Paragrafen

Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) schrijft voor dat in de begroting en jaarrekening paragrafen worden opgenomen waarin de beleidslijnen zijn vastgelegd voor een aantal beheersmatige aspecten van de organisatie. De voor de OMWB van toepassing zijnde paragrafen zijn hierna opgenomen:

  1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
  2. Financiering 
  3. Bedrijfsvoering

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Conform het BBV is het verplicht om op basis van risico-inschatting een kwalificatie te geven van de omvang van het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen betreft de relatie tussen de risico’s waarvoor geen specifieke maatregelen zijn getroffen en de capaciteit van middelen en mogelijkheden die de OMWB heeft om niet-begrote kosten op te vangen (BBV-artikel 11). Om te voorkomen dat bij niet-afgedekte risico’s ingrijpende (organisatie)wijzigingen noodzakelijk zijn, is een afdoende weerstandsvermogen voor de OMWB gewenst. Hoe groot die weerstandscapaciteit moet zijn is afhankelijk van de risico-inschatting en de bereidheid van het bestuur om deze risico’s al dan niet te lopen. De OMWB streeft een voldoende weerstandscapaciteit na, dat betekent een weerstandsratio tussen 1,0 en 1,4.

Normering weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Normering weerstandsvermogen

Voor de normering van het weerstandsvermogen in relatie tot de deelnemers heeft het Algemeen Bestuur besloten een model vast te stellen dat erop neerkomt dat 5% van het (begrotings-/jaarrekening-)totaal van de exploitatierekening wordt aangehouden als weerstandsvermogen, met een bandbreedte van plus en min 1%. Binnen deze bandbreedte is het weerstandsvermogen toereikend vanuit de optiek van het Algemeen Bestuur.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

Risicobeheersing of risicomanagement is het effectief omgaan met de kansen en bedreigingen die de realisatie van de organisatiedoelstellingen kunnen beïnvloeden. Hiervoor is het van belang dat er een continu proces wordt ingericht van identificeren, prioriteren en beheersen van risico’s. De OMWB streeft ernaar risico’s zoveel als mogelijk te vermijden, verzekeringen ervoor af te sluiten of ze te ondervangen door beheersmaatregelen te treffen. In het kader van dit laatste stelt de OMWB een Intern Controleplan op, waaraan in het begrotingsjaaruitvoering wordt gegeven.

Geïdentificeerde risico’s
In de Begroting 2022 zijn de volgende risico’s geïdentificeerd:

Risico's Maximaal bedrag schade Kans op optreden risico Gewogen risico
4. Inhuur versus vast personeel 400.000 50% 200.000
5. Transitie mens en systeem 500.000 50% 250.000
6. Problematiek arbeidsmarkt 700.000 50% 350.000
9. COVID-19 1.000.000 50% 500.000
10. Harmonisatie verlofrechten 300.000 75% 225.000
11. Invoering Omgevingswet 1.000.000 40% 400.000
12. Kosteneffectiviteit 1.700.000 15% 255.000
Totaal 5.600.000   2.180.000

Om tot een herijkte risico-inschatting te komen voor 2023, is bovenstaande lijst geëvalueerd. Gewijzigde inzichten worden hieronder kort toegelicht. 

5. Transitie mens en systeem

Terug naar navigatie - 5. Transitie mens en systeem

De aan onze organisatie en medewerkers gestelde eisen blijven snel veranderen. Dit is enerzijds gericht op de inhoud van het werk, anderzijds zien we dat ook andere (digitale) vaardigheden worden gevraagd. In de opleidingen wordt hier volop aandacht aan besteed, waardoor de werknemers hun rol binnen de organisatie beter kunnen vervullen. De verwachting is dat dit niet in alle individuele gevallen gaat lukken. Daarnaast wordt verwacht dat de impact van de update van Squit 20/20 naar RX Mission of een vergelijkbaar systeem groter is dan aanvankelijk is ingeschat. Het totale risico dat met bovenstaande hiermee samenhangt, wordt ingeschat op € 700.000 met een kans van maximaal 50%. Dit risico is € 200.000 hoger dan vorig jaar.

