De programmabegroting bestaat uit vier programmadelen:
- Programmadeel 1: vergunningverlening, toezicht, handhaving en klachten en niet-inrichting gebonden (NIG) taken
- Programmadeel 2: adviezen en projecten
- Programmadeel 3: collectieve taken
- Programmadeel 4: overige exploitatiekosten
De programmaonderdelen worden hieronder nader toegelicht.
Programmadeel 1: vergunningverlening, toezicht en handhaving
Programmadeel 1 bestaat uit de wettelijke taken op het terrein van milieu, de zogenaamde VTH-milieutaken. Voor dit programmadeel vormt de in de vergadering van het AB van 15 december 2017 vastgestelde MWB-norm samen met het GUK en het Level Playing Field (LPF) voor de niet-inrichting gebonden taken de basis. De kaders van de MWB-norm en de NIG-taken zijn leidend voor de uitvoering van de wettelijke basistaken.
Voor ongeveer 33.000 inrichtingen waarvan ruim 7.500 basistaakbedrijven, verschillende evenementen en het buitengebied:
- verleent de OWMB jaarlijks circa 600 vergunningen;
- beoordeelt de OMWB circa 1.500 meldingen;
- voert de OMWB circa 5.200 controles uit.
Hieruit vloeien bezwaar- en beroepsprocedures, handhaving (circa 600 handhavingszaken) en strafrechtelijke onderzoeken voort. Van de circa 8.500 milieuklachten en ongewone voorvallen, wordt in de regel 35 procent binnen en 65 procent buiten kantoortijd ingediend. Naast de controles bij bedrijven beoordeelt de OMWB ook meldingen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit en in het kader van asbest en houdt zij toezicht op basis van deze meldingen.
Programmadeel 2: adviezen en projecten
In programmadeel 2 brengen deelnemers aan de hand van het werkprogramma de adviestaken op het terrein van milieu en overige taken uit het omgevingsrecht in. Deze zogenaamde verzoektaken omvatten de (milieu)metingen, adviezen en projecten op het gebied van bijvoorbeeld Brzo, geluid, bodem, (afval)water, lucht, asbest, communicatie, juridische zaken, bouwtaken, ruimtelijke planvormingsprocessen, externe veiligheid, duurzaamheid, energie en omgevingsbeleid. Deze taken hebben vaak een wettelijke grondslag, zijn onderdeel van beleidsambities of bieden de opdrachtgever toegevoegde waarde en betreffen derhalve niet-basistaken.
In 2023 verwacht de OMWB op basis van uitgevoerde werkprogramma’s van voorgaande jaren verzoeken en vragen voor onderzoek en advies af te handelen op het terrein van:
- milieuadvisering voor RO;
- externe veiligheid;
- onderzoek en advies op het gebied van lucht, geluid, water, trillingen en licht;
- vergunningverlening en toezicht bij niet-basistaak bedrijven;
- gegevensbeheer en ambtelijke ondersteuning.
Programmadeel 3: collectieve taken
Het programma voor de collectieve taken, inclusief resultaatverplichtingen, wordt jaarlijks door de deelnemers vastgesteld. Jaarlijks wordt samen met de klankbordgroep - bestaande uit vertegenwoordigers van deelnemers - het collectieve takenprogramma opgesteld en gemonitord. Alle onderdelen (activiteiten en projecten) in het programma worden met duidelijke kaders projectmatig uitgevoerd. Aan de hand van voortgangsrapportages worden de deelnemers geïnformeerd.
Het programma bestaat grofweg uit twee onderdelen: structurele onderwerpen en incidentele onderwerpen.
De structurele onderwerpen bestaan uit:
- opstellen en monitoren van het programma;
- klachten- en crisisorganisatie, inclusief de 24/7 bereikbaarheid;
- BPO-projecten;
- (bestuurlijke) samenwerking met partners, zoals OM, veiligheidsregio, waterschappen en andere omgevingsdiensten;
- data-ontwikkeling voor informatiedeling en risicogericht werken;
- het actueel houden van het inrichtingenbestand.
De meer incidentele projecten hebben betrekking op:
- wetgeving en maatschappelijke ontwikkelingen, als de implementatie van de Omgevingswet en zeer zorgwekkende stoffen;
- verbeteren en actualiseren van de VTH-gerelateerde taken;
- verkenningen, zoals stikstof en circulaire economie.
Daarnaast is een klein bufferbedrag beschikbaar binnen het programma om in te kunnen spelen op actuele onderwerpen.
Programmadeel 4: overige exploitatiekosten
In programmadeel 4 zijn de werkzaamheden ondergebracht die buiten voorgaande programma’s vallen. Het gaat hierbij om de levering van producten en diensten aan zowel deelnemers als niet-deelnemers. Zowel de kosten van de levering als de incidentele kosten (kosten om te komen tot contractafspraken) en structurele kosten (kosten voor coördinatie en bedrijfsvoering) van de organisatie worden doorbelast.