Paragrafen

Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft voor dat in de begroting en jaarrekening paragrafen worden opgenomen waarin de beleidslijnen zijn vastgelegd voor een aantal beheersmatige aspecten van de organisatie. De voor de OMWB van toepassing zijnde paragrafen zijn hierna opgenomen:

1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
2. Financiering
3. Bedrijfsvoering

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Conform het BBV is het verplicht om op basis van risico-inschatting een kwalificatie te geven van de omvang van het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen betreft de relatie tussen de risico’s waarvoor geen specifieke maatregelen zijn getroffen en de capaciteit van middelen en mogelijkheden die de OMWB heeft om niet-begrote kosten op te vangen (BBV artikel 11). Om te voorkomen dat bij niet-afgedekte risico’s ingrijpende (organisatie)wijzigingen noodzakelijk zijn, is een afdoende weerstandsvermogen voor de OMWB gewenst. Hoe groot die weerstandscapaciteit moet zijn, is afhankelijk van de risico-inschatting en de bereidheid van het Bestuur om deze risico’s al dan niet te lopen. De OMWB streeft een voldoende weerstandscapaciteit na, dat betekent een weerstandsratio tussen 1,0 en 1,4.

Normering weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Normering weerstandsvermogen

Voor de normering van het weerstandsvermogen in relatie tot de deelnemers heeft het Algemeen Bestuur besloten een model vast te stellen dat erop neerkomt dat 5% van het (begrotings-/jaarrekening-)totaal van de exploitatierekening wordt aangehouden als weerstandsvermogen. Daarbij wordt een onder- en een bovengrens gehanteerd van respectievelijk 4% en 6%. Binnen deze bandbreedte is het weerstandsvermogen toereikend vanuit de optiek van het Algemeen Bestuur.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

Risicobeheersing of risicomanagement is het effectief omgaan met de kansen en bedreigingen die de realisatie van de organisatiedoelstellingen kunnen beïnvloeden. Hiervoor is het van belang dat er een continu proces wordt ingericht van identificeren, prioriteren en beheersen van risico’s. De OMWB streeft ernaar risico’s zoveel als mogelijk te vermijden, verzekeringen ervoor af te sluiten of ze te ondervangen door beheersmaatregelen te treffen. In het kader van dit laatste stelt de OMWB een Intern Controleplan op, waaraan in het begrotingsjaar uitvoering wordt gegeven.

Geïdentificeerde risico’s
In de jaarrekening 2022 zijn de volgende risico’s geïdentificeerd:

Risico's Maximaal bedrag schade Kans op optreden risico Gewogen risico
4. Inhuur versus vast personeel 400.000 50% 200.000
5. Transitie mens en systeem 700.000 50% 350.000
6. Problematiek arbeidsmarkt 700.000 75% 525.000
9. COVID-19/bovenmatig verzuim 500.000 50% 250.000
11. Invoering Omgevingswet 1.000.000 40% 400.000
12. Kosteneffectiviteit 1.000.000 18% 180.000
Totaal 4.300.000   1.905.000

Toelichting op risico’s:

4. Inhuur versus vast personeel
In de begroting van de OMWB geldt als uitgangspunt dat in beginsel het eigen personeel de taken verricht. Het actieve wervingsbeleid (onder andere in samenwerking met de twee andere Brabantse omgevingsdiensten) heeft ertoe geleid dat de verhouding tussen vast personeel en inhuur beter in balans is gekomen. Aangezien de opdrachtportefeuille van de deelnemers aan de dienst afgelopen jaren rond de 340.000 declarabele uren op jaarbasis beweegt, heeft het management als lijn gekozen om de vaste formatie voor het primaire proces in de jaren 2021 en volgend verder uit te breiden naar een niveau van 240 fte. Aangezien het bijbehorende aantal declarabele uren ongeveer 324.000 bedraagt (m.i.v. 2023 310.000 uur als gevolg van verlaging van de declarabiliteitsnorm mede door de harmonisatie van verlofrechten), zijn we afhankelijk van de inhuur van derden voor de uitoefening van de taken. Deze externe inzet is duurder dan de uitvoering met eigen personeel, vandaar dat we dit opnemen in de risicotabel.

