Beleidsbegroting

(Beleids-)ontwikkelingen

Terug naar navigatie - (Beleids-)ontwikkelingen - (Beleids-)ontwikkelingen

In dit hoofdstuk volgen de belangrijkste ontwikkelingen voor de OMWB. In de Kaderbrief 2026 kwamen deze ontwikkelingen reeds aan de orde. In deze begroting vertalen we de beleidsmatige ontwikkelingen verder naar financiële consequenties voor de OMWB en de deelnemers.

Net als voorgaande jaren, ligt in 2026 de focus van de OMWB op de uitvoering van de taken rondom vergunningverlening, toezicht, handhaving, klachtenafhandeling, advisering en specialistische taken rondom externe veiligheid, bodem, licht, geluid, lucht, geur en juridische advisering. De inzet van het VTH-instrumentarium beweegt mee met de veranderende leefomgeving. De OMWB wil het effect van zijn inzet zo groot mogelijk maken en tegelijkertijd zo efficiënt mogelijk de taken voor zijn deelnemers uitvoeren.

Samenwerking is essentieel in 2026 en de daaropvolgende jaren. Thema’s als energie, klimaat en CO2 uitstoot verminderen, stikstof, PFAS,  milieuthema's in het Omgevingsplan, en risico- en datagericht werken vloeien voort uit landelijke ontwikkelingen en vereisen samenwerking met verschillende overheidsorganisaties.

Samengevat verwachten we:

T.a.v. de VTH-taakuitvoering:

  • Steeds meer risicogericht en resultaatgericht toezicht en handhaving. Daarvoor moeten we meer data ontsluiten om te bepalen waar het risico het grootst is voor de leefomgeving en het effect van onze inzet maximaal is.
  • Onze inzet zal zich steeds meer organiseren rondom maatschappelijke thema’s en risico’s in de leefomgeving. Denk aan Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS), klimaat, energie, circulaire economie, ketengericht toezicht en de gebiedsgerichte aanpak. We verwachten een toename van toezicht op bovengenoemde thema’s en daarmee een verschuiving in de vormen van toezicht.
  • Meer branche- en datagerichte inzet, waarbij we steeds meer toewerken naar een regionale aanpak, zoals vastgelegde in het hernieuwde GUK. 
  • Milieuthema's uitwerken in planregels ten behoeve van het opstellen van het Omgevingsplan.
  • Ontwikkelingen rondom circulaire economie blijven volgen en vertalen, en hier, indien nodig, de eigenaren over te adviseren en bedrijven voorlichting te geven over hoe ze hier invulling aan kunnen geven.
  • Over het relatief nieuwe onderwerp gezondheid, zijn we met de drie Brabantse Omgevingsdiensten in overleg met de drie Brabantse GGD’n. Dit gaat over luchtkwaliteit, uitstoot van agrarische en industriële bedrijven, de geurproblematiek, PFAS etc. Een belangrijke vraag daarbij is hoe we inhoudelijke gezondheidsadviezen van de GGD kunnen betrekken bij ons toezicht en vergunningverlening. Zeker door het verschil in wetgeving (vanuit gezondheid of vanuit milieu) is dit niet eenvoudig te integreren. De ambitie van alle partijen is dat in 2026 een werkbare systematiek ontwikkeld is.
  • Door de Omgevingswet komt een verschuiving van minder vergunningverlening naar meer toezicht en handhaving, met meer sturing op basis van monitoringswaarden en bevindingen in de leefomgeving.
  • Een adviserende rol in de (regionale) beleidsvorming van omgevingsvisies en -plannen. De inzet van de OMWB richt zich op de uitvoerbaarheid van onze VTH- en adviestaken, en bijbehorende expertise. Maar ook op het belang van regionale afstemming van omgevingsplannen, om onder andere een wildgroei en versnippering van verschillende regels voor geluid, geur en lucht tegen te gaan.
  • Meer focus op monitoring van data van omgevingskwaliteit, om de kwaliteit in de leefomgeving te kunnen volgen, maatwerk te leveren en maatregelen te treffen en beoordelen.
  • Een rol in het definiëren van gewenste omgevingswaarden (gebiedsafhankelijk) in gemeentelijke visies en plannen. Aangevuld met een strategie waarmee we omgevingswaarden kunnen controleren en monitoren (in tijd).

