Financiële ontwikkelingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen - Inleiding

In dit hoofdstuk geven we een verdere toelichting op de financiële ontwikkelingen met betrekking tot baten en lasten, reserves, investeringen en het liquiditeitssaldo.

Met de huidige inzichten (peildatum 1 mei) verwachten we per jaareinde een positief resultaat van € 2.139.000. 

Omschrijving Bedrag
Lagere VTH baten - € 936.000
Hogere Overige baten  + € 137.000
Totale mutatie baten - € 799.000
Lagere lasten Primair proces  + € 2.603.000
Lagere lasten Bedrijfsvoering + € 135.000
Totale mutatie lasten + € 2.738.000
Onttrekking reserves + € 200.000
Resultaat + € 2.139.000

In navolgende onderdelen volgt een nadere uiteenzetting van bovenstaande mutaties.

Toelichting op de VTH-baten

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen - Toelichting op de VTH-baten

Werkprogramma
De facturering van de voorschotten op het werkprogramma vindt op verschillende momenten plaats. Deelnemers ontvingen in januari de rekening van het eerste voorschot, op basis van de oorspronkelijke begroting 2025. Het tweede voorschot volgt in juli 2025. 

In de eerste begrotingswijziging hielden we rekening met een voor het werkprogramma benodigde personele capaciteit. De mate van realisatie van het werkprogramma is enerzijds afhankelijk van de vraag of de bezetting volledig mogelijk is met de begrote personele capaciteit. Naast het feit dat er in de komende periode een aantal nieuwe medewerkers starten, werven we actief om de capaciteit op het gewenste niveau te krijgen. Anderzijds is de realisatie van het werkprogramma (met name Programma 2) afhankelijk van de vraag vanuit de deelnemers. We zien in de eerste maanden dat de vraag naar verzoektaken achterblijft. 

Op basis van de eerste 4 maanden van 2025 verwachten we voor heel 2025 een lagere VTH-omzet van € 936.000 ten opzichte van de eerste begrotingswijziging 2025. Deze onderschrijding wordt veroorzaakt door de volgende elementen:

Omschrijving Bedrag
Vacatureruimte - € 1.260.000
Nacalculatorisch tariefsverschil + € 451.000
Kosten onderzoek en analyse - € 772.000
'Nieuwe' baten (Subsidie Robuustheid en SSIB) + € 645.000
Totaal - € 936.000

Vacatureruimte
Zoals bij de 'Inleiding en bestuurlijke samenvatting' vermeld, verwachten we een declarabiliteit over het hele jaar van 376.000 uren (1.300 uur per fte). Afgezet tegen de begrote declarabele uren volgens het werkprogramma (393.000 in totaal en 1.295 per fte) leidt dit tot een onderschrijding op VTH-baten van circa € 1,26 miljoen. 

Binnen de onderdelen van het werkprogramma zien we een verschuiving van Programma 3 'Collectieve taken' naar Programma 1 'Vergunningverlening, toezicht en handhaving'. De verwachting is dat deze verschuiving lopende het begrotingsjaar (deels) teniet wordt gedaan. Op Programma 2 'Advies en projecten' verwachten we een onderschrijding; veroorzaakt door het (nog) niet effectueren van opdrachten door deelnemers in combinatie met een verschuiving naar Programma 4 'Buiten werkprogramma'.   

Het verschil tussen de verwachte (376.000 uur) en de begrote declarabele uren (393.000), zijnde 17.000 uur, wordt primair veroorzaakt door vacatureruimte (18 fte; 23.000 uur). Deze wordt veroorzaakt door het niet invullen van vacatures (6 fte), opvangen van verloop en later in het jaar invullen van vacatures (gemiddeld 10 fte) en een lagere omvang van het dienstverband dan begroot (2 fte). 

De huidige personele bezetting kent een licht hogere declarabiliteit (1.300 uur realisatie versus 1.295 uur begroot); wat in totaal neerkomt op circa 1.500 declarabele uren. Het restant (4.500 declarabele uren) wordt ingevuld door uitbesteed werk via resultaatverplichtingen. Als gevolg van de Wet DBA zijn sommige inhuurcontracten vanuit een inspanningsverplichting omgezet naar een resultaatverplichting.  