Maatregelen:
Dit risico is te ondervangen door aanname van eigen personeel. Sinds 2019 worden samen met de twee andere Brabantse omgevingsdiensten initiatieven ontplooid om onze positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Sindsdien heeft dit al tot het aannemen van een aantal nieuwe medewerkers geleid. De druk op het werven van eigen personeel blijft echter onverminderd groot.

5. Transitie mens en systeem
De aan onze organisatie en medewerkers gestelde eisen blijven snel veranderen. Dit is enerzijds gericht op de inhoud van het werk, anderzijds zien we dat ook andere (digitale) vaardigheden worden gevraagd. In de opleidingen wordt hier volop aandacht aan besteed zodat werknemers hun rol binnen de organisatie optimaal kunnen vervullen. De verwachting is dat dit niet in alle individuele gevallen gaat lukken. Daarnaast wordt verwacht dat de impact van de update van Squit 20/20 naar RX Mission groter is dan aanvankelijk is ingeschat. Het totale risico dat met bovenstaande samenhangt, wordt ingeschat op € 700.000 met een kans van maximaal 50%. Dit risico is € 200.000 hoger dan vorig jaar.

Maatregelen:
Het uitvoeren van een correct en zorgvuldig personeelsbeleid, waaronder een adequaat opleidingsprogramma. Daarnaast steeds verdere doorontwikkeling van organisatie en onderliggende systemen.

6. Problematiek arbeidsmarkt
In aanvulling op punt 4 wordt het volgende opgemerkt: omdat de vaste formatie nog niet op het juiste peil is, werkt de OMWB naast inhuur in toenemende mate ook met trainees en net afgestudeerden die de omgevingsdienst in dienst neemt. De OMWB gaat de jonge nieuwe collega’s ‘on the job’ opleiden in een periode van ongeveer twee jaar. In de eerste twee jaar zijn deze collega’s nog niet volledig declarabel (eerste jaar 950 uur, tweede jaar 1.150 uur, vanaf het derde jaar volledig declarabel, dat is met ingang van 2023 1.300 uur). De begeleiding verloopt via directe collegae van de dienst. In verband met deze noodzakelijke aanpak heeft de OMWB een tijdelijk productietekort in termen van declarabiliteit. Het maximale risico in verband hiermee is ongeveer € 700.000.

9. Bovenmatig verzuim
In de begroting van 2023 wordt gerekend met een verzuimpercentage van 5,5%. Het werkelijke percentage over 2022 bedraagt 6,3%. Het voortschrijdende verzuimpercentage per eind mei 2023 bedraagt 6,0%. Er is dus een dalende trend zichtbaar. Het blijft echter lastig te bepalen hoe het verzuimpercentage zich de komende periode ontwikkelt. Het verschil tussen het rekenpercentage en het werkelijke percentage wordt aangemerkt als risico en bedraagt afgerond € 265.000. De kans van optreden is hoger ingeschat en gaat van 50% naar 80%. Bij een kans van 80% betekent dit een gewogen risico van € 212.000.

11. Invoering Omgevingswet
Per 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. De invoering van de wet betekent een ingrijpende verandering voor de taakuitvoering. Ondanks gedegen voorbereidingen is de exacte impact van de invoering, ook financieel, nog onvoldoende duidelijk. Uit onderzoek van adviesbureau KokxDeVoogd naar het Integraal Financieel Beeld Stelselherziening Omgevingswet (zoals gepubliceerd op de website van Binnenlands Bestuur op 7 juni 2023), valt de Omgevingswet een miljard duurder uit. Een deel van deze kosten zal voor rekening van de OMWB komen. Hoe hoog deze kosten zullen zijn, is op dit moment nog lastig in te schatten. Gezien de grote onduidelijkheid die er nog heerst rondom de implementatie van de wet, is een risico-inschatting van circa 3% van de omzet gemaakt. De kans van optreden wordt nu hoger ingeschat en gaat van 40% naar 60%.

