wijzigingen). Het toegenomen takenpakket in relatie tot de beschikbaarheid van deskundige inhuurkrachten zorgt voor een overbesteding van de begroting. 

Afschrijvingen 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Primair proces
Afschrijvingen 116 96
Subtotaal Afschrijvingen 116 96

Een deel van de afschrijvingslast is verantwoord onder de lasten bedrijfsvoering (€ 88.000 tegenover € 104.000 begroot). Samen met de afschrijvingslast voor bedrijfsvoering vallen de totale afschrijvingen over 2024 € 36.000 lager uit dan begroot na wijziging. Aanleiding betreft uitgestelde aanbestedingstraject voor met name het wagenpark en meetstations. Deze aanbestedingstrajecten zullen naar verwachting in 2025 worden uitgevoerd.

Huisvesting en organisatie 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Primair proces
Huisvesting en facilitaire kosten 86 85
Tractie 44 28
Automatisering 20 21
Algemeen beheer 34 42
Subtotaal Huisvesting en organisatie 184 176

Voor Primair proces en Bedrijfsvoering samen zijn de kosten op dit onderdeel ruimschoots binnen de ramingen gebleven. Aangezien de kosten van huisvesting (en facilitaire kosten) en automatisering in de realisatie en begroting voornamelijk onder de kosten van Bedrijfsvoering zijn verantwoord, wordt voor de toelichting op deze posten verwezen naar ‘Nadere toelichting op de lasten Bedrijfsvoering’.

Overige kosten 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Primair proces
Laboratoriumkosten 1.294 1.577
Milieumetingen 610 455
Subtotaal Overige kosten 1.904 2.032

Toelichting:

  • De laboratoriumkosten zijn vraag gestuurd en worden één op één doorbelast. De corresponderende baten zijn opgenomen onder deelprogramma 4. Deze kosten en opbrengsten kennen een resultaat neutraal effect. 
  • De kosten milieumetingen zijn lager dan begroot en worden volledig doorbelast aan de provincie Noord-Brabant als onderdeel van deelprogramma 4.

Nadere toelichting op de lasten Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Toelichting op het overzicht van baten en lasten 2024 - Nadere toelichting op de lasten Bedrijfsvoering

In beginsel worden de belangrijkste verschillen op totaalniveau toegelicht; zie hiervoor de ‘Nadere toelichting op de lasten Primair proces’. Waar nodig wordt specifieke toelichting gegeven op de onderdelen primair proces en bedrijfsvoering.

Personeelslasten 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Bedrijfsvoering
Salarissen 5.773 5.637
Reiskosten 219 172
Opleidingskosten 311 133
Overige personele kosten 838 572
Inhuurbudgetten 689 760
Subtotaal Personeelslasten 7.830 7.274

Salarissen
De kosten voor eigen personeel van de afdeling Bedrijfsvoering vallen € 136.000 lager uit dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door het niet (tijdig) invullen van vacatures.

Reiskosten
Voor de toelichting op de reiskosten wordt verwezen naar de 'Nadere toelichting op de lasten Primair proces'.

Opleidingskosten
Voor de toelichting op de opleidingskosten wordt verwezen naar de 'Nadere toelichting op de lasten Primair proces'.

Overige personele kosten
Op ‘Overige personele kosten’ is bij Bedrijfsvoering een onderbesteding gerealiseerd van € 266.000. De voornaamste oorzaken hiervan zijn het niet volledig aanspreken van de budgetten voor ‘Organisatieontwikkeling’ (€ 58.000) en ‘Duurzame inzetbaarheid’ (58.000) en lagere ‘Overige personele kosten’ dan begroot (€ 79.000). 

Inhuurbudgetten
De kosten voor inhuur van derden bedragen € 71.000 hoger dan begroot. Deze overschrijding wordt met name veroorzaakt doordat eerdere inhuurconstructies zijn verlengd als gevolg van (langer dan verwacht) ziekteverzuim van eigen medewerkers en verlenging/uitloop van projecten, waarbij de ingehuurde specialistische kennis cruciaal was.  

Afschrijvingen 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Bedrijfsvoering
Afschrijvingen 104 88
Subtotaal Afschrijvingen 104 88

Voor de toelichting op de afschrijvingen wordt verwezen naar de 'Nadere toelichting op de lasten Primair proces'.

