In dit hoofdstuk volgt een nadere toelichting op de werkplannen 2023 en beleidsmatige ontwikkelingen.
Programmaverantwoording
Werkplannen 2023
Terug naar navigatie - Werkplannen 2023Zoals reeds in de 1e Burap vermeld, is de verwachting voor 2023 dat we de wettelijke basistaken (Programma 1) en de zogenoemde verzoektaken (Programma 2) niet volledig volgens de werkplannen 2023 gaan uitvoeren. Verzoektaken worden in de regel niet conform het werkprogramma uitgevoerd; in de praktijk ontvangen we als OMWB minder opdrachten dan er vooraf wordt opgenomen. Op het taakveld Ruimtelijk Ordening geldt echter dat een inname stop is afgekondigd, aangezien de vraag de beschikbare capaciteit is ontstegen. Momenteel wordt hierop weer ingelopen, maar voor de rest van het jaar moeten prioriteiten worden gesteld. Voor het totale werkprogramma wordt over geheel 2023 een aantal declarabele uren van ongeveer 335.000 verwacht, met een bandbreedte van 5.000 uur (dit aantal komt op hoofdlijnen overeen met de gerealiseerde uren in het boekjaar 2022 (332.000), 2021 (334.000) en 2020 (331.000 uur)).
Een dempend effect op de declarabele uren is met name het hoge aantal interne uren (met name inwerken nieuw personeel en individuele opleidingen). Daarnaast is niet het gehele jaar voldoende geschikt personeel beschikbaar om plannen volledig te kunnen uitvoeren. In aantallen is de bezetting goed op orde, maar de nieuwe medewerkers zijn niet direct inzetbaar en de ervaren mensen leveren een bijdrage aan het inwerken van de nieuwe medewerkers. Voor een aantal specialistische functies, zoals bijvoorbeeld senior Vergunningverlener is het lastig om geschikt personeel te werven.
Beleidsmatige ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Beleidsmatige ontwikkelingenOmgevingswet
Terug naar navigatie - OmgevingswetOp 1 januari 2024 wordt de Omgevingswet van kracht. De OMWB bereidt zich maximaal voor op de komst van deze nieuwe wet. De Omgevingswet vraagt om een integrale aanpak. Om deze integrale aanpak te kunnen realiseren is samenwerking in de regio tussen de gemeenten, provincie en diverse ketenpartners (waterschap, VR, GGD en OMWB) noodzakelijk. De samenwerking is nog niet optimaal en zal ook de komende jaren nog aandacht vragen. In de werkprogramma’s van de eigenaren is budget opgenomen om de eigenaren bij te staan bij de implementatie van de Omgevingswet. Tot op heden wordt er minder gebruik van gemaakt dan in eerste instantie werd verwacht. Hieraan liggen de volgende redenen ten grondslag:
- De gemeenten krijgen meer tijd (3 jaar extra) voor het opstellen en vaststellen van de Omgevingsvisie (2027) en Omgevingsplan (2032). De implementatie van de Omgevingswet vraagt zoveel capaciteit dat veel overheden nog niet of slechts de eerste stappen hebben gezet tot opstellen van deze omgevingsdocumenten;
- het opstellen van de omgevingsdocumenten wordt door de gemeenten opgedragen aan een externe partij, waarbij de OMWB slechts beperkt wordt betrokken.
Het belang van de OMWB is dat de beschikbare data die de OMWB beheert, wordt betrokken bij het opstellen van de omgevingsdocumenten en dat de opgestelde omgevingsdocumenten handhaafbaar zijn. De OMWB heeft aandacht gevraagd over de rol die de OMWB kan/wil spelen bij het opstellen van de omgevingsdocumenten.
Mogelijk dat de uitputting van de programma’s zal toenemen door in de regio gezamenlijk de communicatie richting de bedrijven op te pakken. Hierin zal de OMWB ook participeren. Het Rijk heeft aangegeven dat men vanaf 5 oktober 2023 een communicatiecampagne start over de Omgevingswet. Deze informatie zal naar verwachting slechts algemeen van aard zijn.
Daarnaast verwacht de OMWB in het laatste kwartaal een toename van het aantal aanvragen voor een omgevingsvergunning (milieu). Overeenkomstig met de implementatie destijds van de Wabo, worden in de laatste maanden in de aanloop naar nieuwe wetgeving over het algemeen meer aanvragen ingediend. Hiervoor zijn twee redenen aan te wijzen. Op de eerste plaats weten de bedrijven met de Wabo waar men aan toe is, dus geen verrassingen vanwege nieuwe wetgeving. Op de tweede plaats biedt de Omgevingswet de mogelijkheid om milieuleges te heffen. Door de aanvraag nog dit jaar in te dienen, wordt voorkomen dat leges moeten worden betaald.
