In dit onderdeel wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste verschillen tussen de begroting 2022 en 2023. Aan het einde van dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de beschikbare declarabiliteit en de te hanteren functionele tarieven voor het begrotingsjaar 2023.
Toelichting op de begroting
Toelichting op de baten
De baten van de OMWB bestaan voor het voornaamste deel uit bijdragen van onze deelnemers voor diensten en producten die zij afnemen. De baten zijn in beginsel gebaseerd op de omvang van de werkprogramma’s 2022. Daarbij ziet de OMWB de laatste jaren een toename van het aantal verzoektaken en taken buiten het werkprogramma. In bijlage 1 zijn de bijdragen voor 2023 en verder per deelnemer gespecificeerd.
In het ‘Overzicht van baten’, opgenomen in hoofdstuk 'Financiële begroting' is in ’Programmadeel 1’ een reductie van € 150.000 opgenomen. Het betreft een tweede effect van het kosteneffectiviteitsonderzoek, onderdeel ‘Vergunningverlening’. Beoogd wordt een totale besparing van € 300.000 voor dit projectonderdeel, welke een structureel effect kent. Conform paragraaf 'Maatregelen kosteneffectiviteitsonderzoek 'Van Goed naar Beter'' zijn voor 2024 verdere maatregelen uit het kosteneffectiviteitsonderzoek verwerkt, welke structureel doorwerken op de bijdragen van deelnemers. Zonder deze maatregelen zou de bijdrage over 2025 4% (€ 1,3 mln.) hoger uitvallen.
Ook de effecten van de evaluatie van de MWB-norm, uitgevoerd in het najaar van 2021, zijn in de bijdragen van de deelnemers verwerkt.
Toelichting op de lasten
Toelichting op de lasten
Terug naar navigatie - Toelichting op de lastenVoor de begroting 2023 worden de ramingen van de kosten vergeleken met die van 2022. Het gaat hierbij om wijzigingen die van structurele aard zijn. Waar nodig zijn de verschillen nader toegelicht.
Personele lasten
Terug naar navigatie - Personele lastenPersoneelslasten Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2022 | Begroting 2023 |
Primair proces | ||
Personele kosten | ||
Lonen & salarissen | 19.151 | 18.861 |
Reiskosten | 359 | 364 |
Overige personeelskosten | 252 | 256 |
Personeel niet in loondienst | 2.018 | 3.165 |
Detacheringsinkomsten | - | - |
Totaal Personele kosten | 21.780 | 22.645 |
Lonen & salarissen:
De mutatie in de salariskosten kan als volgt worden gespecificeerd:
- basis voor deze post vormt de bezetting ultimo 2021 en de daarmee gerealiseerde salariskosten over 2021;
- voor de indexering is rekening gehouden met 2,3%, waarbij een actualisatie van de begroting 2022 heeft plaats gevonden voor het cao-akkoord;
- in correlatie met hetgeen vermeld in paragraaf 5.1 inzake de beoogde efficiency binnen het onderdeel ‘Vergunningverlening’ is € 150.000 in mindering gebracht op de corresponderende salariskosten.
Reiskosten:
- met het loslaten van het thuiswerkadvies is de verwachting dat de reiskosten in 2023 weer zullen toenemen. Uitvraag leert echter dat veel medewerkers een hybride invulling van hun werkweek voor ogen hebben. Deels wensen ze hun werkzaamheden op kantoor of een decentrale werkplek uit te voeren en deels vanuit huis. Een tegemoetkoming voor dit laatste is geregeld in de cao 2021-2022 in de vorm van een thuiswerkvergoeding. De kosten van deze vergoeding zijn onder deze post opgenomen;
- Indexering: 1,5%
Overige personeelslasten:
- kosten welke hieronder geschaard worden, betreffen onder andere: opleidingen, arbo, werving & selectie, personeelsvereniging en werkkleding;
- indexering: 1,5%.