Huisvesting en organisatie 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Bedrijfsvoering
Huisvesting en facilitaire kosten 1.213 1.168
Tractie 56 49
Automatisering 2.579

2.255

Algemeen beheer 511 606
Subtotaal Huisvesting en organisatie 4.359 4.078

Toelichting:

  • De totale kosten van huisvesting en facilitaire kosten voor het primaire proces en bedrijfsvoering samen bedragen € 1.168.000 en zijn hiermee € 45.000 lager dan begroot na wijziging. Hier zijn geen verdere bijzonderheden te vermelden.
  • De kosten van vervoermiddelen in eigen beheer (tractie) bedragen € 49.000 en zijn hiermee € 7.000 lager dan begroot na wijziging. Hier zijn geen verdere bijzonderheden te vermelden.
  • De totale kosten van automatisering voor het primaire proces en bedrijfsvoering samen bedragen € 2.255.000 en zijn hiermee € 324.000 lager dan begroot na wijziging. Deze onderschrijding wordt onder andere veroorzaakt doordat het aanbestedingstraject voor de aanschaf van GIS / GEO later is opgestart dan gepland en nog niet afgerond. De hiermee gemoeide kosten van implementatie bedragen circa € 100.000 en zullen in 2025 worden gerealiseerd.  Daarnaast heeft er een verschuiving van circa € 100.000 plaatsgevonden van kosten van automatisering naar advieskosten (onder Algemeen beheer) voor een traject om de medewerkers digitaal vaardiger te maken. 
  • De kosten voor Algemeen beheer zijn op totaalniveau voor het primaire proces en bedrijfsvoering € 95.000 hoger dan begroot na wijziging. Aanleiding hiervan is de verschuiving van kosten automatisering naar advieskosten, zie hiervoor de toelichting bij kosten van automatisering.

Nadere toelichting op de Overige lasten

Terug naar navigatie - Toelichting op het overzicht van baten en lasten 2024 - Nadere toelichting op de Overige lasten

 

Overige lasten 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Diverse lasten 0 20
Onvoorzien 150 0
Vennootschapsbelasting 5 2
Subtotaal Overige lasten 155 22

Diverse lasten
Het saldo op de diverse lasten betreft voornamelijk de BTW-bijtelling voor privégebruik van de bedrijfsauto's voor een bedrag van afgerond € 15.500. 

Onvoorzien
Het bedrag dat is gereserveerd voor onvoorziene kosten is in 2024 niet aangesproken.

Vennootschapsbelasting
De kosten vennootschapsbelasting bedroegen in 2024 € 2.000 (begroot € 5.000). Dit betreft het saldo van de voorlopige aanslag 2024 en de aanslag 2023. 

Overzicht incidentele baten en lasten

Terug naar navigatie - Toelichting op het overzicht van baten en lasten 2024 - Overzicht incidentele baten en lasten

Vanuit het Rijk zijn twee specifieke uitkeringen toegekend met elk een specifieke start- en einddatum. Dit betreffen het Interbestuurlijk Programma VTH (IBP) en de extra ondersteuning toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht (THE). Voor de regeling (THE) is conform de beschikking in 2024 een voorschot ontvangen. De opbrengst van de beide uitkeringen over 2024 bedraagt € 1.147.000 en is conform de corresponderende bestedingen van € 1.147.000 apart in het overzicht van de baten verantwoord. Zowel de opbrengsten als kosten worden als incidenteel aangemerkt.

In de kosten van personeel in loondienst is een bedrag van € 230.000 opgenomen voor mobiliteitstrajecten en een bedrag van € 72.000 voor een transitievergoeding. Van de mobiliteitstrajecten is € 30.000 reeds in 2024 voldaan. Het overige deel  van de mobiliteitstrajecten (€ 200.000) is samen met het volledige bedrag van de transitievergoeding opgenomen bij de 'nog te betalen bedragen'. 

In de kosten van personeel in loondienst is een bedrag van € 358.000 opgenomen voor de dotatie aan de voorziening voor verlofsparen. Tot en met 2021 werden alle verlofgerelateerde rechten toegelicht en gekwantificeerd in de ‘Niet uit de balans blijkende vorderingen en verplichtingen’. In 2022 is echter CAO SGO artikel 6.3 Verlofsparen in werking getreden. Dit had tot gevolg dat er een voorziening moest worden opgenomen voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van niet gelijke omvang. Bij het opmaken van de voorziening voor 2024 is een nadere analyse uitgevoerd op de verlofsoorten en daarbij is vastgesteld dat meerdere verlofsoorten aangemerkt kunnen worden als arbeidsverplichting met een niet gelijk volume en daarmee conform BBV voorzien moeten worden. Voor 2022, 2023 en 2024 was de dotatie aan de voorziening een incidentele post, de voorziening zelf is van structurele aard.