T.a.v. de specialistische taakuitvoering:

  • Geluid: gemeenten moeten verplicht de basisgeluidemissie voor de gemeentelijke wegen met meer dan 1.000 motorvoertuigen per etmaal vaststellen. Deze basisgeluidemissie moeten ze vervolgens elke vijf jaar monitoren. Gemeenten doen dit voor het eerst op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip. Ze kunnen al starten met het verzamelen van de hiervoor benodigde gegevens. De OMWB kan dit samen met gemeenten uitvoeren als verzoektaak.
  • Geluid: de rekensystematiek voor gezoneerde industrieterreinen verandert. De bestaande 50 dB(A) contouren verdwijnen en worden vervangen door geluidproductieplafonds en een geluidaandachtsgebied. Deze moeten in de omgevingsplannen worden vastgelegd. De invoerdatum wordt met een Koninklijk Besluit kenbaar gemaakt. Gemeenten die gezoneerde industrieterreinen hebben, adviseren we om middelen vrij te maken voor deze aanpassing. De OMWB kan dit voor gemeenten uitvoeren als verzoektaak.
  • Geluid: met de inwerkingtreding van de Omgevingswet werd een nieuwe bijdrageregeling voor de sanering van verkeerslawaai van kracht. Dit betekent een mogelijke (forse) toename van nieuwe saneringsprojecten.
  • Lucht: schone en gezonde lucht is een actueel thema. Steeds meer gemeenten sluiten aan bij het Schone Lucht Akkoord. De leemte in het wettelijk kader (en bruidsschat) met betrekking tot het geurbeleid (definiëren en sturen op aanvaardbare hinderniveaus in de leefomgeving) op de beleidsthema’s industriële geurhinder, overlast particuliere houtstook en horeca-geuren, zet gemeentes voor problemen. Van de OMWB wordt verwacht een trekkende en adviserende rol in te nemen. De OMWB breidt in overleg met de provincie luchtkwaliteitsmetingen/locaties uit richting de meer belaste gebieden. Gemeenten kunnen inschrijven om in aanmerking te komen voor deze luchtkwaliteitsmonitoring.
  • Voor alle specialismen geldt dat de bruidsschat moet worden verwerkt in omgevingsplannen.
  • Natuurbescherming: de OMWB houdt haar deelnemers op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. Ook in 2026 zal de inzet van de OMWB (in samenwerking met de ODBN) op het stikstofdossier groot zijn. De exacte omvang is door telkens nieuwe (juridische) ontwikkelingen moeilijk in te schatten.
  • Externe veiligheid: met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het thema ‘externe veiligheid’ gemoderniseerd. Dit bracht diverse veranderingen teweeg, zoals een vernieuwde aanpak van het groepsrisico en een nieuwe database waarin we de informatie over externe veiligheidsrisico’s verzamelen, het Register Externe Veiligheid (REV). Bevoegde gezagslichamen moeten aan de slag met de definitieve vaststelling van omgevingsplannen. Door de complexiteit van externe veiligheid vervult de OMWB hierin een ondersteunende rol.

Hieronder volgen de inhoudelijke onderwerpen en welke impact zij hebben op de VTH-uitvoering en de specialistische taken.

Vanuit beleid naar uitvoeringsprogramma

Uitvoeringskaders

Terug naar navigatie - Vanuit beleid naar uitvoeringsprogramma - Uitvoeringskaders

In 2026 ontwikkelen we de nieuwe brancheplannen op basis van de risicoanalyse uit het GUK. Ook het actualisatieprogramma breiden we verder uit met nieuwe thema's. Met behulp van de ontwikkelde informatieproducten en de opgebouwde data brengen we de resultaten in kaart en stellen we mogelijk onze focuspunten uit het meerjarenprogramma bij. De werkzaamheden worden gefinancierd uit het programma collectieve taken. Impact OMWB 2026 en verder:

Impact Fin. Post Bedrag
Brancheplannen (we stellen er 14 op in 2026 conform planning GUK)             P3  €200.000
Opstellen actualisatie programma vergunningen   P3 €12.000
Onderzoek naar risicogerichte vergunningverlening       P3   €12.000

Opbouw programma

Terug naar navigatie - Vanuit beleid naar uitvoeringsprogramma - Opbouw programma

De programmabegroting bestaat uit vier programmadelen:

  • Programmadeel 1: vergunningverlening, toezicht, handhaving en klachten en niet-inrichting gebonden (NIG) taken
  • Programmadeel 2: adviezen en projecten
  • Programmadeel 3: collectieve taken
  • Programmadeel 4: overige exploitatiekosten

De programmaonderdelen staan hieronder nader toegelicht.

Programmadeel 1: vergunningverlening, toezicht en handhaving
Programmadeel 1 bestaat uit de wettelijke taken op het terrein van milieu, de zogenaamde VTH-milieutaken. Voor dit programmadeel vormt de in de vergadering van het Algemeen Bestuur van 8 december 2021 herziene MWB-norm, samen met het  herijkte GUK en het Level Playing Field (LPF) voor de niet-inrichtinggebonden taken de basis. De kaders van de MWB-norm en de NIG-taken zijn leidend voor de uitvoering van de wettelijke basistaken. 

Programmadeel 2: adviezen en projecten
In programmadeel 2 brengen deelnemers aan de hand van het werkprogramma de adviestaken op het terrein van milieu en overige taken uit het omgevingsrecht in. Deze zogenaamde verzoektaken omvatten de (milieu)metingen, adviezen en projecten op het gebied van bijvoorbeeld Brzo, geluid, bodem, (afval)water, lucht, asbest, communicatie, juridische zaken, bouwtaken, ruimtelijke planvormingsprocessen, externe veiligheid, duurzaamheid, energie en omgevingsbeleid. Deze taken hebben vaak een wettelijke grondslag, zijn onderdeel van beleidsambities, of bieden de opdrachtgever toegevoegde waarde en betreffen daarom niet-basistaken.

In 2026 verwacht de OMWB, op basis van uitgevoerde werkprogramma’s van voorgaande jaren, verzoeken en vragen voor onderzoek en advies af te handelen op het terrein van:

  • milieuadvisering voor RO;
  • externe veiligheid;
  • onderzoek en advies op het gebied van lucht, geluid, water, trillingen en licht;
  • vergunningverlening en toezicht bij niet-basistaak bedrijven en niet-inrichtingsgebonden taken;
  • gegevensbeheer en ambtelijke ondersteuning.

Programmadeel 3: collectieve taken
De deelnemers stellen jaarlijks het programma voor de collectieve taken vast, inclusief resultaatverplichtingen. Jaarlijks wordt samen met de klankbordgroep - bestaande uit vertegenwoordigers van deelnemers - het collectieve takenprogramma opgesteld en gemonitord. Het programma sluit aan bij de strategische agenda van de OMWB en wordt tevens gezien als de innovatiekalender van de OMWB. Deze innovatie wordt vanaf dit programma en in de toekomst in het collectieve takenprogramma geborgd en wordt tevens voldaan aan de eis uit het IBP om minimaal 1% van de omzet te gebruiken voor innovatie. Met de strategische agenda wordt invulling gegeven aan de missie en visie van de organisatie. 

Het programma bestaat grofweg uit twee onderdelen: structurele onderwerpen en incidentele onderwerpen.

De structurele onderwerpen bestaan uit: 

  • opstellen en monitoren van het programma; 
  • klachten- en crisisorganisatie, inclusief de 24/7 bereikbaarheid;
  • voormalige BPO-projecten (agrarisch) 
  • (bestuurlijke) samenwerking met partners, zoals OM, veiligheidsregio, waterschappen en andere omgevingsdiensten;
  • data-ontwikkeling voor informatiedeling en risicogericht werken;
  • het actueel houden van het inrichtingenbestand.

