Algemeen

Voorwoord

Terug naar navigatie - Voorwoord - Voorwoord

Hierbij wordt u de Begroting 2026 aangeboden van de Omgevingsdienst Midden- en West Brabant (OMWB). De begroting hangt samen met de tegelijkertijd aangeboden 1e begrotingswijziging 2025.

De wereld om ons heen is turbulent. Vanwege de geopolitieke spanningen moeten we als dienst onze weerbaarheid versterken en onze rol oppakken ten aanzien van de vitale industriële infrastructuur. Daarnaast constateren we dat de aandacht voor klimaat en onze transitieopgaven landelijk op politiek vlak naar het tweede plan dreigt te verschuiven. We zullen dus met elkaar meer moeite moeten doen om gehoord en gezien te worden.

In de Kaderbrief 2026 staan naast de onderwerpen die de komende tijd op ons af komen, ook een aantal bouwstenen benoemd hoe om te gaan met de financieel krappere tijden. Meerdere gemeenten hebben aangegeven dat de korting op het gemeentefonds lastig is op te vangen. Het adagium voor de komende tijd zal dan ook ‘Scherp aan de wind zeilen’ zijn. Daarvoor hebben we al de volgende keuzen gemaakt: 

  • in de gelijktijdig op tafel liggende 1e begrotingswijziging 2025 stellen we het tarief met 1,15 euro naar beneden bij (terwijl we ook nog de procentuele stijging van de indices (met 0,56%) van 2023 niet hebben doorberekend);
  • de met de deelnemers afgestemde werkprogramma 2025 hebben we voor de Begroting 2026 alleen verhoogd met het percentage genoemd in de septembercirculaire 2024 (3,48%);
  • daarbovenop hebben wij het tarief met één euro verlaagd. Dit is mogelijk door een verjonging van ons arbeidspotentieel en inkoop van ICT hardware (in plaats van lease).

Ook in 2026 bestaat het overgrote deel van ons werk uit de reguliere vergunningverlening, het toezicht, handhaving en advisering over verschillende inhoudelijke onderwerpen zoals jaarlijks vastgelegd in de werkprogramma’s van onze deelnemers. Het stikstofdossier zal ook in 2026 een dominant onderwerp zijn. Hopelijk hebben we tegen die tijd vanuit de bestuurlijke keuzes ook oplossingsrichtingen hoe hier mee om te gaan. De Europese richtlijnen achter de Kader Richtlijn Water (KRW) zullen daarnaast in 2026 ook volop onze aandacht vragen. Samen met de waterschappen en de bevoegde gezagen zal de kwaliteit van het oppervlaktewater vóór 2027 drastisch verbeterd moeten worden. En dat geldt ook voor de PFAS problematiek, waar we een steeds scherper beeld van krijgen.

In 2025 worden alle voorbereidingen gestart voor de vernieuwing en verbetering van onze huisvesting. Dit is belangrijk voor onze aantrekkelijkheid als werkgever. En voor onze medewerkers is het belangrijk dat ze maximaal gefaciliteerd worden in hun werkzaamheden. De verwachting is dat de uitvoering hiervan in 2025 en 2026 gaat plaatsvinden.  

We hopen in 2026 echt een start te maken met de uitrol van AADV en de ontwikkeling van GIS/ GEO. Die digitalisering gaat ons enorm helpen om efficiënter te werken en meer te betekenen voor onze leefomgeving. Voor die digitaliseringsopgave zoeken we bewust naar de samenwerking met andere omgevingsdiensten die voor dezelfde opgave staan.

De arbeidsmarkt blijft naar verwachting krap. Daarbovenop komt ons besluit om met ingang van 2026 niet meer met ZZP-ers te gaan werken, vanwege de wet DBA en toekomstige wet VBAR. Onze flexibele schil zal met ingang van 2026 op een andere manier vorm moeten krijgen.

Met deze begroting houden we rekening met de financieel krappere tijden waar onze deelnemers mee geconfronteerd worden. Maar aan de andere kant willen we ook dat onze doorontwikkeling naar een professionele omgevingsdienst, zoals bedoeld met het Interbestuurlijk Programma, onverkort doorgezet wordt. Scherper aan de wind, maar wel met een vaste koers!


Portretfoto van Alfred Arbouw, Directeur Omgevingsdienst Midden- en West Brabant

Alfred Arbouw
Directeur OMWB

Financiële kaders begroting 2026

Terug naar navigatie - Financiƫle kaders begroting 2026 - Financiƫle kaders

In deze paragraaf benoemen we de voornaamste kaders die de basis vormen voor de begroting 2026. Hiermee geven we u op gebundelde en compacte wijze een overzicht van belangrijkste uitgangspunten. Ten eerste gaan we in op het werkaanbod; vervolgens lichten we de declarabiliteitsnorm toe en berekenen we de benodigde personele capaciteit. Tenslotte bespreken we het gemiddelde, voorcalculatorische tarief 2026. Vanaf 'Financiële begroting' staan de verschillende onderdelen verder uitgewerkt en toegelicht.    