Ontwikkelingen binnen VTH
Terug naar navigatie - Ontwikkelingen binnen VTHVergunningverlening, (keten)toezicht en handhaving zijn onze kernactiviteiten. Als uitvoeringsorganisatie gaat ook in 2023 onze aandacht primair uit naar de uitvoering van deze taken. Hieronder worden de diverse ontwikkelingen hieromtrent kort toegelicht.
Vergunningverlening - Vergunning verlenen met stikstofproblematiek
Door een GS-besluit uit november 2022 is de vergunningverlening voor aanvragen met stikstofeffecten op Natura 2000-gebieden voorlopig stil komen te liggen. Deze ligt stil totdat de benodigde aanvullende maatregelen geborgd en de effecten ervan voldoende zeker zijn. Projecten waarbij geen sprake is van (een toename van) stikstofdepositie op de betreffende Natura 2000-gebieden, kunnen wel worden uitgevoerd. Het GS-besluit heeft gevolgen voor aanvragen uit onder andere de industrie, ruimtelijke ordening en bouw, maar ook zeker voor de agrarische vergunningverlening. Bij iedere Wabo-vergunningprocedure dient beoordeeld te worden of hiervoor ook een natuurtoestemming nodig is, voornamelijk voor aanvragen waarbij emissiearme stalsystemen zijn betrokken. Gezien de ontwikkelingen hadden we voor de agrarische vergunningverlening een stagnatie verwacht in het aantal aanvragen. In de praktijk blijkt dit echter mee te vallen. Er worden iets minder nieuwe procedures ingediend, maar meldingen, intrekkingen en OBM’s Omgevingsvergunning Beperkte Milieutoets) blijven gewoon in dezelfde hoeveelheden binnenkomen. Daarnaast zijn we veel in overleg met initiatiefnemers/adviseurs over de mogelijkheden die er wél zijn. We zien ook veel procedures waarbij de Wnb-aanvraag (Wet natuurbescherming) losgekoppeld wordt van de gehele aanvraag.
Er zijn handelingsperspectieven opgesteld voor zowel agrarische als industriële vergunningverlening voor intern gebruik bij omgevingsdiensten. Het doel hiervan is enerzijds om medewerkers inzicht te geven in de problematiek en de beoordelingsruimte die zij hebben. Maar vooral ook om zoveel mogelijk uniformiteit te creëren tussen de beoordelingen van stikstofonderzoek bij de Brabantse omgevingsdiensten in het licht van de elkaar snel opvolgende wijzigingen in de stikstofregelgeving.
Toezicht – Capaciteit en voortgang
Binnen toezicht is het afgelopen jaar met succes een groot aantal starters zonder ervaring in het werk aangenomen. Deze starters zijn ‘on the job’ begeleid en ingewerkt door ervaren toezichthouders. Dit heeft als gevolg dat er een dip is geweest in de voortgang van de uitvoeringsprogramma’s. Dit heeft er wel toe geleid dat de starters binnen korte tijd nagenoeg volledig declarabel kunnen werken. De toezichtteams zijn momenteel vrijwel op volledige sterkte.
Bij toezicht lopen we momenteel ver voor op de verwachte uitputting voor de niet-basistaken maar lopen we achter op de basistaken. Dit is mede het gevolg van het eerdergenoemde aantal starters dat dit jaar is begonnen bij toezicht. In het kader van het inwerken zijn zij gestart met het uitvoeren van de (eenvoudige) controles bij niet-basistaken en hierbij zijn zij begeleid door de ervaren toezichthouders. Door de planners van toezicht wordt nu bijgestuurd om de uitputting van de niet-basistaken te temperen en toezicht op de basistaken te prioriteren. Door een aantal maatregelen en individuele sturing tracht toezicht voor de basistaken aan het eind van het jaar tot een uitputting te komen van circa 90%. De voortgang van de toezichtprogramma’s wordt maandelijks in de accountgesprekken met de betreffende deelnemer besproken.