12. Kosteneffectiviteit
Volgend uit het kosteneffectiviteitsonderzoek is een intern besparingspotentieel van € 1,7 miljoen opgehaald. In de jaren 2022 tot en met 2024 zijn de verschillende maatregelen doorgevoerd in de begroting respectievelijk meerjarenraming. De afhankelijkheid van derden maakt een volledige realisatie van afzonderlijke maatregelen onzeker. Per jaareinde 2022 is reeds een bedrag van afgerond € 750.000 gerealiseerd; er resteert derhalve een maximaal schadebedrag van ongeveer 1 miljoen (€ 1,7 miljoen -/- € 750.000). Om tegemoet te komen aan het geraamde potentieel is 18% van de totale waarde als risico aangemerkt, per saldo € 180.000.

Op basis van het voorgaande en een actuele inschatting van de huidige risico’s is het eindbeeld voor de begroting 2024 als volgt:

Risico's Maximaal bedrag schade Kans op optreden risico Gewogen risico
4. Inhuur versus vast personeel 400.000 50% 200.000
5. Transitie mens en systeem 700.000 50% 350.000
6. Problematiek arbeidsmarkt 700.000 75% 525.000
9. Bovenmatig verzuim 265.000 80% 212.000
11. Invoering Omgevingswet 1.000.000 60% 600.000
12. Kosteneffectiviteit 1.000.000 18% 180.000
Totaal 4.065.000   2.067.000

In aanvulling op bovenstaande tabel blijft er aandacht voor de volgende twee zaken:

Bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet verschuift het bevoegd gezag voor bodem en ondergrond en de daaraan verbonden VTH-(basis)taken voor een groot deel van de provincie naar de gemeenten. Voor de begroting 2024 is van de impact hiervan op het werkprogramma van de OMWB een inschatting gemaakt en zijn bedragen opgenomen in de bijdrage van de deelnemers. Het is nog niet volledig duidelijk of deze bijdrage voldoende is om de kosten van de overgekomen taken volledig te dekken. In de 1e Burap 2024 wordt hier verder op in gegaan.

Afgelopen periode zijn de prijzen van olie en gas en bepaalde grondstoffen aanzienlijk gestegen en geldt een algemene stijging van prijzen van goederen en diensten. In de 1e begrotingswijziging 2023 is reeds een aantal aanpassingen doorgevoerd. Toekomstige ontwikkelingen blijven lastig in te schatten. Indien er aanleiding toe is, wordt dit bij de 1e begrotingswijziging 2024 verwerkt.

Beschikbaar weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Beschikbaar weerstandsvermogen

De weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve. De algemene reserve bedraagt ultimo 2022 € 2.092.000. Uitgaande van het actuele risicoprofiel van € 2.067.000 is de weerstandsratio 1,01. Dit wordt volgens de waarderingstabel van het Nederlands Adviesbureau Risicomanagement (NAR) gekwalificeerd als ‘voldoende’. In de jaarrekening 2022 bedroeg de weerstandsratio 1,10 (‘voldoende’).

Voor de normering van het weerstandsvermogen in relatie tot de deelnemers komt het weerstandsvermogen op 4,8% van het begrotingstotaal uit. Daarbij ligt het vermogen binnen de bandbreedte van 4% tot 6%.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting

Het BBV schrijft voor dat een aantal verplichte financiële kengetallen moet worden opgenomen. Doel daarvan is inzicht te geven in de financiële positie van de organisatie. De trend van de voor de OMWB relevante kengetallen wordt in onderstaande tabel weergegeven. 

Financiële kengetallen Jaarrekening 2022 Begroting 2023* Begroting 2024
Netto schuldquote -7,7% -4,4% -4,8%
Solvabiliteitsratio 47,1% 35,4% 35,9%
Structurele exploitatieruimte 1,8% 0,9% 0,1%

* dit betreft de 1e begrotingswijziging 2023


Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Hoe verder deze ratio onder de 1,0 ligt, hoe beter het is.

Solvabiliteit
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de OMWB in staat is aan de financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio geeft het aandeel van het eigen vermogen in het balanstotaal weer. Hoe hoger deze ratio, hoe groter de weerbaarheid van de organisatie.

Structurele exploitatieruimte
Door het zuiveren van de incidentele lasten en baten en de mutaties in reserves, ontstaat er een beeld van de mate waarin sprake is van een structureel sluitende begroting. De structurele lasten en baten worden in dit kengetal uitgedrukt als een percentage van de totale baten (voor mutaties reserves) van het betreffende jaar. Een positief percentage is wenselijk, aangezien dit betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken.