De meer incidentele projecten hebben betrekking op:

  • wetgeving en maatschappelijke ontwikkelingen, zoals Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS);
  • verbeteren en actualiseren van de VTH-gerelateerde taken; 
  • verkenningen, zoals stikstof en circulaire economie;
  • innoveren en kennisdelen.

Daarnaast is een klein bufferbedrag beschikbaar binnen het programma om in te kunnen spelen op actuele onderwerpen.

Programmadeel 4: aanvullende opdrachten 
In programmadeel 4 zijn de werkzaamheden ondergebracht die buiten voorgaande programma’s vallen. Het gaat hierbij om de levering van producten en diensten aan zowel deelnemers, als niet-deelnemers. Zowel de kosten van de levering, als de incidentele kosten (kosten om te komen tot contractafspraken) en structurele kosten (kosten voor coördinatie en bedrijfsvoering) van de organisatie worden doorbelast.

Strategische agenda

Primair proces

Inleiding

Terug naar navigatie - Primair proces - Inleiding

Deze paragraaf gaat in op de strategische activiteiten van het primair proces. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens stilgestaan bij diverse inhoudelijke onderwerpen. Tevens zijn de dekkingsbronnen vermeld, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen Programmadeel 2: Advies en Projecten, Programmadeel 3: Collectieve taken en Concern. 

  • Programmadeel 2: Advies en Projecten: In afstemming met de afzonderlijke deelnemers worden deze taken opgenomen in het werkprogramma; 
  • Programmadeel 3 Collectieve taken: De werkzaamheden worden opgenomen binnen het programma van de collectieve taken; 
  • Concern: De werkzaamheden worden verricht vanuit indirecte of improductieve uren als zijnde het verschil tussen de beschikbare uren en de declarabele uren. 

Omgevingswet

Terug naar navigatie - Primair proces - Omgevingswet

We verwachten dat het in 2025 duidelijker wordt hoe de Omgevingswet zich vertaalt naar de praktijk en welke impact deze heeft op de OMWB en haar eigenaren. De ervaringen en jurisprudentie die we opdoen, helpen ons om nieuwe of aangepaste inzichten te verkrijgen. Deze inzichten hebben invloed op de inzet van VTH-instrumenten (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving), de ontwikkeling van kengetallen en het opstellen van ons uitvoeringsprogramma. Naar verwachting ontstaat er pas rond 2027 een stabiele situatie, waarbij de impact van de Omgevingswet volledig in kaart is gebracht, geëvalueerd en op de juiste manier verwerkt in de uitvoering.

Een van de belangrijkste taken voor gemeenten is het opstellen en vaststellen van de kerndocumenten, zoals de omgevingsvisie en het Omgevingsplan. Het tijdelijke Omgevingsplan biedt voorlopig houvast, maar dit kunnen gemeenten tot uiterlijk 1 januari 2032 nog flink aanpassen. Gemeenten kunnen zelf het tempo en de fasering bepalen, wat enige onduidelijkheid met zich meebrengt. Deze versnippering zorgt er mogelijk voor dat de regels per gemeente variëren, wat leidt tot een onoverzichtelijke situatie en de uitvoering van VTH-taken bemoeilijkt.

Het actief bijhouden van jurisprudentie, het vertalen van jurisprudentie naar procedures, het opbouwen en analyseren van data voor de ontwikkeling van kengetallen, het herzien van de milieuleges en het actualiseren van het uitvoeringsprogramma betreffen kosten gefinancierd uit het programma collectieve taken (P3). Al deze acties zijn essentieel voor het goed laten verlopen van de implementatie van de Omgevingswet, en het waarborgen van een efficiënte en effectieve uitvoering in de komende jaren.