Ontwikkelingen binnen de klachtenregeling - Milieuklachten
De OMWB voert de klachtenregeling uit voor de deelnemers. De afgelopen jaren zien we een forse toename in het aantal milieuklachten. Industrielawaai, horecageluid en evenementengeluid zijn categorieën waarbinnen de afgelopen jaren de meeste meldingen binnenkomen. De drempel om via internet een melding te doen is laag (aandeel van deze meldingen neemt toe); daarnaast blijft uiteraard ook de mogelijkheid tot het telefonisch melden bij de MilieuKlachtenCentrale. Als gevolg van die meldingen neemt ook het aantal toezichtsbezoeken van klachtendienstmedewerkers toe om de situatie te beoordelen. Het geheel brengt onvermijdelijk ook een stijging van de kosten voor de deelnemers met zich mee.
Vanaf eind 2023 gaat de OMWB werken met een nieuw systeem voor de registratie van milieuklachten omdat het huidige registratiesysteem ‘S@men’ niet meer wordt ondersteund. Hiervoor is in 2022-2023 een aanbesteding doorlopen, samen met de twee andere Brabantse omgevingsdiensten en RUD Zeeland. Inmiddels is de aanbesteding afgerond en is de opdracht gegund aan de firma Solid Digital. Medio oktober 2023 is de livegang van het nieuwe systeem gepland.
Naast het klachtensysteem is ervoor gekozen om de website www.milieuklachtencentrale.nl te vernieuwen. Deze zal gelijktijdig met het nieuwe klachtensysteem live gaan.
Energie en Klimaat
Terug naar navigatie - Energie en KlimaatHet jaar 2023 staat in het teken van veel wijzigingen in de wet- en regelgeving over energiebesparing bij bedrijven. Per 1 juli is het toezicht op en de handhaving van de energiebesparingsplicht voor bedrijven toegevoegd aan het basistakenpakket van de omgevingsdiensten. Ook is de energiebesparingsplicht aangescherpt en is de onderzoeksplicht voor zeer grote energiegebruikers in werking getreden. Tevens is de doelgroep van de regelgeving uitgebreid met de zogeheten ETS-bedrijven, de vergunningsplichtige bedrijven en bedrijven in de glastuinbouw. Er is een nieuwe Erkende Maatregellijst beschikbaar en bedrijven moeten voor 1 december 2023 voor de tweede keer voldoen aan de informatieplicht energiebesparing. Ook is per 1 januari 2023 de energielabel C-verplichting voor kantoren in werking getreden. De meeste gemeenten hebben ons opgedragen om het toezicht op deze verplichting uit te voeren.
Verder zijn we betrokken bij de maatwerkafspraken over verduurzaming die het Rijk maakt met de twintig grootste energiegebruikers in Nederland en bij de ontwikkelingen rond waterstof. Alle wijzigingen en ontwikkelingen zorgen voor een forse taakverzwaring van de OMWB. Om de gewijzigde wet- en regelgeving te implementeren, werken we intensief samen met andere omgevingsdiensten zowel op provinciaal als landelijk niveau.
Om het energietoezicht te intensiveren ontvangt de OMWB voor de periode 2022-2026 € 4,6 miljoen euro van het Rijk. Voorwaarde is dat het budget dat door gemeenten en provincie voor deze taken in de werkprogramma’s wordt ingebracht, niet afneemt. De verwachting is dat de ingebrachte budgetten van gemeenten en provincie aan het eind van 2023 volledig zullen zijn besteed. Om het extra budget te besteden wordt in 2023 fors ingezet op uitbreiding van de gespecialiseerde energietoezichtcapaciteit en het opleiden van (nieuwe) collega’s.
Sinds eind 2022 is deze toezichtcapaciteit met circa 4 fte uitgebreid en een verdere uitbreiding wordt verwacht. Om het toezicht informatiegestuurd uit te voeren en te rapporteren over de gerealiseerde CO2- reductie, bouwt de OMWB data op en zijn dashboards ontwikkeld die voortdurend worden verbeterd. Tevens voert de OMWB in 2023 een verkenning uit naar de huidige en potentiële taken die verband houden met de energietransitie en wordt de interne samenwerking op dit taakveld verder versterkt. Doel is om de deelnemers optimaal te ondersteunen bij hun energie- en klimaatambities.