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen - Toelichting
Kengetallen 2023 realisatie 2024 realisatie
Uurtarief € 107,14 € 108,87
Productieve uren 341.314 372.187
FTE Primair Proces 272 280
Gemiddeld aantal productieve uren per FTE 1.255 1.331
Ziekteverzuim 5,5% 6,22%
Eigenaarsdeel gemeenten/provincie 59%/41% 60%/40%

 

FTE 2023 realisatie 2024 realisatie
Primair proces - kernformatie 241 250
Primair proces - flexibele schil 31 30
Subtotaal Primair Proces 272 280
Bedrijfsvoering - kernformatie 53 57
Bedrijfsvoering - flexibele schil 5 6
Totaal Bedrijfsvoering 58 63
     
Totaal 331 343

De declarabiliteit heeft in de tweede helft van 2024 - na het aanbieden van de Tweede Bestuursrapportage en bijbehorende 3e Begrotingswijzing - een flinke vlucht genomen. Hierbij geldt dat de declarabiliteit per fte voor eigen medewerkers min of meer gelijk is aan de norm van 1.300 declarabele uren. De declarabiliteit van inhuurkrachten bedraagt 1.553 declarabele uren per fte.

De declarabiliteit per fte van eigen medewerkers wordt positief beïnvloed door een onderbesteding op concernuren (in totaal 9.500 uur); waarvan 6.100 uur bedoeld voor opleidingen. Deze ruimte wordt daarentegen te niet gedaan door een hoger verzuim dan begroot en een hogere opname van verlofuren.

Toelichting op de baten

Terug naar navigatie - Toelichting op de baten - Toelichting
Baten 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Programmadeel 1: Vergunningverlening, toezicht en handhaving 24.275 24.883
Programmadeel 2: Advies en Projecten 11.466 11.486
Programmadeel 3: Collectieve taken structureel 1.834 1.834
Programmadeel 4: Buiten werkprogramma 2.724 3.426
Programmadeel 4: Overige exploitatie 610 515
Specifieke uitkering Omgevingsdiensten 928 1.147
Subtotaal Baten 41.837 43.291
Overige baten 2024 begroting na wijzigingen 2024 realisatie
Diverse baten 0 71
Detacheringsinkomsten 45 42
Rentebaten 800 590
Vennootschapsbelasting 0 0
Subtotaal Overige baten 845 703

 

Specifieke uitkering Omgevingsdiensten

Terug naar navigatie - Toelichting op de baten - Specifieke uitkering Omgevingsdiensten

Vanuit het Rijk zijn twee specifieke uitkeringen toegekend. Dit betreffen het Interbestuurlijk Programma VTH (IBP) en de extra ondersteuning toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht (THE). Voor de (THE) regeling is conform de beschikking in 2024 een voorschot ontvangen. De opbrengst van de beide regelingen over 2024 bedraagt € 1.147.000 en is conform de bestedingen apart in het overzicht van de baten verantwoord. Het restant van de vooruit ontvangen bedragen staat op de balans opgenomen onder de ‘overlopende passiva’.

Overige baten

Terug naar navigatie - Toelichting op de baten - Overige baten

Diverse baten
Het saldo op de diverse baten betreft voornamelijk de opbrengst als gevolg van restitutie fee van Flex West-Brabant voor een bedrag van € 50.000.

Detacheringsopbrengsten
In de eerste maanden van 2024 is een medewerker gedetacheerd. 

Rentebaten
De OMWB heeft rentebaten ontvangen voor een bedrag van € 590.000.

Overzicht baten en lasten per taakveld 2024

Terug naar navigatie - Overzicht baten en lasten per taakveld 2024 - Toelichting
Baten en lasten per taakveld Baten Lasten
0. Bestuur en ondersteuning    
0.4 Overhead   11.441
0.5 Treasury 590  
0.8 Overige baten en lasten 113 20
0.9 Vennootschapsbelasting   2
0.10 Mutaties reserves   111
0.11 Resultaat van de rekening van baten en lasten   2.461
7. Volksgezondheid en milieu    
7.4 Milieubeheer 40.972 28.257
8.3 Wonen en bouwen 2.319 1.703
Totaal van de taakvelden 43.995 43.995

De lasten op taakveld 0.4 Overhead bedragen de lasten voor het bedrijfsvoeringsproces - niet zijnde het primaire proces - en corresponderen met de specificatie van de lasten in 'Het overzicht van baten en lasten'.