6. Problematiek arbeidsmarkt

Terug naar navigatie - 6. Problematiek arbeidsmarkt

Omdat de vaste formatie nog niet op het juiste peil is, werken wij naast inhuur in toenemende mate ook met trainees en net afgestudeerden die wij in dienst nemen. Deze jonge nieuwe collega’s moeten wij opleiden ‘on the job’. Dat doen wij in een periode van ongeveer twee jaar. In de eerste twee jaar zijn deze collega’s nog niet volledig declarabel (eerste jaar 950 uren, tweede jaar 1.150 uur, vanaf het derde jaar volledig declarabel, dat is 1.350 declarabele uren (m.i.v. 2023 1.328 uur als gevolg van de harmonisatie van verlofrechten). De begeleiding verloopt via eigen collega’s van de dienst. In verband met deze noodzakelijke aanpak hebben wij een tijdelijk productietekort in termen van declarabiliteit. Het maximale risico in verband hiermee is ongeveer € 700.000.

9. COVID-19

Terug naar navigatie - 9. COVID-19

In februari 2020 vond de uitbraak van COVID-19 plaats, die ook in 2021 nog een enorme impact had op ons allemaal. Gedurende het jaar 2020 heeft de OMWB reeds geleerd dat productieverlies kan worden beperkt of voorkomen door werkzaamheden anders aan te pakken of anders in te vullen. Mede hierdoor is verlies in productieve uren ook in 2021 voorkomen. Aangezien de crisis nog niet voorbij is, blijft het lastig te bepalen hoe groot de financiële impact voor komende jaren zal zijn. Daarnaast kan het eventuele inlopen van uitgestelde opleidingen als gevolg van COVID-19 een drukkend effect op de productiviteit in 2022 en latere jaren hebben. Daarom handhaven wij een maximaal risico van € 500.000 waarbij de kans op optreden op 50% wordt ingeschat.

Onze organisatie loopt geen risico qua continuïteit, conform artikel 35 lid I van de GR zullen de deelnemers er steeds zorg voor dragen dat de omgevingsdienst over voldoende middelen beschikt om al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

10. Harmonisatie verlofrechten

Terug naar navigatie - 10. Harmonisatie verlofrechten

In de cao Gemeenten/SGO 2021-2022 (zoals vastgesteld op 27 januari 2022), is de hervorming van verlofrechten vastgelegd, geldend met ingang van 1 januari 2023. De impact van deze hervorming is in deze Begroting 2023 in het tarief verwerkt en vormt derhalve geen risico meer.

11. Kosteneffectiviteit

Terug naar navigatie - 11. Kosteneffectiviteit

Volgend uit het kosteneffectiviteitsonderzoek is een intern besparingspotentieel van € 1,2 miljoen opgehaald. In de jaren 2022 tot en met 2024 zijn de verschillende maatregelen doorgevoerd in de begroting respectievelijk meerjarenraming. De afhankelijkheid van derden maakt een volledige realisatie van afzonderlijke maatregelen onzeker. In 2021 is reeds € 500.000 gerealiseerd als gevolg van de ICT-transitie, welke onderdeel was van dit programma. Er resteert derhalve een maximaal schadebedrag van € 1,2 miljoen (€ 1,7 miljoen -/- € 500.000). Om tegemoet te komen aan het geraamde potentieel is 15% van de totale waarde als risico aangemerkt, per saldo € 180.000.

Terug naar navigatie - Geactualiseerde risico-invetarisatie

Onderstaande tabel geeft de geactualiseerde risico-inventarisatie weer.