Gemeenten hebben tot 2032 de tijd om het tijdelijke Omgevingsplan om te zetten in één allesomvattend en definitief Omgevingsplan. Dit plan zal gebaseerd zijn op lokale ambities en bestaand beleid, waarbij de planregels gelden voor de gehele gemeente of voor specifieke functiegebieden. Milieuthema's maken eveneens deel uit van het Omgevingsplan, voor zover er op rijksniveau geen regels zijn vastgesteld, zoals bij Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

Wij gaven aan dat we graag mee willen denken bij het opstellen van de planregels voor de milieuthema's. Er bestaan verschillende redenen waarom onze betrokkenheid essentieel is. Door samen te werken kunnen we kosten besparen bij het opstellen van de planregels en tegelijkertijd de VTH-werkzaamheden (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) efficiënter uitvoeren. De voordelen van onze betrokkenheid zijn onder andere:

  • Het benutten van de regionale en lokale kennis en data van de OMWB.
  • Het uniformeren van de planregels, wat leidt tot:
    • kostenbesparing bij het opstellen van de planregels;
    • vergemakkelijking van de VTH-uitvoering door de OMWB en efficiëntere uitvoering van de werkzaamheden;
    • versterking van de handhaafbaarheid van de regels.

Het Dagelijks Bestuur (DB) en Algemeen Bestuur (AB) reageerden positief op het voorstel om de planregels binnen de regio te uniformeren, met ruimte voor lokale aanpassingen op basis van specifieke ambities.

In 2026 werken wij de drie milieuthema’s volledig uit, en in 2029 zijn alle milieuthema’s afgerond. Op basis van lokale ambities en voorwaarden specificeren wij het pakket met planregels voor de betreffende gemeenten. Deze laatste stap maakt geen deel uit van de collectieve inspanning van de OMWB. De uitwerking van de milieuthema’s wordt gefinancierd uit het programma collectieve taken (P3). Impact OMWB 2026 en verder:

Impact Fin post Bedrag
Bijhouden jurisprudentie i.v.m. uitvoerende werkzaamheden OMWB         P3 € 15.000
Ow-proof maken van het werkprogamma gebaseerd op kengetallen   P3    € 15.000
Planregels opstellen voor 3 milieuthema's        P3    €90.000

Interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel

Terug naar navigatie - Primair proces - Interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel

Het Interbestuurlijk Programma (IBP) leverde een aantal belangrijke producten op, die we de komende jaren verder uitwerken en implementeren. Samen met verschillende overheidsorganisaties vertaalt de OMWB de resultaten van de pijlers in de toekomst naar concrete acties en beleid. Deze uitwerking en implementatie dragen bij aan de realisatie van de gestelde doelen binnen het IBP.

In 2025 zijn de samenwerkingsafspraken van het ministerie van I&W, IPO en VNG ondertekend. De OMWB verwacht een bijdrage te leveren aan ODNL bij het uitvoeren van deze activiteiten. De financiering van de werkzaamheden komt uit subsidies. Indien subsidies de werkzaamheden niet volledig dekken leggen we een claim op een deel van het collectieve taken budget. Hiervoor staat € 65.000 gereserveerd.

Circulaire economie

Terug naar navigatie - Primair proces - Circulaire economie

De OMWB zet in op het ophalen, delen en overbrengen van kennis en data op het gebied van Circulaire Economie. Ook nemen we Circulaire Economie als primaire taak op in het werkprogramma. We werken aan een netwerk en kennisloket.

Stikstof

Terug naar navigatie - Primair proces - Stikstof

Stikstof is overal om ons heen en is op zichzelf niet schadelijk voor de mens. Het vormt een belangrijke voedingstof voor planten. Sommige stikstofverbindingen brengen echter wel schade toe aan onze gezondheid en aan de natuur (en zeker de Natura 2000 gebieden). De uitstoot moet daarom omlaag.

Bij de stikstofcrisis van de laatste jaren draait het om twee stikstofverbindingen: NOx en stikstofverbindingen uit boerenbedrijven, meestal in de vorm van ammoniak. Deze slaan neer in de natuur en werken als voedingstof. Daardoor groeien sommige planten beter dan andere, wat de biodiversiteit bedreigt. Stikstofverbindingen veroorzaken smog en fijnstof en zijn daarmee ook slecht voor de mens. Ze veroorzaken gezondheidsproblemen, zoals astma. 