Nacalculatorisch tariefsverschil
Het nacalculatorisch uurtarief over de eerste 4 maanden valt met € 117,95 hoger uit dan begroot (€ 116,75). Dit heeft een positief effect van € 451.000 tot gevolg.  Het verschil tussen het nacalculatorische en begrote uurtarief wordt mede veroorzaakt doordat in het begrote tarief geen rekening wordt gehouden met de opslag van 30% voor werkzaamheden verricht buiten kantoortijden. 

Kosten onderzoek en analyse
Dit betreft uitbestede werkzaamheden voor 'Onderzoek en analyse' die rechtstreeks doorbelast worden. De werkzaamheden kennen een sterk vraag gestuurd karakter en zijn lastig te voorspellen.    

‘Nieuwe’ baten (Subsidie Robuustheid en SSIB)
Voor de jaren 2025 en 2026 ontvangt de dienst een subsidie voor robuustheid (€ 245.000) van het ministerie van IenW. De toezegging voor de subsidie is reeds ontvangen. De dienst is nog in afwachting op de beschikking, de gelden en de voorwaarden verbonden aan de subsidie. Vooralsnog zijn de gelden volledig toegerekend aan het begrotingsjaar 2025. Zodra er duidelijkheid is vanuit de voorwaarden over de verdeling over de twee begrotingsjaren, zal een aansluitende correctie doorgevoerd worden. Op advies van de externe accountant worden de opbrengsten verbonden aan SSIB (€ 400.000) vanaf dit boekjaar verwerkt onder de baten. De uitvoering van dit programma valt onder de verantwoordelijkheid van collega-omgevingsdienst ODBN. De kosten die door de ODBN bij ons in rekening gebracht worden, zijn verantwoord onder de kosten. 

Inzet apparatenbeheer
Vanaf 2025 worden kosten in rekening gebracht indien meetapparatuur benodigd is voor de uit te voeren werkzaamheden. Tot 1 mei is voor circa € 11.500 omzet gerealiseerd. Deze omzet wordt vooralsnog verantwoord onder Programma 4. 

Toelichting op de Overige baten

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen - Toelichting op de Overige baten

De 'Overige baten' nemen naar verwachting toe met € 137.000. 

Omschrijving Bedrag
Diverse baten + € 77.000
Detacheringsinkomsten + € 60.000
Totaal  + € 137.000

Diverse baten
Op de buitengewone baten wordt een voordeel van € 77.000 verwacht. Voornamelijk door een incidenteel ontvangen transitievergoeding. 

Detacheringsinkomsten
In 2025 zijn een aantal detacheringsovereenkomsten afgesloten met een verwachte opbrengst van € 60.000. Dit betreffen met name detacheringstrajecten tot aan het einde van het jaar.   

Toelichting op de lasten

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen - Toelichting op de lasten

Het over 2025 te verwachten uiteindelijke resultaat is mede afhankelijk van de besteding van een aantal specifieke budgetten. Met name die van salarissen en inhuur van derden. Per peildatum (1 mei 2025) wordt voor heel 2025 een voordeel van € 2.738.000 verwacht op de lasten. 

Lasten  Bedrag Bedrag
Lonen en salarissen   + € 3.431.000
- Lagere indexering  + € 900.000  
- Vacatureruimte + € 2.531.000  
Personeel niet in loondienst   - € 662.000
Overige materiële kosten   - € 30.000
Totale lasten   + € 2.738.000

Hieronder volgt een nadere toelichting op de verschillende onderdelen.

Lonen en salarissen & Personeel niet in loondienst
De lagere verwachte kosten voor 'lonen en salarissen' van € 3.431.000 worden primair veroorzaakt door een lagere toegepaste indexering en vacatureruimte. Hier staat een hogere besteding van € 662.000 op het budget voor 'Personeel niet in loondienst' tegenover.
 