Publicatieverplichting op grond van de WNT

Bezoldiging topfunctionarissen met een dienstbetrekking en topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13de kalendermaand

Terug naar navigatie - Publicatieverplichting op grond van de WNT - Bezoldiging topfunctionarissen met een dienstbetrekking en topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13de kalendermaand

Van 01-01-2024 t/m 31-12-2024 heeft de heer Arbouw de functie van Directeur vervuld. Conform het delegatie-, mandaatbesluit en directiestatuut kent de Directeur een volledige, formele beslissingsbevoegdheid. Daarmee wordt de heer Arbouw als topfunctionaris (gedurende hierboven vermelde periode) in het kader van de WNT aangemerkt. De heer Arbouw heeft geen dienstbetrekking bij meerdere WNT-plichtige instelling(en) als  leidinggevende topfunctionaris (die zijn aangegaan met ingang van 1 januari 2018).

Er zijn geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2024 een bezoldiging boven het individueel toepasselijke drempelbedrag hebben ontvangen.

bedragen x € 1 Dhr. A. Arbouw
Functiegegevens Directeur
Aanvang en einde functievervulling in 2024 01/01 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 1,00
Dienstbetrekking? ja
Bezoldiging  
Beloning plus belastbare onkostenvergoeding € 150.876,54
Beloningen betaalbaar op termijn € 23.248,56
Subtotaal € 174.125,10
Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum € 233.000,00
-/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag N.v.t.
Totale bezoldiging 2024 € 174.125,10
Het bedrag van de overschrijding en de reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan N.v.t.
Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling N.v.t.
Gegevens 2023  
Functiegegevens Directeur
Aanvang en einde functievervulling in 2023 01/01 - 31/12
Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) 0,95
(Fictieve) dienstbetrekking? ja
Bezoldiging  
Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen € 130.704,80
Beloningen betaalbaar op termijn € 21.125,14
Subtotaal € 151.829,94
Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum € 211.850,00
Totale bezoldiging 2023 € 151.829,94

Topfunctionarissen met een bezoldiging van € 2.100 of minder

Terug naar navigatie - Publicatieverplichting op grond van de WNT - Topfunctionarissen met een bezoldiging van € 2.100 of minder

In de onderstaande tabel zijn de leden van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur weergegeven. Voor allen geldt dat zij deze bestuursfunctie onbezoldigd verrichten. Noch ontvangen zij een onkostenvergoeding van de OMWB. De functie is gedurende heel 2024 uitgeoefend, tenzij anders vermeld in de tabel. 

Terug naar navigatie - Publicatieverplichting op grond van de WNT - Tabel functionarissen van 1.800 of minder

 