Onderlinge verhouding kengetallen
De solvabiliteitsratio zoals begroot voor 2024 is lager dan in de jaarrekening 2022 maar hoger dan de 1e begrotingswijziging 2023. De structurele exploitatieruimte zoals begroot voor 2024, is gedaald ten opzichte van de jaarrekening 2022 en de 1e begrotingswijziging 2023. Ten opzichte van de jaarrekening 2022 en de 1e begrotingswijziging 2023 vertonen de ratio’s een wisselend beeld; de overall conclusie is echter dat de balanspositie van de OMWB solide is.

Financiering

Terug naar navigatie - Toelichting

In aansluiting op de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is in het Besluit Begroting en Verantwoording neergelegd dat de financieringsparagraaf de beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille uiteenzet. De grondslag voor de aan de portefeuille verbonden Treasuryfunctie is vastgelegd in het Treasurystatuut. Het beheer van de OMWB is risicomijdend en mede gericht op het voldoen aan de renterisiconorm en de kasgeldlimiet.

Treasurybeleid
De doelstellingen van het treasurybeleid van de OMWB zijn:

  1. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
  2. het beschermen van vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, koersrisico’s, liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s;
  3. het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
  4. het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het Treasurystatuut.

Onder risico’s worden zowel renterisico’s (vaste schuld en vlottende schuld), kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s als valutarisico’s verstaan. Met betrekking tot risicobeheer geldt het volgende algemene uitgangspunt: “Bij het uitzetten of aantrekken van middelen worden de bepalingen zoals neergelegd in de Wet fido en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) in acht genomen.”

Renterisicobeheer

  1. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;
  2. de renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;
  3. nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitsplanning;
  4. de rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
  5. binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de OMWB naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen.

Met de inwerkingtreding van de Wet fido is de term ‘Renterisiconorm’ geïntroduceerd. De norm schrijft voor dat in enig jaar de aflossing van een langlopende schuld niet meer mag bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

De OMWB kent momenteel geen langlopende leningen en voldoet daarmee automatisch aan de norm. De huidige financieringspositie en dito -behoeften vanuit de investeringsbegroting geven thans geen verdere aanleiding tot aanwending van een dergelijke lening.

Kredietrisicobeheer
Met betrekking tot het kredietrisicobeheer geldt het uitgangspunt dat overtollige middelen op voorhand worden aangehouden in de schatkist.

Intern liquiditeitsbeheer
De OMWB beperkt zijn interne liquiditeitsrisico’s door zijn treasury-activiteiten te baseren op een adequate liquiditeitsplanning.

Valutarisicobeheer
Valutarisico’s worden door de OMWB uitgesloten. Leningen worden uitsluitend aangegaan of gegarandeerd in de Europese geldeenheid (de euro).

Kasgeldlimiet
Met de kasgeldlimiet stelt de Wet fido een norm voor het maximumbedrag voor de financiering van de bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar). De kasgeldlimiet voor gemeenschappelijke regelingen betreft 8,2% van het begrotingstotaal.

De kasgeldlimiet bedraagt € 3.553.000 voor de OMWB op basis van de begroting 2024. Aangezien het gemiddelde netto vlottende overschot aan financieringsmiddelen op € 9,5 miljoen wordt geschat, is de ruimte onder de kasgeldlimiet gelijk aan de kasgeldlimiet.

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf gaat in op de activiteiten van de afdeling bedrijfsvoering. Het reguliere werk van de afdeling zorgt voor goede financiële processen, goede HRM-processen, een goed functionerende ICT-omgeving, een communicatieve organisatie en een degelijke facilitaire ondersteuning. Daarnaast heeft de afdeling de beschikking over adviseurs die de organisatie adviseren op bedrijfsvoeringsthema’s. De OMWB kent een aantal (inhoudelijke) kernthema’s: de Omgevingswet, professionalisering, strategisch HRM, VTHKA-instrumentarium en verkenningen. De afdeling bedrijfsvoering heeft in deze programma’s en projecten veelal een ondersteunende rol. Enerzijds faciliterend, maar ook adviserend.