Risico's Maximaal bedrag schade Kans op optreden risico Gewogen risico
4. Inhuur versus vast personeel 400.000 50% 200.000
5. Transitie mens en systeem 700.000 50% 350.000
6. Problematiek arbeidsmarkt 700.000 75% 525.000
9. COVID-19 500.000 50% 250.000
11. Invoering Omgevingswet 1.000.000 40% 400.000
12. Kosteneffectiviteit 1.200.000 15% 180.000
Totaal 4.500.000   1.905.000

In aanvulling op bovenstaande tabel spelen nog de volgende twee actuele zaken. Allereerst verschuift bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet het bevoegd gezag voor bodem en ondergrond en de daaraan verbonden VTH-(basis)taken voor een groot deel van de provincie naar de gemeenten. De impact hiervan op het werkprogramma van de OMWB is op dit moment nog niet duidelijk en kan derhalve (nog) niet worden gekwantificeerd. Bij de 1e Bestuursrapportage wordt hierop verder ingegaan. 

Daarnaast zijn als gevolg van de Russische invasie van Oekraïne de prijzen van olie en gas en bepaalde grondstoffen aanzienlijk gestegen. Dit kan impact hebben op het toekomstige kostenniveau van de OMWB. Ook hier geldt dat kwantificatie op dit moment (nog) niet mogelijk is en dat bij de 1e Bestuursrapportage hier verder op in wordt gegaan.

Beschikbaar weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Beschikbaar weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve. De algemene reserve bedraagt ultimo 2022 € 1.928.000 (voorresultaatbestemming 2021). Uitgaande van het actuele risicoprofiel van € 1.905.000 is de weerstandsratio 1,01. Dit wordt volgens de waarderingstabel van het Nederlands Adviesbureau Risicomanagement (NAR) gekwalificeerd als ‘voldoende’.

Voor de normering van het weerstandsvermogen in relatie tot de deelnemers komt het weerstandsvermogen op 5,4% van het begrotingstotaal uit. Daarbij ligt het vermogen ruim binnen de bandbreedte van 4% en 6%.

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Inleiding

Het BBV schrijft voor dat een aantal verplichte financiële kengetallen moet worden opgenomen. Doel daarvan is inzicht te geven in de financiële positie van de organisatie. De trend van de voor de OMWB relevante kengetallen wordt in onderstaande tabel weergegeven. 

Financiële kengetallen Jaarrekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
Netto schuldquote -5,5% -3,5% -4,7%
Solvabiliteitsratio 47,0% 32,5% 48,5%
Structurele exploitatieruimte 1,7% 1,0% 1,1%

Netto schuldquote

Terug naar navigatie - Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Hoe verder deze ratio onder de 1,0 ligt, hoe beter het is.

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de OMWB in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. De solvabiliteitsratio geeft het aandeel van het eigen vermogen in het balanstotaal weer. Hoe hoger deze ratio, hoe groter de weerbaarheid van de organisatie. Een solvabiliteitsratio hoger dan 25% wordt als gezond beschouwd.

Structurele exploitatieruimte

Terug naar navigatie - Structurele exploitatieruimte

Door het zuiveren van de incidentele lasten en baten en de mutaties in reserves, ontstaat er een beeld van de mate waarin sprake is van een structureel sluitende begroting. De structurele lasten en baten worden in dit kengetal uitgedrukt als een percentage van de totale baten (voor mutaties reserves) van het betreffende jaar. Een positief percentage is wenselijk, aangezien dit betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. 

Onderlinge verhouding kengetallen

Terug naar navigatie - Onderlinge verhouding kengetallen

Het solvabiliteitsratio zoals begroot voor 2023 ligt in lijn met de jaarrekening 2021 maar is hoger dan begroot voor 2022. De structurele exploitatieruimte zoals begroot voor 2023, ligt in lijn met de begroting 2022. Ten opzichte van de jaarrekening 2021 en de begroting 2022 vertonen de ratio’s een wisselend beeld; de overall conclusie is echter dat de balanspositie van de OMWB solide is. 