Binnen het thema stikstof richten we ons op zowel de neerslag van stikstof vanuit de landbouw, als het vrijkomen van stikstofoxide uit andere bronnen, zoals verkeer en industrie. Zowel in het agrarische en industriële domein verwachten we in komende jaren regionale en landelijke ontwikkelingen die (grote) impact hebben op de uitvoering van onze VTHKA-activiteiten. Ook recente (2024) gerechtelijke uitspraken en het instellen van een ministriële commissie stikstof is van invloed op onze taakuitvoering.

Zeer zorgwekkende stoffen

Terug naar navigatie - Primair proces - Zeer zorgwekkende stoffen

Voor ZZS spelen naar verwachting in 2026 de volgende zaken:

  • Samenwerking en kennis delen met ODNL en RIVM ten aanzien van gemeenschappelijk kwesties ZZS, zoals opstellen van standaarden en handboeken, en het maken van landelijke afspraken waar nodig;
  • Regionale samenwerking van de drie Brabantse omgevingsdiensten en de GGD in Noord-Brabant, voor kennis delen en een gelijke aanpak van ZZS. Dit gaat in afstemming met de provincie, met name ten aanzien van beleid;
  • Voor de provincie vindt er een doorloop van de ZZS-inventarisaties plaats bij afvalverwerkers. Bij een deel van de afvalverwerkers zijn we dan nog bezig met het ophalen en beoordelen van vermijdings- en reductieprogramma's (VRP's) voor ZZS;
  • Bij de gemeenten zijn we bezig met de laatste ZZS-inventarisaties van bedrijven, en het ophalen en beoordelen van de laatste VRP's, inclusief die van afvalverwerkers.;
  • Onder de Collectieve Taak ZZS hebben alle medewerkers die aan ZZS werken regelmatig afstemmingsoverleg en zorgt deze projectgroep voor het doorsluizen van informatie en kennis naar alle VTH-medewerkers van de OMWB. 

Energietransitie

Terug naar navigatie - Primair proces - Energietransitie

In Nederland is de energietransitie al in gang, maar om de doelstellingen te behalen, is een versnelde aanpak nodig. Dit komt vooral doordat het elektriciteitsnet niet voldoende capaciteit heeft om de opgewekte stroom te transporteren, en vraag en aanbod goed op elkaar af te stemmen. Daarnaast vormt energieopslag een uitdaging, omdat de huidige technologieën duur zijn, of nog in de ontwikkelingsfase zitten. Gezien de snelle ontwikkelingen verwacht men in 2026 meer duidelijkheid over elektrificatie en productie, transport en opslag van waterstof en waterstofdragers. Beide ontwikkelingen gaan zeker impact maken op bestaande en nieuwe bedrijven en transportassen (spoor, weg, buisleidingen) binnen Midden- en West-Brabant. Op dit moment zorgt de netcongestie in deze regio voor vertraging van de verduurzaming en economische ontwikkeling.

De OMWB houdt de ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie in beeld. De dienst wil vroegtijdig met haar kennis betrokken zijn bij die ontwikkelingen waar zij in de loop van het traject een rol speelt bij de vergunningverlening. Een voorbeeld van een dergelijke grootschalige ontwikkeling is powerport (gebied tussen Moerdijk en Geertruidenberg).

Om de Europese doelstelling te behalen en de economie in de regio te laten floreren, is het noodzakelijk dat de OMWB een proactieve rol inneemt bij;

  • Bespreken van nieuwe (innovatieve) ontwikkelingen;
  • In beeld brengen van kansen en (externe veiligheids)risico’s;
  • Informeren en stimuleren van bedrijven;
  • Toetsen van vergunningaanvragen en zorgen voor een voortvarende vergunningverlening;
  • Toezien op een veilige toepassing van nieuwe, duurzame technologieën.

Dit vraagt focus, aanvullende kennis en een extra impuls voor de OMWB op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Advies. 