Lagere indexering
In de eerste begrotingswijziging 2025 is gerekend met een indexering van de loonvoet van 4,7% volgens de Macro-economische verkenningen op basis van de septembercirculaire 2024. Actuele indices van Macro-economische verkenningen zijn ten tijde van het opstellen van deze eerste bestuursrapportage nog niet beschikbaar. De onderhandelende partijen hebben inmiddels een voorlopig akkoord bereikt voor de Cao SGO 2025-2027. In dit akkoord is een gemiddelde loonstijging van 1,96% over 2025 (2% per 1 april en 1,85% per 1 oktober) voorzien. Hoewel het onderhandelingsakkoord nog aan ledenraadplegingen onderhevig is, gaan wij omwille van begrotingsrechtmatigheid ervan uit dat de huidige voorstellen als zodanig worden overgenomen. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van het budget voor 'lonen en salarissen' van € 900.000 (€ 700.000 Primair proces en € 200.000 Bedrijfsvoering). Bij de tweede bestuursrapportage zullen we, indien nodig, een verdere actualisatie doorvoeren.       

Vacatureruimte
De besteding van de salariskosten voor het Primair proces hangt samen met de mate van invulling van de benodigde capaciteit voor het behalen van het werkprogramma. Op basis van de personele capaciteit over de eerste 4 maanden van 2025 aangevuld met verwachte invulling van vacatureruimte in het vervolg van het jaar, betekent dit voor het Primair proces lagere kosten van lonen en salarissen van € 2,1 miljoen. De (tijdelijke) inhuur van capaciteit leidt voor het Primair proces tot hogere kosten van € 550.000. Per saldo dus € 1,55 miljoen lagere personele kosten (ca. 18 fte) die gerelateerd zijn aan de omzet. Deze lagere kosten houden mede verband met het nog niet effectueren van beschikbare budgetten door deelnemers.  

Bedrijfsvoering kent een vacatureruimte ter waarde van € 410.000 (3,5 fte). Daarnaast is extra inhuur noodzakelijk voor de opvang van ziekte binnen het cluster Communicatie en de uitvoering van implementatieprojecten binnen het cluster Informatievoorziening. In totaal bedragen de inhuurkosten € 115.000. Per saldo bedragen de hogere personele lasten naar verwachting € 295.000.

Overige materiële kosten
Er heeft een actualisatie van de overige kostenposten plaatsgevonden. Naar aanleiding hiervan zijn enkele budgetten bijgesteld.  

Omschrijving Bedrag
Opleidingskosten - € 50.000
Overige personele kosten - € 60.000
Huisvesting en facilitaire kosten + € 64.000
Algemeen beheer - € 306.000
Laboratoriumkosten  + € 322.000
Totaal - € 30.000

Opleidingskosten
Vanuit de resultaatbestemming 2024 is een budget van € 50.000 overgeheveld voor Opleidingstrajecten Omgevingsdienst NL. 

Overige personele kosten
Vanuit de resultaatbestemming 2024 is een budget van € 50.000 overgeheveld voor de initiële uitrol van het Medewerker bevlogenheidsonderzoek.  Daarnaast is het budget voor werkkleding verhoogd met € 10.000 voor de aanschaf van werkkleding voor nieuwe medewerkers. 

Huisvesting en facilitaire kosten
Vanaf 2025 worden de huur- en servicekosten exclusief btw gefactureerd. Het budget is hierdoor naar beneden bijgesteld met € 64.000; welke is overgeheveld naar het budget van advieskosten (‘Algemeen beheer’) voor advies inzake huisvesting. 

Automatisering
Vanuit de resultaatbestemming 2024 is een budget van € 100.000 overgeheveld voor de implementatie van een GIS/GEO applicatie. Van dit budget is € 30.000 overgeheveld naar het budget voor rechtskundige bijstand onder ‘Algemeen beheer’ voor de dekking van proceskosten. Het budget voor licenties is naar beneden bijgesteld met € 70.000 op basis van actuele prijsontwikkelingen en lagere indexaties. Per saldo zijn de begrote automatiseringskosten gelijk aan de 1e begrotingswijziging 2025. 