Personeel niet in loondienst:
- de formatie is gebaseerd op 240 fte. Het werkaanbod ligt circa 25.750 uur hoger dan met deze formatie bewerkstelligd kan worden, dit betreft circa 19 fte. Aanvullend wordt een deel van de formatie ingevuld door inhuur van externe medewerkers. De laatste jaren heeft de OMWB samen met de andere Brabantse omgevingsdiensten fors geïnvesteerd in arbeidsmarktpositionering. Dit betaalt zich inmiddels terug in de werving van medewerkers. Hoewel daarmee een trendbreuk gerealiseerd is, overstijgt deze nog niet de krapte op de arbeidsmarkt uit de voorbije jaren. Tenslotte zal het verlies aan declarabiliteit als gevolg van de harmonisatie verlofrechten, geregeld in de cao 2021-2022, worden belegd bij inhuurkrachten.
Afschrijvingskosten
Terug naar navigatie - AfschrijvingskostenAfschrijvingskosten Bedragen x € 1.000 | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
Afschrijvingskosten | ||
Afschrijvingskosten | 24 | 92 |
Totaal Afschrijvingskosten | 24 | 92 |
Afschrijvingskosten:
- meerjarig zijn de afschrijvingskosten in beeld gebracht bij het meerjareninvesteringsprogramma (zie paragraaf 6.2);
- als gevolg van zuiverdere boekingsgangen zijn de afschrijvingskosten enerzijds onder Primair proces en anderzijds onder Bedrijfsvoering verantwoord.
Huisvesting en organisatie
Terug naar navigatie - Huisvesting en organisatieHuisvesting en organisatie Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2022 | Begroting 2023 |
Huisvesting en organisatiekosten | ||
Huisvesting en facilitaire kosten | 205 | 71 |
Tractie | 84 | 87 |
Automatisering | - | 17 |
Algemeen beheer | - | 25 |
Totaal Huisvesting en organisatiekosten | 289 | 200 |
Huisvesting en organisatie:
- Als gevolg van zuiverdere boekingsgangen zijn de kosten voor ‘Huisvesting en facilitaire kosten’, ‘Automatisering’ en ‘Algemeen beheer’ enerzijds onder Primair proces en anderzijds onder Bedrijfsvoering verantwoord;
- Voor de raming van de kosten voor ‘Huisvesting en facilitaire kosten’, ‘Automatisering’ en ‘Algemeen beheer’ is aansluiting gezocht bij de lagere realisatiecijfers uit 2021 en eerder;
- indexering van 1,5%.
Overige kosten
Terug naar navigatie - Overige kostenOverige kosten Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2022 | Begroting 2023 |
Overige kosten | ||
Laboratoriumkosten | 1.614 | 1.658 |
Milieumetingen | 610 | 650 |
Overige kosten | 2.224 | 2.308 |
De Overige kosten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
- de ‘Laboratoriumkosten’ kennen de laatste jaren een gestage groei. De kosten voor luchtkwaliteitsmetingen/e-Noses zijn onder deze post opgenomen;
- de kosten voor milieumetingen worden gecompenseerd door de Provincie Noord-Brabant en hebben derhalve een neutraal resultaateffect.
Algemene kosten
Terug naar navigatie - Algemene kostenAlgemene kosten Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2022 | Begroting 2023 |
Algemene kosten | ||
Van Goed naar Beter | - | -478 |
Totaal Algemene kosten | - | -478 |
De besparing van € 478.000 is het effect van projecten opgestart in 2022 onder de noemer ‘Van Goed naar Beter’. In vergelijking met meldingen elders in deze begroting is deze post (nog) niet specifiek toe te wijzen aan de overige standaard rubrieken. Vandaar de keuze voor deze generieke post. In de loop van het begrotingsjaar zal verdere duiding en verfijning plaats vinden. U wordt hierover via de verschillende rapportagelijnen geïnformeerd.