Kosten:
Om de OMWB op een adequate wijze voor te bereiden op deze taak en te zorgen voor een efficiënte uitvoering, afhankelijk van deze nieuwe ontwikkelingen, moeten we investeren in:

  • kennis over (innovatieve) ontwikkelingen t.b.v. informeren, vergunnen, toezichthouden en adviseren;
  • deelname aan netwerken om proactief mee te kunnen denken over de ontwikkelingen;
  • in beeld brengen van de algemene en lokale (externe veiligheids)risico’s t.g.v. de energietransitie;
  • Impact OMWB 2026 en verder,
Impact Fin post Bedrag
Vertalen van energietransitie naar uitvoerende producten OMWB        P3  € 60.000

Klimaatverandering

Terug naar navigatie - Primair proces - Klimaatverandering

Klimaatverandering beïnvloedt rechtstreeks ons advieswerk en de activiteiten waar wij vergunningen voor verlenen en toezicht op houden. Denk bijvoorbeeld aan de gevolgen van droogte, hogere temperaturen en wateroverlast voor de bedrijfsvoering van ondernemers, op verspreiding van grondwaterverontreiniging en op onze inzet bij calamiteiten.  

Klimaatverandering kan de OMWB in de toekomst raken. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Bescherming van ecosystemen: veel ecosystemen zijn kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering, zoals veranderingen in temperatuur of waterbeschikbaarheid. Door maatregelen te nemen, kunnen we deze ecosystemen beter ondersteunen en hun diensten behouden, zoals biodiversiteit of waterzuivering;
  • Langdurige effectiviteit: klimaatadaptatie is vaak kosteneffectiever dan het proberen te herstellen van de schade, die zonder aanpassing kan optreden. Het voorkomt hogere kosten in de toekomst;
  • Economische stabiliteit: extreme weersomstandigheden kunnen de economie ernstig verstoren, bijvoorbeeld door oogsten te vernietigen, schade aan infrastructuur te veroorzaken, of kosten te verhogen voor hulpverlening. Adaptatie helpt om schade te beperken en de veerkracht van economische sectoren te vergroten.

Kortom, klimaatadaptatie zorgt ervoor dat we proactief omgaan met de onvermijdelijke veranderingen die plaatsvinden, zodat we de negatieve impact kunnen minimaliseren en ons kunnen aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Klimaatadaptatie is daarmee een onvermijdbaar onderwerp voor de OMWB. Daarnaast biedt het kansen en mogelijkheden om onze taken uit te breiden als we onze expertise over dit onderwerp vergroten. Door expertise op te bouwen kunnen we werken aan het beschermen van de veiligheid en een gezonde, duurzame leefomgeving in onze regio. Aan de hand van een verkenning moet blijken in hoeverre de OMWB aan regionale en landelijke ontwikkelingen kan bijdragen en waar expertise gewenst is.

Biodiversiteit/ groene wetgeving

Terug naar navigatie - Primair proces - Biodiversiteit/ groene wetgeving

Europese wetgeving, de "EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030", verplicht lidstaten om de natuur opnieuw in ons leven te integreren. Tegen 2050 moeten de ecosystemen wereldwijd zijn hersteld, veerkrachtig zijn en adequaat worden beschermd.

Gezonde ecosystemen zijn essentieel voor de basisbehoeften, die wij vaak als vanzelfsprekend beschouwen. Planten zetten zonne-energie om en maken deze beschikbaar voor andere levensvormen. Bacteriën en andere organismen breken organisch materiaal af tot voedingsstoffen, die zorgen voor een gezonde bodem. Bestuivers zijn cruciaal voor de voortplanting van planten, die ons voedsel garanderen. Planten en oceanen zijn belangrijke koolstofputten en de watercyclus is afhankelijk van levende organismen. Kortom, biodiversiteit zorgt voor schone lucht, fris water, gezonde bodem en bestuiving van gewassen. Het speelt een grote rol in het bestrijden van klimaatverandering, vergroot ons aanpassingsvermogen en vermindert de impact van natuurrampen. Aangezien levende organismen met elkaar verbonden zijn binnen dynamische ecosystemen, kan het verdwijnen van één soort verstrekkende gevolgen hebben voor onze voedselketen.