In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens stilgestaan bij de inbreng van bedrijfsvoering bij de kernthema’s, daarna worden er diverse andere ontwikkelingen beschreven. De afdeling bedrijfsvoering kent een aantal budgetten (personeel, ICT, facilitaire kosten en overig) die veelal voor het reguliere werk worden ingezet en de hoogte van de begroting is leidend voor de eventueel op te pakken activiteiten, tenzij er een (extra) impuls gevraagd wordt. 

Kernthema: Omgevingswet

Terug naar navigatie - Kernthema: Omgevingswet

De ingangsdatum van de Omgevingswet is 1 januari 2024. De ICT-technische kant van de intrede van de wet is van wezenlijke betekenis. Het Digitaal Stelstel Omgevingswet (DSO) moet vanaf de ingangsdatum operationeel zijn. De geluiden vanuit het land (adviseurs en ICT-partners) over de werking van het DSO zijn langzamerhand positiever van aard dan voorheen. De OMWB is in afwachting van verdere ontwikkelingen en heeft zich voor zijn deel goed voorbereid. Om gebruik te kunnen maken van deze landelijke voorziening moet het VTH-systeem van de OMWB aan het DSO gekoppeld worden. Op dit moment maakt de OMWB gebruik van Squit 20/20. De firma Visma/Roxit heeft naar aanleiding van aanhoudende technische problemen de applicatie vervangen door een opvolger: Rx Mission. De update van Squit 20/20 naar Rx Mission heeft naar verwachting in de tweede helft van 2023 plaatsgevonden. De inhoudelijke en financiële impact voor 2024 van de overgang naar Rx Mission is duidelijk en er zijn geen extra kosten meer te verwachten.

Kernthema: Professionalisering

Terug naar navigatie - Kernthema: Professionalisering

Dit kernthema valt uiteen in twee hoofdonderwerpen: het programma ‘Van goed naar beter’ en kwaliteitsmanagement.

In 2022 is in opdracht van het Algemeen Bestuur het programma ‘Van goed naar beter’ van start gegaan. Dit programma behelst het effectueren van het (financieel) potentieel dat resulteerde uit het onderzoek naar kosteneffectiviteit van december 2020. Het programma wordt in meerdere fasen uitgewerkt. In het faseplan van 2023 en 2024 worden de activiteiten en hun effecten in detail uitgewerkt. Hoofdactiviteiten in dit faseplan zijn: het borgen van procesmanagement in de organisatie, helder met elkaar definiëren wat kwaliteit is, meer aandacht geven aan de risicogerichte benadering, het aanpakken van verspilling en het verbeteren van de (digitale) samenwerking met deelnemers. De cumulatieve positieve financiële effecten van de activiteiten van het programma worden in het jaar 2024 ingeschat op € 400.000. 

Onze ambitie om de volgende kwaliteitsstap te zetten (excellente omgevingsdienst) komt onder meer tot uitdrukking in ons kwaliteitsmanagementsysteem dat we inrichten om zo voortdurend oog te hebben en houden voor het verbeteren van onze processen en producten. Denk hierbij aan het opzetten van klant- en leverancierstevredenheidsmetingen, het (structureel) houden van een medewerkertevredenheidsonderzoek, een opzet van risicomanagement en proces- en productkwaliteit. Het bestuur heeft structureel € 200.000 in de begroting laten opnemen voor de ontwikkeling van kwaliteitsmanagement. Dit is voor 2024 vooralsnog voldoende; dit dient ter dekking van de kosten van de programmamanager en (eventuele) out of pocket kosten.

In 2022 is de basis gelegd met een aanbevelingennotitie met richtinggevende uitspraken en heeft de aankoop van een ondersteunende applicatie (Arrix) plaatsgevonden. Deze applicatie is de basis van waaruit aan kwaliteitsverbetering gewerkt gaat worden, met name op de processen.

Voor 2024 staat een aantal zaken op de planning. Naast het gestructureerd borgen van processen (-kwaliteit) gaan we een vervolg geven aan de zogenaamde directiebeoordeling. Dit houdt in dat het kern MT op een gestructureerde wijze op basis van de PDCA cyclus driemaal per jaar gaat beoordelen of het kwaliteitsmanagementsysteem van OMWB geschikt, toereikend, en doeltreffend is om de strategische doelen te bereiken.

