Programmaverantwoording

Inleiding

Terug naar navigatie - Programmaverantwoording - Inleiding

In deze paragraaf zullen we eerst kijken naar de voortgang van de werkplannen 2025. In de maandelijkse accountgesprekken wordt per deelnemer de voortgang besproken en wordt er bijgestuurd indien nodig of gewenst. In deze Burap wordt gekeken naar de totale werkprogramma's. 

Werkplannen 2025

Terug naar navigatie - Programmaverantwoording - Werkplannen 2025

Voor 2025 verwachten we een werkpakket van ongeveer 393.000 uur. Het totaal aantal declarabele uren over de eerste vier maanden van 2025 ligt in lijn met de norm (per fte) en bedraagt afgerond 1.300 uur.  Of we de wettelijke basistaken (Programma 1) en de zogenoemde verzoektaken (Programma 2) volledig volgens de werkplannen 2025 uitvoeren is mede afhankelijk van de daadwerkelijke invulling van de begrote personele capaciteit en de opdrachten die we krijgen binnen P2.

Het programma P1 loopt gemiddeld iets voor op schema. Voor vergunningverlening is dit een jaarlijks terugkerende trend. In het werkprogramma wordt over het algemeen uitgegaan van de gemiddelde realisatie van de afgelopen 3 jaar. Door de stijgende lijn in het werk is de realisatie altijd een aantal procent hoger. Ook bij Toezicht lopen we wat voor de op planning. Dit wordt veroorzaakt door een lager ziekteverzuim de eerste maanden en door minder opname van verlof dan verwacht. Ook worden wat provinciale taken later dit jaar opgepakt waardoor er iets meer capaciteit kan worden ingezet op de gemeentelijke taken. De verwachting is dat dit in het tweede deel van het jaar weer zal schuiven waardoor we zullen eindigen op de oorspronkelijke planning. 

We zien dat we achterblijven bij de realisatie van het programma P2. Elk jaar blijken deelnemers voor de zekerheid ruim op te nemen binnen dit programma voor het geval het nodig is, waardoor er in de praktijk minder aanvragen binnen komen dan gepland. Bij Water lopen we iets achter omdat er opdrachten blijven liggen gezien de beperkte bezetting. We verwachten de achterstand, mede door succesvolle werving, in 2025 in te lopen. 

Ook bij Toezicht blijft het programma P2 wat achter. Eenvoudige controles laten we bewust liggen voor het inwerkprogramma van nieuwe medewerkers later dit jaar. De uren zullen dan worden ingelopen. Verder blijkt circa 20% van de niet-basistaak controles toch een basistaak te zijn. De daaruit volgende hercontroles komen dan ten laste van P1 en niet zoals verwacht bij P2.    

Op basis van de huidige bezetting verwachten we een aantal declarabele uren van ongeveer 376.000. 

Gezondheid

Terug naar navigatie - Programmaverantwoording - Gezondheid

Naar aanleiding van casussen als Tata Steel en Chemours neemt de belangstelling voor het voorkomen van gezondheidsschade bij inwoners toe. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) publiceerde in april 2023 het rapport ‘Industrie en omwonenden’. De OvV concludeert dat verbetering op meerdere vlakken noodzakelijk is voor de bescherming van de gezondheid van omwonenden. Het Rijk nam de aanbevelingen uit het OvV-rapport op in de Actieagenda Industrie en Omwonenden. In de Actieagenda speelt intensiever en preciezer meten van industriële emissies een grote rol, vooral gericht op de concentraties op leefniveau. De GGD kan op basis van deze gegevens een uitspraak doen over de gezondheidsrisico’s voor omwonenden. De OMWB levert met haar kennis van metingen een essentiële bijdrage aan deze acties. De dienst gaat momenteel na wat de impact is van deze ontwikkelingen voor de inzet van metingen in de OMWB-regio.

Stikstof

Terug naar navigatie - Programmaverantwoording - Stikstof

Met ingang van de Omgevingswet is de aanhaakplicht komen te vervallen. Dit houdt in dat het niet meer verplicht is om tegelijkertijd met een melding/vergunningaanvraag een stikstofonderzoek in te dienen. Indienen mag ook separaat. Hierdoor ziet de OMWB  een terugloop in ingediende stikstofberekeningen. Daarnaast zijn stikstofdepositieberekeningen niet meer verplicht bij bouwaanvragen, waardoor ook het aantal gemeentelijke verzoeken om berekeningen te controleren afneemt.