Werkaanbod
De basis voor het werkaanbod 2026 wordt gevormd door:

  • de met de deelnemers afgestemde werkprogramma’s 2025;
  • de MWB-norm 2026;
  • de Specifieke uitkeringen Omgevingsdiensten en 
  • een inschatting van de baten in Programmadeel 4: Buiten werkprogramma.

In totaliteit bedraagt het werkaanbod 389.000 declarabele uren. In onderstaande tabel staat een overzicht van het geraamde aantal uren (afgerond op duizendtallen) per onderdeel van de baten. 

  Totaal in euro's x € 1.000 Omgerekend naar uren
Programmadeel 1 (of hogere MBW norm) 27.808 232.000
Programmadeel 2 13.941 117.000
Programmadeel 3 (excl. SSIB) 2.018 17.000
Programmadeel 4: Buiten werkprogramma (uren) 1.232 10.000
Specifieke uitkeringen Omgevingsdiensten 1.578 13.000
Totaal baten (excl. Programmadeel 4: Buiten werkprogramma (kosten)) 46.577 389.000

In het najaar 2025 stellen we de werkprogramma’s 2026 op samen met de deelnemers. Hierin maken we definitieve afspraken omtrent het werkaanbod. 

Declarabiliteitsnorm
Voor de bepaling van de benodigde personele capaciteit om het werkaanbod van 389.000 uur uit te kunnen voeren, gebruikt de OMWB een declarabiliteitsnorm per fte. De declarabiliteitsnorm berekenen we door het aantal beschikbare uren per fte per jaar te verminderen met verlof en feestdagen, ziekteverzuim en niet-declarabele uren. Voor 2026 geldt een norm van 1.295 declarabele uren per fte. 

Bruto-netto-berekening Totaal uren
Beschikbare uren 1.879
Verlof en feestdagen 288
Verzuim 113
Niet-declarabele uren (o.a. overleg, opleiding, kwaliteitsmanagement, uren key users, OR/BHV) 183
Totaal declarabele uren 1.295

Benodigde personele capaciteit
Vanuit het werkaanbod (389.000 uur) bepalen we de benodigde personele capaciteit. Het werkaanbod realiseren we met inzet van eigen medewerkers en inhuurkrachten. In de begroting 2026 houden we rekening met een personele capaciteit van 362 fte eigen medewerkers, waarvan 292 fte in het primaire proces. Het werkaanbod ligt hoger dan we met eigen medewerkers in het primair proces kunnen bewerkstelligen. Het verschil realiseren we met inzet van externe inhuur; dit betreft circa 10 fte.  

In onderstaande tabel staat een vergelijking van de capaciteit in fte, zoals opgenomen in de jaarrekening 2024, de eerste begrotingswijziging 2025 en deze begroting 2026. 

Primair proces Jaarrekening 2024 1e begrotingswijziging 2025 Begroting 2026
Eigen medewerkers 250 282 292
Externe inhuur 30 26 10
Totaal 280 308 302

Tarief
De OMWB hanteert in de begroting een gemiddeld, voorcalculatorisch uurtarief voor de geraamde bijdragen van deelnemers. De facturatie (afrekening ten opzichte van de bevoorschotting) vindt plaats tegen de gedifferentieerde nacalculatorische tarieven, gebaseerd op de functionele inschaling van de uitgevoerde werkzaamheden.

Het voorcalculatorische gemiddelde tarief voor 2026 stijgt met 2,61% ten opzichte van het tarief voor 2025. Uitgangspunt voor de tariefbepaling 2026 is het tarief van € 116,75, zoals vastgesteld in de 1e begrotingswijziging 2025. We pasten het tarief aan met de indexaties voor 2026, volgens de septembercirculaire 2024 d.d. 17 september 2024 (loon- en prijspeil). Daarnaast kan door verjonging van de organisatie en de aanschaf van ICT apparatuur (in plaats van lease) het tarief naar beneden bijgesteld worden met € 1,00. Deze vermindering komt bovenop de daling van het tarief van € 1,15 in 2025. Het gemiddelde, voorcalculatorische, tarief voor 2026 bedraagt afgerond € 119,80 (gemiddeld tarief van de 1e begrotingswijziging 2025 bedraagt € 116,75).  

Omschrijving Effect op tarief  Bedrag per uur
Tarief 2025   € 116,75
Indexatie 2026 3,48% € 4,06
Kostencorrectie - € 1,00 - € 1,00
Tarief 2026 2,61% € 119,80


 In de tabel in bijlage 1 is een specificatie van de deelnemersbijdragen opgenomen.