Bedrijfsvoering
Terug naar navigatie - BedrijfsvoeringLasten Bedragen x € 1.000 | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
Bedrijfsvoering | ||
Personele kosten | ||
Lonen & salarissen | 4.837 | 4.850 |
Reiskosten | 246 | 250 |
Overige personele kosten | 1.160 | 1.178 |
Personeel niet in loondienst | 150 | 351 |
Detacheringsinkomsten | - | - |
Totaal personele kosten | 6.393 | 6.629 |
Afschrijvingskosten | ||
Afschrijvingskosten | 220 | 130 |
Totaal Afschrijvingskosten | 220 | 130 |
Huisvesting en organisatiekosten | ||
Huisvesting en facilitaire kosten | 1.069 | 1.014 |
Tractie | - | - |
Algemeen beheer | 1.013 | 971 |
Automatisering | 2.170 | 1.921 |
Totaal Huisvesting en organisatiekosten | 4.252 | 3.906 |
Totaal lasten Bedrijfsvoering | 10.865 | 10.664 |
De kosten van Bedrijfsvoering worden conform het BBV afzonderlijk in de begroting verantwoord.
De salariskosten bevinden zich op een vergelijkbaar niveau als 2022:
- voor de indexering is rekening gehouden met 2,3%, waarbij een actualisatie van de begroting 2022 heeft plaats gevonden voor het cao-akkoord;
- vooruitlopend op de uitwerking van het kosteneffectiviteitsonderzoek ‘Van Goed naar Beter’ is reeds één van de functies binnen het cluster FMO niet meer ingevuld. Aanleiding is de verdere digitalisering en automatisering van werkzaamheden.
Overige personeelskosten:
- onder deze post is budget opgenomen voor de laatste fase van het Cultuur & Leiderschapstraject; € 50.000. Het C&L traject is in 2021 gestart als uitvloeisel van een eerder betrokkenheidsonderzoek onder medewerkers. In plaats van een hernieuwd onderzoek hebben we er destijds voor gekozen om een C&L-traject op te zetten om zo de ontwikkeling van de organisatie beter te ondersteunen;
- indexering van 1,5%
Personeel niet in loondienst:
Voor de verdere doorontwikkeling van datamanagement en -beheer is inhuur van specialistische kennis en ervaring essentieel. De kosten worden geschat op € 150.000. Gegeven de huidige lastige arbeidsmarkt en de verwachting dat daar voor specifieke functies niet op korte termijn verbetering in optreedt, wordt er aanvullend rekening mee gehouden dat bepaalde vacatures door inhuur bemenst zullen worden.
Algemeen beheer:
De daling van kosten inzake ‘Algemeen beheer’ is gebaseerd op de realisatie 2021. Gelijk aan de begroting 2022 zijn onder deze rubriek gelden opgenomen voor de implementatie van een kwaliteitsmanagementsysteem; onderdeel van het Kosteneffectiviteitsonderzoek. Voor 2023 is, gelijk aan 2022, een ‘investering’ van € 250.000 noodzakelijk. De jaarlijks terugkerende kosten bedragen € 200.000.
Automatisering:
De daling in automatiseringskosten is in lijn met eerdere berichten. De resultaten van de grootschalige implementaties, transities en ontwikkelingen uit voorbije jaren vinden hun beslag binnen de organisatie.
De overige kosten zijn geïndexeerd met 1,5%.
Overig Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2022 | Begroting 2023 |
Overig | ||
Diverse baten en lasten | - | - |
Onvoorzien | 150 | 150 |
Vennootschapsbelasting | 5 | 5 |
Subtotaal | 155 | 155 |
Totaal lasten overig | 155 | 155 |
Totaal lasten | 35.337 | 35.585 |
Onvoorzien
Voor de verplichte post ‘Onvoorzien’ is vanuit het Dagelijks Bestuur in de begroting een bedrag opgenomen van € 150.000. Dit bedrag is ongewijzigd ten opzichte van 2022 en wordt toereikend geacht.