  2024  
Naam topfunctionaris Functie Deelnemer
De heer P.F.G. Depla 

Voorzitter DB & AB

Gemeente Breda

De heer A-J Moerkerke

Lid DB & AB

Gemeente Moerdijk

De heer M. van Asten 

Lid DB & AB

Gemeente Tilburg

De heer M. Oudenhoven

Lid DB & AB

Provincie Noord-Brabant

Mevrouw H. van Aart - 1

Lid DB & AB

Gemeente Loon op Zand

De heer C. Machielsen

Lid DB & AB

Gemeente Gilze en Rijen

De heer H. Wierikx

Lid DB & AB

Gemeente Halderberge

De heer B. Scholtze - 2

Lid DB & AB

Gemeente Drimmelen

Mevrouw A. Hunnik

Lid AB

Gemeente Altena

De heer E. Daandels

Lid AB

Gemeente Alphen-Chaam

De heer H. van Tilborg

Lid AB

Gemeente Baarle-Nassau

De heer J. Pals - 3

Lid AB

Gemeente Bergen op Zoom

De heer J.P. Verroen - 4

Lid AB

Gemeente Bergen op Zoom

De heer K. de Jong - 5

Lid AB

Gemeente Dongen

Mevrouw A. van Eenennaam - 6

Lid AB

Gemeente Dongen

De heer G. de Weert

Lid AB

Gemeente Etten-Leur

Mevrouw M. Witte

Lid AB

Gemeente Geertruidenberg

Mevrouw L. Franssen

Lid AB

Gemeente Goirle

De heer J. van den Bosch

Lid AB

Gemeente Heusden

Mevrouw E. Langens - 7

Lid AB

Gemeente Hilvarenbeek

De heer Weys - 8 

Lid AB

Gemeente Hilvarenbeek

Mevrouw C. Noordergraaf - 9

Lid AB

Gemeente Hilvarenbeek

De heer L. Laros - 10

Lid AB

Gemeente Loon op Zand

De heer E. Logister

Lid AB

Gemeente Oisterwijk

De heer M. Buijs - 11

Lid AB

Gemeente Oosterhout

De heer F. Backhuijs - 12

Lid AB

Gemeente Oosterhout

Mevrouw K. Koenraad 

Lid AB

Gemeente Roosendaal

De heer M. Gijzen

Lid AB

Gemeente Rucphen

De heer K. Gommeren

Lid AB

Gemeente Steenbergen

Mevrouw S. Schuijffel

Lid AB

Gemeente Waalwijk

De heer Th. de Heer

Lid AB

Gemeente Woensdrecht

Mevrouw E. Kools-Hereijgers

Lid AB

Gemeente Zundert

1. Mevrouw H. van Aart wordt aangemerkt als topfunctionaris tot uiterlijk 1-9-2024 in verband met eerdere functie als lid DB & AB.
2. De heer B. Scholtze wordt aangemerkt als topfunctionaris vanaf 11-9-2024 in verband met aanstelling in functie als lid DB & AB.
3. De heer J. Pals wordt aangemerkt als topfunctionaris tot uiterlijk 1-2-2024 in verband met eerdere functie als lid AB.
4. De heer J.P. Verroen wordt aangemerkt als topfunctionaris vanaf 1-2-2024 in verband met aanstelling in functie als lid AB.
5. De heer K. de Jong  wordt aangemerkt als topfunctionaris tot uiterlijk 16-10-2024 in verband met eerdere functie als lid AB.
6. Mevrouw A. van Eenennaam wordt aangemerkt als topfunctionaris vanaf 4-12-2024 in verband met aanstelling in functie als lid AB.
7. Mevrouw E. Langens wordt aangemerkt als topfunctionaris tot uiterlijk 6-6-2024 in verband met eerdere functie als lid AB.
8. De heer Weys wordt aangemerkt als topfunctionaris vanaf 14-8-2024 tot uiterlijk 21-11-2024 in verband met eerdere aanstelling in functie als lid AB.
9. Mevrouw C. Noordengraaf  wordt aangemerkt als topfunctionaris vanaf 21-11-2024 in verband met aanstelling in functie als lid AB
10. De heer L. Laros wordt aangemerkt als topfunctionaris vanaf 10-09-2024 in verband met aanstelling in functie als lid AB
11. De heer M. Buijs wordt aangemerkt als topfunctionaris tot uiterlijk 18-06-2024 in verband met aanstelling in functie als lid AB
12. De heer F. Banckhuijs wordt aangemerkt als topfunctionaris vanaf 18-06-2024 in verband met aanstelling in functie als lid AB

Verantwoordingsinformatie Specifieke Uitkeringen (SiSa)

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverantwoording - Rechtmatigheidsverklaring

Verantwoordelijkheid Dagelijks Bestuur
De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het dagelijks bestuur toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door het algemeen bestuur vastgestelde kaders zoals de begroting, controleprotocol en verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door het algemeen bestuur op 12 december 2024 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht.

Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door het algemeen bestuur bepaald en bedraagt 1% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 414.000. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024.  

Het dagelijks bestuur stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag € 1,1 miljoen bedraagt. Dit is hoger dan de daarvoor gestelde grens van € 400.000. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het dagelijks bestuur overigens een bedrag van € 1,0 miljoen acceptabel op basis van door het algemeen bestuur vastgestelde afspraken.  

Begrotingscriterium bedrag x € 1 miljoen
1. Overschrijding op programma primair proces 1,0
Totaal begrotingsonrechtmatigheden 1,0
4. Totaal van de begrotingsonrechtmatigheden dat past binnen het vooraf vastgestelde beleid en daarmee vooraf als acceptabel is geduid. 1,0
Voorwaardencriterium  
5. Inkopen ten onrechte niet Europees aanbesteed.
Dit betreft een automatiseringscontract dat de primaire bedrijfsvoering raakt. Zie ook paragrafen; Bedrijfsvoering - plannen en resultaten.
0,1
M&O criterium  
6. Geen bevindingen.  
Totaal onrechtmatigheden  1,1
 Waarvan acceptabel 1,0
Waarvan niet acceptabel 0,1

In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de afspraken met het algemeen bestuur aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. In deze paragraaf heeft het dagelijks bestuur ook beschreven welke actie hij onderneemt om vermelde afwijkingen in de toekomst te voorkomen.