Na de jurisprudentie van 18 december 2024, legde de provincie Noord-Brabant naast vergunningverlening natuur voor extern salderen ook de vergunningverlening natuur voor intern salderen stil. Ook hierdoor neemt het aantal te controleren stikstofdepositieberekeningen af. Er blijven wel controles van deze berekeningen plaatsvinden, bijvoorbeeld in het kader van planvorming (RO), toezicht en milieueffectrapportages.

Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)

Terug naar navigatie - Programmaverantwoording - Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS)

In december 2024 schreef de OMWB de relevante afvalverwerkers aan om een VRP voor ZZS aan te leveren. Men kreeg hiervoor een ruime termijn van circa 3 maanden. Bedrijven blijken hier echter moeite mee te hebben, we ontvingen veel vragen, vaak de opmerking dat het voor hen niet van toepassing is, of verzoeken om uitstel.  We verwachten dat we hierdoor het project niet kunnen afronden in 2025 en voorzien een uitloop in 2026. Hiervan hebben we de provincie op de hoogte gesteld en binnenkort bespreken we de kwestie nader. 

Energietransitie

Terug naar navigatie - Programmaverantwoording - Energietransitie

De uitvoering van de basistaak energietoezicht blijkt een effectief instrument om het energiegebruik bij bedrijven te verminderen en te verduurzamen. In aanvulling op de budgetten in het werkprogramma ontvangt de OMWB tot en met 2026 voor deze taak extra budget vanuit het Rijk. De capaciteit voor energietoezicht breidde in 2025 verder uit met circa 3 fte.   

Per 1 juli 2025 start de uitvoering van het toezicht op het ‘Besluit CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit’.  Elke gemeente nam deze nieuwe basistaak op in het werkprogramma 2025. 

Een conceptvisie op de rol van de OMWB bij de energietransitie gaat o.a. in op kennisontwikkeling, samenwerking en procesverbetering. Zowel bij vergunningverlening als bij ruimtelijke planvorming worden waterstof en duurzame energie steeds belangrijker. We leverden een bijdrage aan een onderzoek naar barrières bij de realisatie van duurzame energie en we denken mee over de ontwikkeling van 'PGS-light' in relatie tot de energietransitie. 

Het ministerie van EZK startte in 2022 het maatwerktraject verduurzaming industrie op. Doel is om met de 20 grootste uitstoters van CO2 afspraken te maken om tot versnelde emissiereductie te komen om de doelen voor 2030 van het Klimaatakkoord te halen. Naast CO2-reductie worden zo veel mogelijk meekoppelkansen benut, met name reductie van stikstofemissies. Om de uitvoeringscapaciteit bij de omgevingsdiensten te stimuleren is er een tijdelijke impuls vanuit het Rijk. De OMWB werkt mee en geeft advies in het voortraject van de maatwerkaanpak, voert vergunning werkzaamheden in integrale casusteams uit en neemt deel in de landelijke expertpool. Helaas gaat het proces van het afspraken maken tussen ministerie en bedrijven erg traag. 

Stallendeadline
De stallendeadline is sinds 1 juli 2024 een feit. De volgende diercategorieën moeten dan voldoen aan de verscherpte Brabantse stal-eisen uit de Omgevingsverordening:

  • varkens
  • pluimvee
  • geiten
  • konijnen 

Een tweede groep bedrijven welke per 1 juli 2026 moet voldoen aan de verscherpte eisen uit de Brabantse Omgevingsverordening betreft de volgende diergroepen:

  • melkvee
  • vrouwelijk jongvee
  • vleeskalveren

Twee gerechtelijke uitspraken vormen een hindernis voor ondernemers om te kunnen voldoen aan de strengere stal-eisen in Brabant, namelijk de uitspraak dat voor elk stalsysteem een passende beoordeling nodig is gezien de onbetrouwbare emissiefactoren en de uitspraak intern salderen. Dit leidde ertoe dat alle vergunningverlening voor wat betreft natuur stilviel. Het is niet mogelijk stalsystemen aan te leggen, noch vergunningen te verkrijgen waarmee een ondernemer kan voldoen aan de stallendeadline. Voor toezicht is het momenteel nog onduidelijk welke kant de provincie hiermee op wil. 