Stikstof
Naast stikstofadvisering rondom de VTH-taken ziet de OMWB de afgelopen jaren een toenemende vraag in stikstofadvies voor bouw en ruimtelijke ordening (RO) op de zogenaamde verzoektaken. Bij ruimtelijke plannen en het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, hebben gemeentes immers de plicht om af te wegen of er significante (stikstof)effecten kunnen optreden in Natura 2000- gebieden. Steeds meer gemeentes maken gebruik van de kennis die de OMWB op dit thema heeft opgebouwd. De complexiteit van het dossier door jurisprudentie, steeds wijzigende beleidslijnen en het feit dat stikstof vaak wordt aangehaald in bezwaar- en beroepsprocedures, maken alleen al dat het prettig kan zijn om een sparringpartner te hebben op dit dossier. Een aantal gemeentes heeft daarnaast gebruik gemaakt van het aanbod van de OMWB om een gemeentebreed stikstofonderzoek voor woningbouw uit te voeren. Dit gemeentebreed stikstofonderzoek vergemakkelijkt het proces om vroegtijdig de afweging rondom significante effecten bij woningbouw te kunnen maken en leidt ertoe dat initiatiefnemers niet onnodig om stikstofonderzoeken wordt gevraagd. De OMWB denkt hierin dus ook oplossingsgericht met gemeentes mee om gemeentes te kunnen ontzorgen.
De toename in stikstofvragen heeft ertoe geleid dat we het proces rondom nieuwe aanvragen intern anders hebben ingedeeld. Om alle processen te stroomlijnen, hebben we de opdrachtgevers geïnformeerd hoe stikstofonderzoeken aan te leveren. Daarnaast werken we sinds mei 2023 met een kernteam met stikstofspecialisten en werkverdelers, met daarbij ondersteunend een flexibele schil die de adviezen opstelt en de collegiale toetsen uitvoert. We hebben intern diverse collegae van verschillende disciplines opgeleid om te kunnen adviseren op het onderdeel stikstof, zodat we minder afhankelijk zijn van een aantal collegae en het werk zo goed kunnen verdelen.
Op het taakveld Ruimtelijk Ordening milieu is sprake van een bovenmatige uitputting. Het ingebrachte budget voor 2023 van alle gemeenten samen bedraagt ongeveer € 1.040.000 (inclusief 1e begrotingswijziging 2023) en er is nu reeds sprake van uitputting van ongeveer € 1.010.000 (inclusief 1e begrotingswijziging). Naar verwachting zal de eindejaarsuitputting uitkomen op ongeveer € 1.400.000. Deze 'overschrijding’ wordt volledig veroorzaakt door de grote hoeveelheid stikstof/Aerius opdrachten in de bouw/Ruimtelijke ordening fase die we zeker dit jaar in toenemende mate ontvangen.
Ontwikkelingen binnen Adviezen en projecten
Terug naar navigatie - Ontwikkelingen binnen Adviezen en projectenExterne veiligheid
In 2020 heeft het Ministerie alle nieuwe aandachtsgebieden berekend van alle BRZO en niet-BRZO inrichtingen. Door diverse redenen moeten deze worden herrekend (zie hiervoor Kamerbrief over aanpassing berekeningswijze aandachtsgebieden | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl). De omgevingsdiensten worden gevraagd deze herberekeningen uit te voeren en ontvangen hiervoor een subsidie. De werkzaamheden zullen starten in september/oktober 2023 en eindigen aan het eind van 2024. De herberekeningen met de eventuele nieuwe aandachtsgebieden worden daarbij ook in het Register Externe Veiligheid (REV) opgenomen.
Verder zullen dit jaar de kwetsbare objecten worden overgezet naar het REV. Feitelijk heeft de OMWB (en heel veel andere omgevingsdiensten) zich hiervan altijd weerhouden, omdat de bouw en functie van een gebouw (woonhuis, school, winkels, et cetera) bij gemeenten zelf hoort te liggen. Omdat het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de gemeenten gaat informeren en subsidie alleen beschikbaar is voor de omgevingsdiensten zal dit onderwerp nog besproken worden met gemeenten en de OMWB. Binnenkort ontvangen gemeenten hierover een brief van het Ministerie. Naar aanleiding van deze brief kan in het daaropvolgend accountoverleg hierover gesproken worden.
Het effect op het werkprogramma van 2023 hiervan kan zijn dat er (tijdelijk) minder uren worden geboekt op “vraaggerichte opdrachten uit het werkprogramma” van de gemeenten. Dit omdat bovengenoemde werkzaamheden worden bekostigd uit subsidiegelden. Wanneer per gemeente kaarten (GIS-applicaties) worden aangepast, wordt dit onder het collectieve project (onder externe veiligheid) 'aandachtgebieden’ geboekt.