Daarnaast gaan we in 2024 een opzet maken voor een op een nader tijdstip te houden klanttevredenheidsonderzoek en een leveranciersbeoordeling. En we houden een medewerkertevredenheidsonderzoek, wat ook weer input geeft voor mogelijke veranderingen en/ of verbeteringen.

Kernthema: Strategisch HRM

Terug naar navigatie - Kernthema: Strategisch HRM

Het programma Strategisch HRM kent vier pijlers. Cultuur en leiderschap, recruitment, loopbaanontwikkeling en vitaliteit. Iedere pijler heeft deelprojecten, een eigen dynamiek en planning. De opbrengst van de diverse projecten moet uiteindelijk een positieve bijdrage leveren aan het imago van de OMWB als goede werkgever, voor toekomstige en huidige medewerkers.

Het jaar 2024 staat in het teken van het uitwerken. Het vitaliteitsbeleid is in 2023 vastgesteld en de diverse acties, waaronder het Periodiek Medisch Onderzoek (PMO), worden uitgerold. Daarnaast is het ziekteverzuim bij de OMWB hoger dan voorgaande jaren. Hoewel dit een landelijke trend is, ontslaat het ons niet van de verplichting om actief te sturen op verzuim. Er ligt een prima ziekteverzuimbeleid en het proces (WvP) en de systemen zijn efficiënt ingericht. Tegelijkertijd zijn er wellicht alternatieve instrumenten om het verzuim te verlagen. Voor 2024 (en eerder) gaan we in overleg met de bedrijfsarts en de adviseur ‘Arbo en verzuim’ om verzuim te beperken. Het Cultuur en Leiderschapstraject blijft doorlopen, maar zonder externe ondersteuning. Voor recruitment gaat de OMWB verder op de eerder ingezette koers. Denk hierbij aan de wervingscampagne ‘Kijk om je heen’ met de daarbij behorende middelen, het inzetten van job marketing en het opbouwen van contacten bij opleidingsinstanties. We verwachten dat de extra inzet van recruitment in 2023 leidt tot nog betere wervingsmogelijkheden in 2024. Om loopbaanontwikkeling te stimuleren zijn we in 2022 gestart met een traineeprogramma en een MD-traject. In 2024 willen we hier wellicht een vervolg aan geven. Tot slot investeren we in de ontwikkeling van zogenaamde loopbaanpaden waarmee we interne mobiliteit willen verbeteren.

Kernthema’s: VTHKA instrumenten en verkenningen

Terug naar navigatie - Kernthema’s: VTHKA instrumenten en verkenningen

De OMWB ontwikkelt en adviseert gezamenlijk met en voor deelnemers op inhoudelijke thema’s. De afdeling bedrijfsvoering ondersteunt deze inhoudelijke ontwikkelingen zoals ‘Kompas’, circulaire economie en ‘Zeer Zorgwekkende  Stoffen’ (ZZS). Dit doet de dienst door de juiste communicatiemiddelen in te zetten, informatie te vergaren en te ontsluiten en de juiste HR-instrumenten in te zetten.

Overige bedrijfsvoeringsonderwerpen

Terug naar navigatie - Overige bedrijfsvoeringsonderwerpen

Naast bovenstaande kernthema’s kent de afdeling bedrijfsvoering zijn eigen plannen en prioriteiten, veelal ingegeven door wijzigingen in wet- en regelgeving. Of vanuit een verbetering voor de uitvoering van de primaire en secundaire processen. De OMWB ziet voor 2024 dat de ontwikkelingen op het gebied van informatievoorziening elkaar blijven opvolgen.