Hierdoor vindt momenteel (vooralsnog) geen toezicht noch handhaving plaats op de stallendeadline, tot er beleidsmatige duidelijkheid is.  

Dashboard veehouderij
2025 staat in het teken van onderhoud. Samen met de twee andere Brabantse omgevingsdiensten (ODBN en ODZOB) kijken we naar de vragenopbouw in de Digitale Checklist (DC) - de grootste bron voor vulling van het Dashboard. Kloppen alle vragen nog? Komen er bruikbare antwoorden uit? Moeten we andere vragen opstellen? Welke ontwikkelingen zien wij?
Deze input gebruiken we om de DC aan te passen en, daarmee, uiteindelijk het Dashboard. 

Na aanpassing van de vragen van de DC bekijken we het Dashboard. Hierbij vragen we een selectie gemeenten uit over het gebruik van het Dashboard. 

Ook herijken we de Brabantbreed afgestemde risicoprioritering . We komen tot een andere risicoscore met andere indicatoren, die moeten leiden tot een evenwichtige afweging voor het programmeren van toezicht.

Kaderrichtlijn Water (KRW)

Terug naar navigatie - Programmaverantwoording - Kaderrichtlijn Water (KRW)

De waterkwaliteit in Nederland vormt al geruime tijd een aandachtspunt, vooral in gebieden als de provincie Noord-Brabant waar de waterkwaliteit niet op orde is. Schoon water is essentieel voor een gezonde leefomgeving, drinkwater, landbouw, natuur en industrie. De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) benadrukt de noodzaak om de waterkwaliteit te verbeteren en richt zich op het realiseren en behouden van chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlakte- en grondwater. Uiterlijk in 2027 moeten de EU-lidstaten de 'goede watertoestand' bereiken, wat ingrijpende maatregelen vereist om de belasting van oppervlaktewater en grondwater te verminderen. De industrie (stoffen), landbouw (mest en gewasbeschermingsmiddelen) en rioolwaterzuivering (stoffen en nutriënten) vormen de belangrijkste bronnen van vervuiling.

De OMWB speelt de komende jaren een belangrijke rol in het behalen van de KRW-doelen, met een sterke focus op indirecte lozingen. De dienst werkt hierbij actief samen met de waterschappen en Rijkswaterstaat. In initiatieven zoals de KRW-impuls Brabant en de Schone Maaswaterketen werken verschillende overheden, omgevingsdiensten en het bedrijfsleven samen om de KRW-doelen in 2027 te behalen.

In samenwerking met de provincie Noord-Brabant en gemeenten zorgen we voor het KRW-proof maken van vergunningen voor bedrijven die indirect afvalwater op de riolering lozen. In 2025 ontwikkelen we een systematiek om deze bedrijven te prioriteren en in 2026 starten we met het toezicht op bedrijven waarvan de indirecte lozing vermoedelijk niet aan de vereisten voldoet, met als doel de lozingen te reduceren.

Verder gaat de OMWB de samenwerking met waterschappen versterken, kennis uitbreiden, en het aantal reguliere toezichtscontroles op indirecte lozingen verhogen. Dit alles ondersteund door een vergrote capaciteit en kennis binnen de OMWB en meer inzet op bemonstering van afvalwater. Door capaciteitsverschuiving gaan we meer aandacht geven aan het wateronderdeel en zorgen we ervoor dat we de waterkwaliteit binnen Brabant beschermen en verbeteren.

Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV)

Terug naar navigatie - Programmaverantwoording - Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV)

De OMWB is op dit moment een van de drie omgevingsdiensten in Nederland die actief werkt aan AADV. Uitrol over Nederland vindt momenteel plaats. In 2025 startte het omzetten van de eerste vergunningen naar DIGI-V, een onderdeel van AADV. Er zijn geen afwijkingen ten opzichte van de gekregen opdracht op dit onderdeel.