Voor u ligt de Eerste Bestuursrapportage 2025 (hierna: Burap). De grondslag voor deze Burap vormen de financiële afwikkeling van de jaarrekening 2024, de ontwikkelingen rondom de vastgestelde werkprogramma’s voor 2025, de eerste begrotingswijzing 2025, de begroting 2026 en de exploitatieontwikkeling met peildatum 1 mei 2025. Deze rapportage vormt na de kaderbrief en de begroting het derde product uit de Planning & Control-cyclus van boekjaar 2025.
Inleiding en bestuurlijke samenvatting
Ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Inleiding en bestuurlijke samenvatting - OntwikkelingenResultaatverwachting 2025
Op basis van de realisatiecijfers tot en met april 2025 is een prognose van het te verwachten resultaat opgesteld indien de situatie over de eerste 4 maanden zich ongewijzigd voortzet gedurende de rest van 2025. Met de huidige inzichten verwachten we per jaareinde een positief resultaat van € 2.139.000. Dit positieve resultaat wordt voor een groot gedeelte veroorzaakt een verschil tussen de gehanteerde indices in de Eerste Begrotingswijziging en de CAO 2025-2027, een positief prijsverschil, een iets hogere declarabiliteit en een aantal baten en lasten, die afwijken van de Eerste begrotingswijziging. In onderstaande tabel is de financiële impact van deze elementen voor de verschillende rubrieken inzichtelijk gemaakt. Bij de 2e Burap 2025 zullen we de situatie opnieuw beoordelen en informeren we u verder.
Verwacht resultaat volgens 1e begrotingswijziging | 0 |
Lagere VTH baten | - € 936.000 |
Hogere Overige baten | + € 137.000 |
Totale mutatie baten | - € 799.000 |
Lagere lasten Primair proces | + € 2.603.000 |
Lagere lasten Bedrijfsvoering | + € 135.000 |
Totale mutatie lasten | + € 2.738.000 |
Onttrekking reserves | + € 200.000 |
Resultaat | + € 2.139.000 |
* Positief bedrag is voordeel, negatief is nadeel.
Hieronder volgen de belangrijkste ontwikkelingen.
Lagere VTH baten
Voor het behalen van het werkprogramma (393.000 uur) is zowel de daadwerkelijke invulling van de benodigde personele capaciteit als het behalen van de declarabiliteit per fte (1.295 uur) en de effectuering van opdrachten uit het werkprogramma bepalend. Voor wat betreft de personele capaciteit is te melden dat mede door de inzet van de nieuwe recruiter in de eerste maanden van 2025 27 nieuwe collegae zijn geworven. Ondanks dit resultaat staan ten opzichte van de benodigde personele capaciteit afgeleid van de werkprogramma's nog 18 functies vacant. Daadwerkelijke invulling van de vacatures houdt deels verband met het (nog) niet effectueren van opdrachten door de deelnemers binnen Programma 2. Op basis van de eerste vier maanden verwachten we een declarabiliteit over het hele jaar van 376.000 uren (1.300 uur per fte).
Hogere Overige baten
Dit betreffen éénmalige baten volgend uit een incidenteel ontvangen transitievergoeding en opbrengsten volgend uit detachering.
Lagere lasten Primair proces
De lagere kosten voor het primair proces houden verband met lagere kosten voor 'lonen en salarissen' als gevolg van bijstelling van de toegepaste indexering (€ 700.000) en vacatureruimte (€ 2.1 miljoen). Hier staat een hogere besteding van € 550.000 op het budget voor 'Personeel niet in loondienst' tegenover. De materiële kosten vallen naar verwachting € 322.000 lager uit. Per saldo een neerwaartse kosten bijstelling van € 2,6 miljoen.
Lagere lasten Bedrijfsvoering
De lagere kosten binnen Bedrijfsvoering houden verband met lagere kosten voor 'lonen en salarissen' als gevolg van bijstelling van de toegepaste indexering (€ 200.000) en het (nog) niet invullen van vacatureruimte (€ 410.000). Hier staat een hogere besteding van € 115.000 op het budget voor 'Personeel niet in loondienst' tegenover. De materiële kosten vallen naar verwachting € 352.000 hoger uit. Per saldo een neerwaartse kosten bijstelling van circa € 135.000.
Onttrekking reserves
Vanuit de resultaatbestemming 2024 is in totaal een budget van € 200.000 overgeheveld naar 2025; bestaande uit € 100.000 voor de implementatie van GIS/GEO, € 50.000 toevoeging aan het 'Opleidingsbudget' en ophoging van het budget voor 'Overige personele kosten' met € 50.000 voor de initiële uitrol van het medewerker bevlogenheidsonderzoek.
In de 2e Burap 2025 informeren we u verder over de diverse ontwikkelingen.
Onttrekking reserves
Terug naar navigatie - Inleiding en bestuurlijke samenvatting - Onttrekking reservesVanuit de resultaatbestemming 2024 zijn de volgende budgetten overgeheveld naar het boekjaar 2025:
- Medewerker bevlogenheidsonderzoek (verantwoord onder 'Overige personele kosten'): € 50.000
- Opleidingstrajecten Omgevingsdienst NL (verantwoord onder 'Opleidingskosten'); € 50.000
- Implementatie GIS/GEO applicatie (verantwoord onder 'Automatiseringskosten'): € 100.000.
Zie ook de 'Toelichting op de Reserves' onder de paragraaf 'Financiële ontwikkelingen'.