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In aansluiting op de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is in het Besluit Begroting en Verantwoording neergelegd dat de financieringsparagraaf de beleidsvoornemens voor het risicobeheer van de financieringsportefeuille uiteenzet. De grondslag voor de aan de portefeuille verbonden Treasuryfunctie is vastgelegd in het Treasurystatuut. Het beheer van de OMWB is risicomijdend en mede gericht op het voldoen aan de renterisiconorm en de kasgeldlimiet.

Treasurybeleid

Terug naar navigatie - Treasurybeleid

De doelstellingen van het treasurybeleid van de OMWB zijn:

  1. Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
  2. Het beschermen van vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, koersrisico’s, liquiditeitsrisico’s en kredietrisico’s;
  3. Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;
  4. Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van het Treasurystatuut.

Onder risico’s worden zowel renterisico’s (vaste schuld en vlottende schuld), kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s als valutarisico’s verstaan. Met betrekking tot risicobeheer geldt het volgende algemene uitgangspunt: “Bij het uitzetten of aantrekken van middelen worden de bepalingen zoals neergelegd in de Wet fido en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) in acht genomen.

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer
  1. De kasgeldlimiet wordt niet overschreden conform de Wet fido;
  2. De renterisiconorm wordt niet overschreden conform de Wet fido;
  3. Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning;
  4. De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/ uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie;
  5. Binnen de kaders gesteld onder lid 3 en lid 4, streeft de OMWB naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen.

Met de inwerkingtreding van de Wet fido is de term ‘Renterisiconorm’ geïntroduceerd. De norm schrijft voor dat in enig jaar de aflossing van een langlopende schuld niet meer mag bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

De OMWB kent momenteel geen langlopende leningen en voldoet daarmee automatisch aan de norm. De huidige financieringspositie en dito -behoeften vanuit de investeringsbegroting geven thans geen verdere aanleiding tot aanwending van een dergelijke lening. 

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Met de kasgeldlimiet stelt de Wet fido een norm voor het maximumbedrag voor de financiering van de bedrijfsvoering met kortlopende middelen (looptijd < 1 jaar).

De kasgeldlimiet voor gemeenschappelijke regelingen betreft 8,2% van het begrotingstotaal. De kasgeldlimiet bedraagt € 2.924.000 voor de OMWB op basis van de begroting 2023. Aangezien het gemiddelde netto vlottende overschot aan financieringsmiddelen op € 8 mln. wordt geschat, is de ruimte onder de kasgeldlimiet gelijk aan de kasgeldlimiet.

Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf gaat in op de activiteiten van de afdeling bedrijfsvoering. Het reguliere werk van de afdeling zorgt voor goede financiële processen, goede HRM processen, een goed functionerende ICT omgeving, een communicatieve organisatie en een degelijke facilitaire ondersteuning. Daarnaast heeft de afdeling de beschikking over adviseurs die de organisatie adviseren op bedrijfsvoeringsthema’s. De OMWB kent een aantal (inhoudelijke) kernthema’s: de Omgevingswet, het programma ‘Van goed naar beter’, strategisch HRM, VTHKA-instrumentarium en verkenningen. De afdeling bedrijfsvoering heeft in deze programma’s en projecten veelal een ondersteunende rol. Enerzijds faciliterend, maar ook adviserend.

In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens stilgestaan bij de inbreng van bedrijfsvoering bij de kernthema’s, daarna worden er diverse andere ontwikkelingen beschreven.