Interbestuurlijk programma Versterking VTH-stelsel
In het landelijke coalitieakkoord is de volgende opdracht opgenomen: “We zorgen voor een schone en gezonde leefomgeving door het steviger aanpakken van milieucriminaliteit en milieurisico’s. Het rapport van de Adviescommissie Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (commissie Van Aartsen) wordt hierbij betrokken”. De afgelopen jaren zijn er al stappen gezet om het VTH-stelsel te verbeteren, maar de commissie Van Aartsen concludeert dat er verdere verbeteringen noodzakelijk zijn. Partijen willen een robuust VTH-stelsel waarmee de toezichthouders en handhavers, bestuurders en volksvertegenwoordigers en vergunningverleners uit de voeten kunnen. De hiervoor geformuleerde visie en ambitie vormen de inspiratiebron en het bestaansrecht van het programma IBP-VTH. Het programma is gestoeld op zes pijlers:

1. Robuuste omgevingsdiensten en financiering
2. Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving en vervolging
3. Informatievoorziening VTH
4. Kennisinfrastructuur en arbeidsmarkt
5. Onafhankelijke uitvoering van toezicht en handhaving
6. Monitoring kwaliteit milieutoezicht

De OMWB voorziet dat de uitwerking gevolgen gaat hebben voor het VTH-stelstel in het algemeen, maar ook voor de OMWB als organisatie. Voor bedrijfsvoering zal de nadruk liggen op de financiering (opgenomen in pijler 1), informatievoorziening (pijler 3), kennisinfrastructuur (opgenomen in pijler 4) en kwaliteit (visitaties, opgenomen in pijler 6). Op dit moment worden de plannen verder uitgewerkt. Naast het feit dat we als organisatie personele inbreng hebben in een tweetal pijlers laten we ons actief op de hoogte houden van de ontwikkelingen.

Informatievoorziening

Terug naar navigatie - Informatievoorziening

Informatiegestuurd werken/databeheer
In 2021 is gestart met de impuls Informatiegestuurd Werken (IGW). De ontwikkeling van IGW is een voortdurende factor van belang en vraagt in de komende jaren een investering in de ontwikkeling van de juiste kennis, competenties en (ICT-)structuren. Zonder een goede (data-)basis heeft datagedreven werken weinig kans van slagen. De komende periode staat daarom in het teken van het professionaliseren van het datamanagement. Hieronder verstaan we het scheppen van duidelijkheid over de definitie van datakwaliteit en de bijbehorende diverse verantwoordelijkheden en rollen rondom data. Daarnaast steken we voor 2024 in op samenwerking met andere partners, zoals omgevingsdiensten en andere samenwerkingsverbanden om te leren en data te delen, uiteraard binnen de grenzen van de privacywetgeving.

Robotic Process Automation (RPA)
RPA is software waarmee een virtuele robot werkzaamheden van medewerkers over kan nemen. Hiervoor automatiseert hij repetitieve, rule-based processen.

De OMWB is in 2021 gestart met een proef om te ervaren of RPA een kansrijke technologie is en toegevoegde waarde heeft voor de organisatie. Het uiteindelijke doel is het verlagen van de administratieve druk, het versnellen van de uitvoering van processen en het wegnemen van saai en eentonig werk. De proef is succesvol gebleken. Een tweetal processen is gerobotiseerd en de resultaten waren boven verwachting. Zodoende is besloten om een RPA-team op te richten. Voor 2024 hopen we het RPA-team volledig bezet te hebben en aan de slag te gaan met het verder robotiseren van processen. We moeten nog 25 processen inrichten en dus zijn we genoodzaakt om hierin te prioriteren. De potentie is in ieder geval groot en de business case is sluitend, er zijn geen extra middelen nodig.

Geo Informatie Systemen (GIS) en Document Management Systeem
De OMWB beschikt over een toenemende hoeveelheid data en informatie. Veelal data die externe partijen aanbieden, en er is een toenemende behoefte om dit op een toegankelijke manier te ontsluiten. Vrijwel alles wat de OMWB doet is te relateren aan een locatie op de kaart. Of het nou gaat om een geluidsmeting, een risicoberekening, een handhavingszaak, een milieuklacht of een verleende vergunning. Hierbij kan het gaan om een adres, een perceel, een gebouw, een ruimtelijk plan, een gemeente of bepaalde objecten in de omgeving zoals een weg, spoor, et cetera. De data die we vastleggen bij activiteiten van de OMWB, bijvoorbeeld de klachtenintake, het toezicht, vergunningverlening en metingen zijn vervolgens aan die locaties te koppelen. Hieraan gerelateerd is de behoefte om (omgevings-)dossiers beter toegankelijk te maken voor interne en externe belanghebbenden. Om dit te laten slagen moet zaakgericht werken een broodnodige impuls krijgen.