Declarabiliteit
De met de deelnemers afgestemde werkprogramma’s 2022 hebben als basis gediend voor de begroting 2023. Het werkaanbod is daarmee geraamd op 345.000 declarabele uren.
In de begroting is rekening gehouden met een formatie van 294 fte, waarvan 240 fte in het primaire proces. Rekening houdend met een declarabiliteit van 1.328 uur per fte, is ca. 318.700 uur beschikbaar aan declarabele uren.
De declarabiliteitsnorm van 1.328 uur per fte kent de volgende opzet:
Bruto-netto-berekening | Totaal uren |
Beschikbare uren 52 x 36 | 1.872 |
Verlof en feestdagen | 245 |
Verzuim | 84 |
Niet-declarabele uren (o.a. overleg, opleiding kwaliteitsmanagement, uren key users, OR/BHV) | 215 |
Totaal Declarabele uren | 1.328 |
De ruimte tussen zowel werk- als additioneel aanbod en beschikbare urencapaciteit wordt gerealiseerd met inzet van externe inhuur.
Tarief ontwikkeling
De OMWB hanteert in de begroting een gemiddeld, voorcalculatorisch uurtarief voor de geraamde bijdragen van deelnemers. De facturatie (afrekening ten opzichte van de bevoorschotting) vindt plaats tegen de gedifferentieerde nacalculatorische tarieven, gebaseerd op de functionele inschaling van de uitgevoerde werkzaamheden.
In de begroting 2023 is voor de tariefsaanpassing rekening gehouden met de effecten volgend uit de cao 2021-2022, de indexaties volgens de september-circulaire 2021 en de beoogde besparing uit het kosteneffectiviteitsonderzoek ‘Van Goed naar Beter’. In onderstaande tabel zijn de verschillende effecten afzonderlijk inzichtelijk gemaakt. Het gemiddelde, voorcalculatorische tarief voor 2023 bedraagt afgerond € 97,00 (gemiddeld tarief 2022 € 95,00).
Omschrijving | Bedrag per uur | Effect | |
Tarief 2022 | € 95,00 | ||
Cao-verhoging 2022 | 0,7% | € 95,64 | € 0,64 |
Indexatie 2023 o.b.v. MEV | € 97,69 | € 97,69 | € 2,05 |
Harmonisatie verlofrechten | € 1,21 | € 98,90 | € 1,21 |
Besparingen Kosteneffectiviteit 2023 | € -650.000 | € 97,00 | € -1,92 |
Tarief 2023 | € 97,00 |
In onderstaande tabel zijn de functionele, voorcalculatorische tarieven voor het begrotingsjaar 2023 opgenomen, in vergelijking met 2022. Aanpassing van de tarieven heeft plaats gevonden aan de hand van de absolute stijging van het gemiddelde, voorcalculatorisch uurtarief van 2023 (€ 97,00) ten opzichte van 2022 (€ 95,00) ad. € 2,00. Door de correctie niet te baseren op de relatieve stijging (2,14%), maar op de absolute stijging, wordt een hogere mate van aansluiting tussen het voorcalculatorische en nacalculatorische uurtarief beoogd.
In vergelijking met eerder kent de tabel een compactere opzet. In de praktijk is gebleken dat de veelheid aan gedifferentieerde tarieven niet gehanteerd wordt. Indikking van de lijst is ook ingegeven vanuit doelmatigheid.
Functioneel voorcalculatorische uurtarieven | Begroting 2023 uurtarief | Begroting 2022 uurtarief |
Milieu | ||
MBO | € 79,55 | € 77,55 |
HBO | € 97,50 | € 95,50 |
Specialisten | € 115,55 | € 113,55 |
Tarieven buiten kantoortijd:
Als kantoortijden hanteren we de maandagen tot en met de vrijdagen van 7.00 tot 22.00 uur. Alle overige tijdstippen zijn buiten kantoortijd. We hanteren een opslagpercentage van 30% op de tarieven voor werkzaamheden buiten kantoortijd.