Kernthema: Omgevingswet

Terug naar navigatie - Kernthema: Omgevingswet

De ingangsdatum van de Omgevingswet blijft naar achteren schuiven, vooralsnog is 1 januari 2023 de beoogde datum voor inwerkingtreding. Voor bedrijfsvoering betekent dit dat de inzet op het gebied van HRM (opleidingen) en communicatie geïntensiveerd gaat worden om zo de integratie van de gevolgen van de wet binnen de organisatie zo goed mogelijk te begeleiden. De ICT-technische kant van de intrede van de wet is van wezenlijke betekenis. Het Digitaal Stelstel Omgevingswet moet vanaf de ingangsdatum operationeel zijn. De geluiden vanuit het land (adviseurs en ICT-partners) over de werking van het DSO zijn nog niet heel positief. De OMWB is in afwachting van verdere ontwikkelingen.
Om gebruik te kunnen maken van deze landelijke voorziening moet het VTHsysteem van de OMWB aan het DSO gekoppeld worden. Op dit moment maakt de OMWB gebruik van Squit 20/20. De firma Visma/Roxit heeft naar aanleiding van aanhoudende technische problemen de applicatie vervangen door een opvolger: Rx Mission. De update van Squit 20/20 naar Rx Mission vindt volgens Roxit naar verwachting eind 2022 plaats. De inhoudelijke en financiële impact is nog niet duidelijk, er wordt op dit moment een impactanalyse van de overgang gemaakt. Gezien de recente ervaringen met Roxit houden we de ontwikkelingen op de VTH markt nauwlettender in de gaten.

Kernthema: Programma ‘Van goed naar beter’

Terug naar navigatie - Kernthema: Programma ‘Van goed naar beter’

De ontwikkelingen bij de OMWB volgen zich in rap tempo op. Ingegeven door externe factoren (Omgevingswet, Stikstofproblematiek en het rapport van de commissie Van Aartsen) en deels interne ontwikkelingen (werken met nieuwe systemen en processen). Bij dit alles past een organisatie die stuurt op de resultaten van het werk, oog houdt voor zowel kwaliteit als effectiviteit en goed samenwerkt met haar deelnemers. In 2022 zal in opdracht van het Algemeen Bestuur het programma ‘Van goed naar beter’ van start gaan. Dit programma behelst het effectueren van het (financieel) potentieel van het onderzoek naar kosteneffectiviteit uit december 2020. Het programma wordt in meerdere fasen uitgewerkt. In het faseplan van 2023 worden de activiteiten en hun effecten in detail uitgewerkt. Om de resultaten te realiseren is er in de begroting van 2023 een investering van € 450.000 opgenomen. Hoofdactiviteiten in dit faseplan zijn: het borgen van procesmanagement in de organisatie, helder met elkaar definiëren wat kwaliteit is, meer aandacht geven aan de risicogerichtebenadering, het aanpakken van verspilling en het verbeteren van de (digitale) samenwerking met deelnemers. De cumulatieve positieve financiële effecten van de activiteiten van het programma worden in 2023 ingeschat op € 1.300.000.

Kernthema: Strategisch HRM

Terug naar navigatie - Kernthema: Strategisch HRM

Het programma Strategisch HRM kent vier pijlers. Cultuur en leiderschap, recruitment, loopbaanontwikkeling en vitaliteit. Iedere pijler heeft deelprojecten, een eigen dynamiek en planning. De opbrengst van de diverse projecten moet uiteindelijk een positieve bijdrage leveren aan het imago van de OMWB als goede werkgever, voor toekomstige en huidige medewerkers.

In 2023 komt het cultuur- en leiderschapstraject tot afronding. In eerdere samenwerksessies heeft een groep van ongeveer veertig medewerkers de huidige en gewenste cultuur van de OMWB beschreven en zijn er drie kernthema’s voor de ontwikkeling van de OMWB geformuleerd. Voor de verdere concretisering is ondersteuning van een externe partij gewenst en uitgevraagd, adviesbureau Ardis ondersteunt hierbij. De organisatie krijgt als resultaat van dit traject een impuls die helpt bij de uitdagingen die onder andere de Omgevingswet ons brengt. Voor 2023 betekent dit een incidentele uitgave van € 50.000, dit is de laatste tranche van de gehele opdracht. Voor recruitment bouwt de OMWB voort op de eerder ingezette koers. Denk hierbij aan de wervingscampagne “Kijk om je heen” met de daarbij behorende middelen, het inzetten van jobmarketing en het opbouwen van contacten bij opleidingsinstanties. Bij loopbaanontwikkeling start in 2022 een traineeprogramma en een MD-traject. De pijler vitaliteit gaat eind 2022 van start. In 2023 werkt de OMWB het beleid op het gebied van duurzame inzetbaarheid verder uit.

