Op grond van de BBV dient in de begroting en jaarrekening een uiteenzetting van de financiële positie van de dienst opgenomen te worden. Hierna wordt zowel de geprognosticeerde balans gepresenteerd als inzicht in verwachte investeringen en gehanteerde afschrijvingstermijnen. Ook wordt het verloop van de reserves weergegeven. In bijlage 2 is het overzicht per taakveld opgenomen.
Uiteenzetting financiële positie
Geprognosticeerde balans
In onderstaand overzicht is de geprognosticeerde begin- en eindbalans weergegeven voor zowel het begrotingsjaar als de meerjarenraming. In deze meerjarige geprognosticeerde balans is primair uitgegaan van bestaand beleid, aangevuld met verwachte (vervangings)investeringen.
Activa Bedragen x € 1.000 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 |
Materiële vaste activa | 1.104 | 939 | 727 | 685 |
Totaal vaste activa | 1.104 | 939 | 727 | 685 |
Vorderingen op openbare lichamen | - | - | - | - |
Uitzettingen rijksschatkist | 924 | 924 | 924 | 924 |
Uitzettingen met looptijd < 1 jaar | 924 | 924 | 924 | 924 |
Liquide middelen (banksaldi) | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Overige en overlopende vlottende activa | 2.805 | 2.860 | 2.924 | 2.989 |
TOTAAL ACTIVA | 5.833 | 5.723 | 5.574 | 5.597 |
Passiva Bedragen x € 1.000 | Begroting 2023 | Begroting 2024 | Begroting 2025 | Begroting 2026 |
Algemene reserve | 1.928 | 1.928 | 2.187 | 2.439 |
Bestemmingsreserve meetstations | 901 | 976 | 1.051 | 1.126 |
Resultaat boekjaar vóór bestemming | - | 260 | 252 | 335 |
Eigen vermogen | 2.829 | 3.163 | 3.490 | 3.900 |
Voorzieningen | - | - | - | - |
Vaste schulden | - | - | - | - |
Vlottende schulden < 1 jaar | 579 | 579 | 579 | 579 |
Overlopende passiva | 2.425 | 1.981 | 1.505 | 1.118 |
TOTAAL PASSIVA | 5.833 | 5.723 | 5.574 | 5.597 |
(Vervangings-)investeringen 2023
In 2023 zal een aantal bedrijfsmiddelen opnieuw aangeschaft of vervangen moeten worden. Het uitgangspunt is dat het Algemeen Bestuur met het vaststellen van de begroting 2023 goedkeuring verleent aan het onderstaande overzicht van (vervangings-)investeringen.
Investeringen Bedragen x € 1.000 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Huisvesting | 100 | 40 | 50 | - | - |
Automatisering | - | - | - | - | - |
Communicatiemiddelen | - | - | - | - | - |
Wagenpark | 40 | 150 | - | - | - |
Technische apparatuur | - | 75 | - | - | 75 |
Totaal | 140 | 265 | 50 | - | 75 |
Bij vervanging van activa wordt nut en noodzaak afgewogen. Niet altijd kan vervanging plaatsvinden tegen de geraamde aanschafwaarden, wat betekent dat de werkelijke lasten kunnen afwijken van de in bovenstaande tabel opgenomen jaarlasten. Substantiële afwijkingen melden we bij de bestuursrapportages.
Voor activering van investeringen wordt vanaf 2022 een ondergrens van € 1.000 (was voorheen € 10.000) gehanteerd. Vervangingen of aanschaffingen onder deze grens verantwoorden we in de exploitatie. Met het vaststellen van de begroting worden ook de vermelde afschrijvingstermijnen voor investeringen vastgesteld. De afschrijvingen vinden - eveneens vanaf 2022 - plaats bij ingebruikname van het actief (was het jaar volgend op activering). Vanwege de teruglopende investeringen is de financiële impact van beide veranderingen niet materieel. Het financiële beleid wordt overeenkomstig aangepast.
Afschrijvingstermijnen
Bij investeringen worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:
Tabel met de gehanteerde afschrijvingstermijnen | Jaren |
Huisvesting | 10 |
Automatisering | 5 |
Communicatiemiddelen | 3 |
Wagenpark | 7 |
Technische apparatuur | 15 |
Staat van reserves
Staat van reserves
Terug naar navigatie - Staat van reservesHet verwachte verloop van de reserves is als volgt:
Staat van reserves 2023 - 2026 Bedragen x € 1.000 | Algemene Reserve | Reserve Meetstations |
Stand per 1-1-2023 | 1.928 | 826 |
Mutatie 2023 | - | 75 |
Stand per 1-1-2024 | 1.928 | 901 |
Mutatie 2024 | 258 | 75 |
Stand per 1-1-2025 | 2.185 | 976 |
Mutatie 2025 | 248 | 75 |
Stand per 1-1-2026 | 2.434 | 1.051 |
Mutatie 2026 | 330 | 75 |
Stand per 1-1-2027 | 2.764 | 1.126 |
Algemene reserve
De stand van de Algemene Reserve bedraagt naar verwachting per 1-1-2023 € 1.928.000 (voor resultaatbestemming 2021).
Reserve Meetstations
De stand van de reserve meetstations bedraagt naar verwachting per 1-1-2023 € 826.000 (voor resultaatbestemming 2021).
Het saldo van opbrengsten en kosten van de meetstations wordt per jaareinde toegevoegd of onttrokken aan de reserve. Komende jaren loopt dit saldo jaarlijks nog op; daarna zal de reserve teruglopen en wordt een evenwicht in kosten en opbrengsten verwacht. Oorzaak hiervan is dat kosten als gevolg van investeringen pas in latere jaren via de afschrijvingen ten laste van de reserve worden gebracht.