Inleiding en bestuurlijke samenvatting

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voor u ligt de Eerste Bestuursrapportage 2024 (hierna: Burap). De grondslag voor deze Burap vormen de financiële afwikkeling van de jaarrekening 2023, de ontwikkelingen rondom de vastgestelde werkprogramma’s voor 2024, de 2e begrotingswijziging 2024, de begroting 2025 en de exploitatieontwikkeling met peildatum 1 mei 2024. Deze rapportage vormt na de kaderbrief en de begroting het derde product uit de Planning & Control-cyclus van boekjaar 2024.

Het eerste kwartaal van 2024 stond in het teken van de invoering van de Omgevingswet. Als Omgevingsdienst hadden we ons daarop al lang voorbereid. Toch was vooraf moeilijk in te schatten hoe deze transitie zou verlopen, en hoe het Digitaal Systeem Omgevingswet (DSO) zich zou houden.  De transitie was extra uitdagend voor de OMWB, aangezien we het jaar ervoor (begin oktober) net waren overgegaan op het nieuwe VTH-informatiesysteem RxMission. Als we terugkijken, is de invoering van de Omgevingswet en de ingebruikname van het DSO over het algemeen vlot verlopen. Zoals verwacht waren er ook onderwerpen waarvoor aanpassing of afstemming nodig was. En natuurlijk kost de invoering van omvangrijke nieuwe wetgeving de eerste maanden extra tijd en capaciteit. Alles is nieuw en moet juridisch uitgezocht worden.

We zijn tevreden over waar we nu staan. Op grond van het eerste kwartaal is de verwachting dat we dit jaar de werkprogramma’s grotendeels kunnen uitvoeren en financieel goed uitkomen. En we zien vanuit de arbeidsmarkt veel animo om bij de Omgevingsdienst te komen werken. 

De OMWB ligt op koers, we blijven alert en houden aandacht voor wendbaarheid.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Hieronder volgen de belangrijkste ontwikkelingen.

Declarabiliteit in relatie tot het werkprogramma
In de eerste maanden van 2024 is zowel de jaarrekening 2023 als de begroting 2025 opgesteld. Hierop heeft een actualisatie van de kostenbudgetten voor 2024 plaatsgevonden, die met de 2e begrotingswijziging is doorgevoerd. Op basis van de werkprogramma’s 2024 zijn de opbrengsten opgenomen en is de benodigde personele capaciteit bepaald. 

Voor het behalen van het werkprogramma is zowel de daadwerkelijke invulling van de benodigde personele capaciteit als het behalen van de declarabiliteit per fte (declarabiliteitsnorm) bepalend. Voor wat betreft de personele capaciteit is te melden dat nog niet alle vacatureruimte is ingevuld en dat een aantal functies zijn ingevuld door mensen met minder ervaring die nog moeten worden ingewerkt. Hierdoor lopen we op dit moment iets achter op de planning. De komende maanden treedt echter al een groot aantal nieuwe medewerkers in dienst. Daarnaast bouwen we voort op de eerder ingezette koers en worden nieuwe initiatieven ontplooid om de gewenste bezetting op peil te krijgen. 

Met betrekking tot de declarabiliteit speelt het volgende. In de begroting 2024 wordt gerekend met een declarabiliteitsnorm van 1.300 uur per fte. De daadwerkelijke declarabiliteit per fte over de eerste vier maanden van 2024 ligt in lijn met deze norm. Doordat komende maanden een groot aantal nieuwe medewerkers start die niet direct declarabel zijn en bovendien door eigen medewerkers worden ingewerkt, verwachten we in deze periode dan ook een piek in het aantal inwerkuren. Het daadwerkelijke aantal uren dat daarvoor nodig is, zal afhangen van het werkelijk aantal indiensttredingen en de mate waarin inwerken nodig blijkt. Dit is vooralsnog lastig te bepalen. 

Daarnaast bedraagt het voortschrijdende verzuimpercentage 5,7% per eind april 2024, waar het streefpercentage 5,5% bedraagt. Het gemiddelde percentage van 2024 tot en met april bedraagt 6,8%. Aangezien de werkelijke percentages hoger zijn dan het streefpercentage van 5,5% en dus een negatief effect hebben op de declarabiliteit, zetten we daarop beleid en bijbehorende instrumenten intensiever in en houden we deze ontwikkeling nauwlettend in de gaten. 

Tenslotte verwachten we dat de inwerkingtreding van de Omgevingswet zorgt voor een extra urenbesteding aan zaken.

Door de te nemen maatregelen verwachten we dat de declarabiliteitsnorm over heel 2024 op de norm van 1.300 uur zal uitkomen en dat (als gevolg van de vele indiensttredingen) er zal worden ingelopen op het werkprogramma. Per jaareinde wordt dan ook verwacht dat de gerealiseerde uren op het niveau van de 2e begrotingswijziging zullen uitkomen. In de 2e Burap 2024 zullen we hier verder op ingaan.

Resultaatverwachting 2024
De werkelijke uitkomst van bovenstaande ontwikkelingen is momenteel nog lastig in te schatten. Daarom is op basis van de realisatiecijfers tot en met april 2024 een prognose van het te verwachten resultaat opgesteld indien de situatie over de eerste 4 maanden zich ongewijzigd zou voortzetten gedurende de rest van 2024. Dat is in onderstaande tabel inzichtelijk gemaakt. Zoals te zien is, wordt ook in dat geval een resultaat verwacht dat op de nullijn uitkomt; een begrotingswijziging is daarom nu niet nodig. Bij de 2e Burap 2024 zullen we de situatie opnieuw beoordelen en gaan we hier nader op in.  Voor een verdere toelichting op onderstaande bedragen wordt verwezen naar de toelichting in paragraaf 'Financiële ontwikkelingen'.

Verwacht reultaat bij ongewijzigde situatie per peildatum - ten opzichte van de 2e begrotingswijziging Bedrag*
Omzet -2.300.000
Laboratoriumkosten en kosten milieumetingen 900.000
Saldo lagere omzet van uren -1.400.000
Kosten van lonen & salarissen primair proces 2.200.000
Kosten inhuur van derden primair proces -1.100.000
Saldo kosten van personeel primair proces 1.100.000
Rentebaten 500.000
Kosten inhuur van derden bedrijfsvoering -400.000
Onvoorzien 150.000
Diversen - niet materieel 50.000
Resultaat 0

* Positief bedrag is voordeel, negatief is nadeel.

Onttrekking reserves

Terug naar navigatie - Onttrekking reserves

Er zijn geen budgetten vanuit de jaarrekening 2023 naar het boekjaar 2024 overgeheveld. Zie ook 'toelichting op de reserves' onder de paragraaf 'Financiële ontwikkelingen'.