Kernthema’s: VTHKA instrumenten en verkenningen

Terug naar navigatie - Kernthema’s: VTHKA instrumenten en verkenningen

De OMWB ontwikkelt en adviseert gezamenlijk met en voor deelnemers op inhoudelijke thema’s. De afdeling bedrijfsvoering ondersteunt deze inhoudelijke ontwikkelingen zoals ‘Kompas’, circulaire economie en ‘Zeer Zorgwekkende Stoffen’ (ZZS). Dit doet de OMWB door de juiste communicatiemiddelen in te zetten, informatie te vergaren en te ontsluiten en de juiste HR-instrumenten in te zetten. 

Overige bedrijfsvoeringsonderwerpen

Terug naar navigatie - Overige bedrijfsvoeringsonderwerpen

Naast bovenstaande kernthema’s kent de afdeling bedrijfsvoering haar eigen plannen en prioriteiten, veelal ingegeven wijzigingen van wet- en regelgeving. Of vanuit een verbetering voor de uitvoering van de primaire en secundaire processen. De OMWB ziet voor 2023 dat de ontwikkelingen op het gebied van informatievoorziening elkaar blijven opvolgen. 

Informatievoorziening

Terug naar navigatie - Informatievoorziening

Informatiegestuurd werken/databeheer
In 2021 is gestart met de impuls Informatiegestuurd Werken (IGW). Het IGW vormt een steeds belangrijker fundament onder het handelen van de OMWB. Hoe meer het de OMWB lukt om data te vertalen naar waardevolle informatie en inzichten, hoe beter zij kan bijdragen aan een schone, veilige en duurzame leefomgeving. Medewerkers in de organisatie moeten zich meer bewust worden van het belang en de waarde van data. Bovendien gaat de OMWB deze data steeds beter combineren met andere (externe) databronnen om de waarde van de data nog verder te vergroten. De vergunningverleners, toezichthouders en handhavers van de OMWB hebben op termijn beschikking over actuele en relevante informatie voor de uitvoering van hun taken. Hierbij wordt ook relevante contextuele informatie aangeboden, zoals milieu- of omgevingsinformatie. Op deze wijze wordt informatie gecombineerd met menselijke denkkracht om te komen tot de best mogelijke beslissing. Analyse van deze data leidt dan tot inzicht in de effecten van de inzet van de OMWB op de leefomgeving. Deze inzichten kunnen deelnemers helpen en maken nieuwe - op de uitvoering gerichte - beleidsbeslissingen mogelijk. In de uitwerking van het programma IGW zijn voor 2023 concrete activiteiten beschreven. Hierdoor wordt de inzet van de VTH-medewerkers van de OMWB efficiënter en effectiever. Dit betekent dat ook de wijze verandert waarop de OMWB vorm geeft aan opdrachten. De ontwikkeling van IGW is een voortdurende factor en vraagt in de komende jaren een investering in de ontwikkeling van de juiste kennis, competenties en (ICT-)structuren.

Aansluiting bij landelijke standaarden en systemen
Eind 2021 is de aansluiting met Inspectieview Milieu gerealiseerd. Inspectieview is een webapplicatie die signaleert en informeert door gegevensdeling. Eigenaar is het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De budgetten voor de aansluiting en werking zijn reeds gereserveerd. In 2023 wil de OMWB aanhaken bij de mogelijke doorontwikkeling van Inspectieview.

De intrede van de Omgevingswet houdt in dat ook het Digitaal Stelstel Omgevingswet operationeel zal zijn. Naast deze landelijke voorziening moet het VTH-systeem van de OMWB gekoppeld worden. De firma Roxit is hiervoor verantwoordelijk. De verdere doorontwikkeling van de diverse landelijke voorzieningen vindt naar verwachting na 2022 plaats.

