Financiële ontwikkelingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In dit hoofdstuk geven we een verdere toelichting op de financiële ontwikkelingen met bijbehorende baten en lasten, reserves, investeringen en het liquiditeitssaldo.

Programmabegroting

Terug naar navigatie - Programmabegroting

Zoals in de Inleiding en bestuurlijke samenvatting (Financiële ontwikkeling) verwoord, leidden recente ontwikkelingen ertoe dat op basis van de oorspronkelijke begroting een negatief resultaat wordt verwacht in de bandbreedte van € -1,8 miljoen en € -0,5 miljoen. Indien de tariefsaanpassing wordt gehanteerd zoals deze is voorgesteld in de 1e begrotingswijziging 2023, dan wordt voor 2023 een resultaat verwacht in de bandbreedte van € 0 neutraal en € 1,3 miljoen positief. In deze prognoses is rekening gehouden met een aantal risico’s en onzekerheden. Zo is het uiteindelijke jaarresultaat afhankelijk van de daadwerkelijke besteding van diverse kostenbudgetten en spelen de ontwikkelingen van de declarabiliteit een voorname rol. Voor meer onderbouwing en toelichting over de kostenbudgetten wordt allereerst verwezen naar de 1e begrotingswijzing 2023. Een verdere toelichting op deze budgetten volgt in hoofdstuk Financiële ontwikkelingen (Toelichting op de lasten).

Toelichting op de baten

Terug naar navigatie - Toelichting op de baten

De facturering van de voorschotten op het werkprogramma vindt op verschillende momenten plaats. Het eerste voorschot is op basis van de oorspronkelijke begroting 2023 in januari bij de deelnemers in rekening gebracht. Het tweede voorschot volgt in juli 2023. Een eventueel aanvullend voorschot wordt –na goedkeuring van de 1e begrotingswijziging- in oktober van 2023 verzonden. Voor de bijgestelde bijdragen per deelnemer wordt verwezen naar de bijlage in de 1e begrotingswijzing 2023. De aanvullende opdrachten buiten het werkprogramma worden op de reguliere wijze in rekening gebracht bij de (niet-)deelnemers.

Toelichting op de lasten

Terug naar navigatie - Toelichting op de lasten

Het over 2023 te verwachten uiteindelijke resultaat is mede afhankelijk van de besteding van een aantal specifieke budgetten. Met name die van de reiskosten, mobiliteitstrajecten, opleiding en vorming, organisatieontwikkeling, advieskosten (algemeen beheer) en onvoorzien spelen een bepalende rol. Hieronder volgt een nadere toelichting.

Reiskosten
Er is een nieuwe balans ontstaan tussen thuis en fysiek op kantoor werken (het zogeheten hybride werken). Als gevolg hiervan is er sprake van minder reisbewegingen en dus lagere reiskosten. Tegelijkertijd leidt deze beweging tot hogere thuiswerkvergoedingen. Op basis van de realisatie tot 1 mei 2023 wordt op het totaal van beide kostenposten vooralsnog een onderbesteding verwacht ten opzichte van zowel de oorspronkelijke als de voorgestelde aangepaste begroting 2023.

Overige personele kosten
Het mobiliteitsbudget is geïndexeerd op basis van de oorspronkelijke begroting 2022. Dit is in lijn met voorgaande jaren en bedraagt volgens de 1e begrotingswijziging afgerond € 300.000. Per peildatum 1 mei 2023 is er (nog) geen sprake van aanstaande trajecten.

Op basis van de realisatie tot 1 mei 2023 is er sprake van een onderbesteding op het opleidingsbudget ten opzichte van de (aangepaste) begroting 2023. Verwacht wordt dat in de tweede helft van 2023 op dit budget zal worden ingelopen, mede als gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024.

Op zowel de kosten van organisatieontwikkeling als op de advieskosten (onder Algemeen beheer) is per 1 mei 2023 sprake van een onderbesteding ten opzichte van de (aangepaste) begroting. Mogelijk wordt gedurende het resterende deel van 2023 ingelopen op dit budget. Bij de 2e Burap zal hierover nadere toelichting worden gegeven.

Onvoorzien
In de begroting is een bedrag van € 150.000 opgenomen voor ‘Onvoorzien’; per peildatum 1 mei zijn hiertegenover nog geen kosten verantwoord.

Toelichting op de Reserves

Terug naar navigatie - Toelichting op de Reserves

In de Inleiding en bestuurlijke samenvatting (Onttrekking reserves) is reeds vermeld dat er geen overheveling van budgetten vanuit de jaarrekening 2022 naar het boekjaar 2023 plaatsvindt.

In de AB-vergadering van 19 april 2023 is vastgesteld om het positieve jaarrekeningresultaat 2022 van € 583.000 uit te keren aan de deelnemers.

Vanuit de overgebleven middelen van de Provincie Noord-Brabant is vanuit de resultaatbestemming 2017 de ‘reserve meetstations’ gevormd. Deze bestemmingsreserve is ter continuering van de meetstations (het betreft investeringsintensieve locaties). Het saldo van de baten en de lasten van de meetstations komt tot uitdrukking in het overzicht van baten en lasten. Aan het einde van het jaar wordt dit saldo middels een toevoeging aan de bestemmingsreserve (bij een positief saldo), dan wel onttrekking aan de bestemmingsreserve (bij een negatief saldo), verwerkt. Het saldo van opbrengsten en kosten van de meetstations over 2022 bedroeg € 113.000 positief en is per jaareinde 2022 toegevoegd aan de reserve.

Investeringsprogramma

Terug naar navigatie - Investeringsprogramma

In 2023 wordt een aantal bedrijfsmiddelen opnieuw aangeschaft of vervangen. Daarnaast zijn we in het kader van een nog af te sluiten nieuwe overeenkomst, voornemens om te investeren in twee nieuwe meetstations. Het uitgangspunt is dat het dagelijks bestuur met het vaststellen van de 1e begrotingswijziging 2023 goedkeuring verleent aan de herziening 2023 zoals opgenomen in het onderstaande overzicht.

(Vervangings)investeringen (bedragen x € 1.000) Restant krediet 2022 Krediet 2023 Herziening 2023 Beschikbaar 2023 Afschrijving v.a. 2024
Vervanging wagenpark* 76 150 - 226 15
Communicatiemiddelen 6 - - 6 2
Huisvesting 141 40 - 181 18
Technische apparatuur 26 75 500 601 40
Automatisering 27 - - 27 5
Totaal 276 265 500 1.041 81

* aangezien het omgebouwde meetwagens betreft, worden deze (net als voorgaande jaren) in de activastaat verantwoord onder de technische apparatuur.

Liquiditeitssaldo

Terug naar navigatie - Liquiditeitssaldo

We zien dat een tijdige facturatie en inning van de facturen bijdraagt aan positieve saldi voor de liquide middelen. Zie onderstaande grafiek (inclusief prognose tot het einde van het jaar).

Toelichting: in de tabel van het liquiditeitssaldo op basis van de aangepaste begroting is het verloop van het saldo in grote lijnen gelijk aan die van het verloop van het saldo op basis van de oorspronkelijke begroting. Als gevolg van een aanvullend voorschot (die pas na goedkeuring van de 1e Begrotingswijziging wordt verzonden), vallen de saldi van de laatste maanden van 2023 echter hoger uit.