Algemeen beheer
De voornaamste ontwikkelingen binnen dit budget betreffen:

  • Advieskosten is met € 261.000  naar boven bijgesteld, bestaande uit € 200.000 betrekking hebbend op Omgevingsdossiers, € 64.000 is overgeheveld vanuit 'Huisvesting en facilitaire kosten'. Resteert een marginale bijstelling naar beneden van € 3.000; 
  • Contributies, abonnementen en vakliteratuur is naar boven bijgesteld met € 15.000 voor de contributie voor Mindlabs;
  • Rechtskundige bijstand is naar boven bijgesteld met € 30.000 voor proceskosten GIS/GEO. Dit budget is overgeheveld vanuit ‘Automatisering’. 

Overige kosten
Het budget voor Laboratoriumkosten is bijgesteld op basis van de realisatie in de eerste 4 maanden van 2025 en verwachte ontwikkelingen. Deze bijstelling heeft een kostenneutraal effect, omdat deze rechtstreeks worden doorbelast aan de opdrachtgevers. 
Zoals vermeld bij de 'Toelichting op de baten' worden op advies van de externe accountant de opbrengsten verbonden aan SSIB (€ 400.000) vanaf dit boekjaar verwerkt onder de baten. De uitvoering van dit programma valt onder de verantwoordelijkheid van collega-omgevingsdienst ODBN. De kosten die door de ODBN bij ons in rekening gebracht worden, zijn verantwoord onder de 'Overige kosten'. 

Samenvattend betekent dit voor Primair proces lagere lasten van € 2.603.000, voornamelijk bestaande uit: indexatievoordeel (€ 700.000), vacatureruimte (circa. € 2.100.000), hogere personeel niet in loondienst (-/- € 550.000) en de overige kosten (laboratoriumkosten en SSIB voor een bedrag van € 322.000). Voor Bedrijfsvoering betekent dit lagere lasten van € 135.000, voornamelijk bestaande uit: lagere indexatie (€ 200.000), vacatureruimte (€ 410.000), Personeel niet in loondienst (-/- €  115.000), en de overige kosten ‘opleidingskosten’ ( -/- € 50.000), ‘overige personele kosten’ ( -/- € 60.000), ‘huisvestiging & facilitaire kosten’ ( € 64.000) en ‘algemeen beheer’ ( -/- € 306.000). 

Toelichting op de Reserves

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen - Toelichting op de Reserves

Budgetoverheveling jaarrekening 2024
In het hoofdstuk 'Inleiding en bestuurlijke samenvatting' is reeds vermeld dat er budgetten zijn overgeheveld vanuit de resultaatbestemming 2024 naar het boekjaar 2025, in totaal € 200.000 bestaande uit € 100.000 voor de implementatie van GIS/GEO, € 50.000 toevoeging aan het 'Opleidingsbudget' en ophoging van het budget voor 'Overige personele kosten' met € 50.000 voor de initiële uitrol van  het medewerker bevlogenheidsonderzoek.

Investeringsprogramma

Terug naar navigatie - Financiële ontwikkelingen - Investeringsprogramma

Het opnieuw aanschaffen of vervangen van een aantal bedrijfsmiddelen vindt plaats in 2025.  In onderstaand overzicht staan de voorgenomen investeringen:

(Vervangings)investeringen (bedragen x € 1.000) Restant krediet 2024 Krediet 2025 Herziening 2025 Beschikbaar 2025 Afschrijving v.a. 2026
Vervanging wagenpark* 220 - 50 270 38
Communicatiemiddelen 15 - 285 300 100
Huisvesting 135 2.000 - 2.135 200
Technische apparatuur 266 - - 266 53
Automatisering 35 - 472 507 101
Werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen - - 80 80 27
Totaal 671 2.000 887 3.558 519

* Aangezien het omgebouwde meetwagens betreft, worden deze (net als voorgaande jaren) in de activastaat verantwoord onder de technische apparatuur.