Het Register Externe Veiligheid (REV) moet in 2023 operationeel zijn in de zin dat alle bronhouders van de data hun aansluiting op de juiste wijze hebben geordend en gekoppeld. Een belangrijke vraag is welke rol de omgevingsdiensten willen, kunnen en moeten spelen bij het inrichten en onderhouden van het REV. In het jaar 2023 wordt hier projectmatig verder vorm aan gegeven.

In de loop van 2022 wordt duidelijk of de huidige budgetten voor informatievoorziening en Collectieve taken voldoende zijn om deze ontwikkelingen te financieren. 

Huisvesting OMWB in Tilburg

Terug naar navigatie - Huisvesting OMWB in Tilburg

Het huurcontract voor het pand aan de Spoorlaan wordt per 1 januari 2023 verlengd. De werkwereld gaat er wellicht anders uitzien. De afgelopen periode liet zien dat hybride werken een vlucht heeft genomen. De tijd moet leren of de verhouding thuis- en kantoorwerken op hetzelfde niveau blijft. Uit enquêtes onder medewerkers van de OMWB blijkt dat zij in grote mate het thuiswerken waarderen en hiermee kan er een verschuiving plaatsvinden tussen het werken thuis en op kantoor. De vraag is of de praktijk hetzelfde laat zien. Dit wordt in 2022 onderzocht en duidelijk. Tegelijkertijd zal er geïnvesteerd moeten worden in het hybride werken. Dit alles is van betekenis voor de invulling van de huisvesting. In de loop van 2023, na het vertrek van de gemeente Tilburg uit het pand aan de Spoorlaan, wordt duidelijk hoe uiteindelijk de huisvesting ingevuld wordt. We doen dit in overleg met de verhuurder. 

Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR)

Terug naar navigatie - Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR)

Op 14 december 2021 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen (de Wet versterking legitimiteit gemeenschappelijke regelingen). De ingangsdatum is bepaald op 1 juli 2022, waarbij een implementatietermijn geldt van twee jaar. Deze wetswijziging heeft gevolgen voor de gemeenschappelijke regeling (GR) van de OMWB. De jaren 2022 en 2023 gaat de OMWB benutten om in nauw overleg met de deelnemers de wijzigingen door te voeren.

Het wetsvoorstel introduceert nieuwe instrumenten waarmee gemeenteraden en Provinciale Staten hun controlerende en kaderstellende taken beter kunnen uitvoeren. De veranderingen zijn:

  • Een verruiming van de mogelijkheden om zienswijzen in te dienen.
  • De mogelijkheid om een regionale gemeenschappelijke adviescommissie in te stellen.
  • In de gemeenschappelijke regeling (GR) moet afgesproken worden hoe om te gaan met participatie van bijvoorbeeld burgers, bedrijven of maatschappelijke organisaties.
  • Het bestuur van de GR krijgt een actieve informatieplicht over wat er speelt in de GR. 
  • Voor het deelnemen aan de gemeenschappelijke adviescommissie komt een vergoeding voor raads- of PS-leden.
  • De verplichting om afspraken te maken over evaluatie van de GR.
  • Een aanpassing van de regels over de gevolgen van uittreding. 
  • Veranderingen in de termijnen van de begrotingscyclus (Kaderbrief 30 april (i.p.v. 15 april), de zienswijzetermijn voor de begroting wordt twaalf weken (i.p.v. acht weken), de begroting dient bij BZ te worden ingediend voor 15 september (i.p.v. 1 augustus).

De nieuwe instrumenten worden veelal niet geïntroduceerd als harde inhoudeijke verplichtingen, maar laten de inhoud van de afspraak over aan de betrokken partijen. Dit betekent dat in nauw overleg met alle betrokkenen tot nadere concrete afspraken voor de OMWB moet worden gekomen.