Beide ontwikkelingen worden in 2023 op basis van een tweetal adviezen van externe bureaus verder onderzocht en gaan in 2024 leiden tot implementatie(-s) van applicaties. In de IT-omgeving zullen deze applicaties als SAAS worden opgenomen, waardoor er met name sprake zal zijn van licentiekosten. De hiermee gemoeide kosten bedragen jaarlijks naar verwachting € 100.000. Dit bedrag wordt vanaf 2024 in de begroting opgenomen. 

Informatiebeveiliging
In het Europees Parlement is een voorstel aangenomen voor een verordening die strengere regels gaat vaststellen voor cyberbeveiligingsverplichtingen, risicobeheer, rapportageverplichtingen en het delen van informatie. De eisen hebben onder meer betrekking op incidentenbehandeling, beveiliging van de toeleveringsketen, encryptie en openbaarmaking van kwetsbaarheden. De nieuwe regels beschermen zogenaamde ‘belangrijke sectoren’, zoals postdiensten, afvalbeheer, chemicaliën, levensmiddelen, productie van medische apparatuur, elektronica, machines, motorvoertuigen en aanbieders van ICT-producten of -diensten. Alle middelgrote en grote ondernemingen in bepaalde sectoren gaan onder de wetgeving vallen. Zo veel mogelijk overheids- en openbare instanties moeten dan binnen het toepassingsgebied van de richtlijn vallen.

De OMWB heeft reeds als kapstok het informatiebeveiligingsbeleid laten vaststellen. In een informatiebeveiligingsplan worden in 2023 concrete maatregelen uitgewerkt. De vanuit Europa opgelegde regels krijgen hierin ook een plek. De impact van deze regelgeving is echter nog niet duidelijk en daarmee de eventuele financiële impact ook nog niet.

Huisvesting OMWB in Tilburg

Terug naar navigatie - Huisvesting OMWB in Tilburg

Het huurcontract voor het pand aan de Spoorlaan is per 1 januari 2023 verlengd. Tegelijkertijd liet de afgelopen periode zien dat hybride werken een vlucht heeft genomen. Uit enquêtes onder medewerkers van de OMWB blijkt dat zij in grote mate het thuiswerken waarderen en hiermee kan er een verschuiving plaatsvinden tussen het werken thuis en op kantoor. De praktijk laat zien dat er meer wordt thuisgewerkt. Er zal geïnvesteerd moeten worden in het hybride werken. Dit gegeven heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de invulling van de huisvesting. De verhuizing van de gemeente Tilburg heeft daarbij niet tot een versnelling van de plannen geleid. De verhuurder is vanwege de onzekere marktontwikkelingen voor kantoorpanden terughoudend met het ontwikkelen van het pand en daarbij behorende faciliteiten. Dit heeft consequenties voor de OMWB.

Allereerst ligt een mogelijke (contractuele) aanpassing van het aantal vierkante meters stil. Deze aanpassing vormt echter de basis voor de aanpassingen van onze werkplekken. Daarnaast vervallen na verhuizing van de gemeente Tilburg de huidige faciliteiten (schoonmaak, catering en receptiediensten). Op korte termijn worden door de verhuurder geen collectieve diensten voor catering, schoonmaak of receptiediensten meer aangeboden. Dit betekent dat deze diensten apart ingekocht moeten worden. De financiële gevolgen daarvan worden in de loop van 2023 duidelijk.

Wet open overheid (Woo)

Terug naar navigatie - Inleiding

Per 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) ingegaan. De Woo is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en regelt het recht van burgers op informatie van de overheid. Zo krijgt iedereen meer inzicht in het handelen van de overheid.

Het beleid van de OMWB is dat wij uiteraard die onderdelen van de wet die zijn ingegaan, uitvoeren. De OMWB heeft daarom een Woo contactpersoon aangesteld. In de praktijk is er voor de OMWB nog niet heel veel veranderd.
Woo verzoeken hebben veelal betrekking op inhoudelijke zaken en worden, net als voorheen de WOB verzoeken, afgehandeld door de juristen in het primaire proces.