De OMWB voert al enkele jaren toezicht uit op de groenwetgeving voor de provincie. Met de komende Europese wetgeving is er extra aandacht nodig van gemeenten om biodiversiteit effectief te integreren. Vanaf 2026 kan de OMWB op verzoek (P2) bij de uitvoerende VTHKA-taken actief rekening houden met het behoud en de verbetering van de biodiversiteit.

Impact OMWB 2026 en verder:

Impact Fin. post Bedrag
Bijhouden van nieuwe ontwikkelingen op gebied van biodiversiteit en groene wetgeving   P3  € 30.000
VTHKA-instrumentarium toepassen t.b.v. behouden en verbeteren biodiversiteit P2   € 60.000
Overdracht van kennis naar de VTH-medewerkers Concern € 10.000

Kaderrichtlijn Water

Terug naar navigatie - Primair proces - Kaderrichtlijn Water

De OMWB speelt de komende jaren een belangrijke rol bij het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor 2027, met een sterke focus op indirecte lozingen. In 2026 ligt de nadruk op het verbeteren van de aanpak van indirecte lozingen van bedrijfsafvalwater, die invloed hebben op de oppervlaktewaterkwaliteit. De OMWB gaat hiervoor nauw samenwerken met waterschappen, Rijkswaterstaat, gemeenten en de provincie, met als doel de vergunningverlening, toezicht en handhaving te versterken.

In samenwerking met de provincie Noord-Brabant en regionale gemeenten zorgen wij voor het KRW-proof maken van vergunningen voor bedrijven, die afvalwater op de riolering lozen. In 2025 ontwikkelen we een systematiek om deze bedrijven te prioriteren en in 2026 starten we met het toezicht op bedrijven, waarvan de indirecte lozing vermoedelijk niet aan de vereisten voldoet.

Verder zal de OMWB de samenwerking met waterschappen verbeteren, kennis uitbreiden en het aantal reguliere toezichtcontroles op indirecte lozingen verhogen. Dit alles ondersteunen we met een versterkte capaciteit en kennis binnen de organisatie. Door capaciteitsverschuiving vanuit andere aspecten van de reguliere toezichtcontroles geven we meer aandacht aan het wateronderdeel, en zorgen we ervoor dat we de waterkwaliteit binnen Brabant beschermen en verbeteren.

De inzet richt zich met name op:

  • Het uitbreiden van kennis en capaciteit voor toezicht op indirecte lozingen bij toezichthouders en specialisten;
  • Het verhogen van het aantal reguliere toezichtcontroles en gezamenlijke controles met de waterschappen, waarbij we bij geselecteerde bedrijven ook afvalwatermonsters afnemen (zowel op reguliere als KRW-parameters, en waar relevant ook ZZS);
  • Het afstemmen van de toezichtprogramma’s van omgevingsdiensten en waterschappen wat betreft prioriteiten, planning en uitvoering;
  • Het versterken van het netwerk van betrokken partijen.

Gezondheid

Terug naar navigatie - Primair proces - Gezondheid

De belangstelling voor het voorkomen van gezondheidsschade bij burgers groeit, vooral door casussen zoals Tata Steel, Chemours en 3M. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) deed in 2023 aanbevelingen om de bescherming van omwonenden te verbeteren, waaronder het versterken van de verantwoordelijkheden van bevoegde gezagen en omgevingsdiensten. Het Rijk nam deze aanbevelingen op in de Actieagenda Industrie en Omwonenden, waaraan de OMWB met haar kennis van metingen een essentiële bijdrage levert.

Een belangrijk initiatief in dit kader is het Schone Lucht Akkoord (SLA), dat streeft naar een vermindering van gezondheidsschade door luchtvervuiling met 50% in 2030. De OMWB speelt samen met de GGD een sleutelrol in het ondersteunen van gemeenten bij hun deelname aan dit akkoord. Gezondheid en een gezonde leefomgeving zijn belangrijke thema's voor de OMWB. We hebben veel ervaring in het monitoren van schone lucht, water, bodem en geluidshinder. Geur wordt hierin ook een steeds belangrijker thema. 

De Omgevingswet biedt nieuwe mogelijkheden om gezondheid te borgen binnen vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Het monitoringsplan, dat bedrijven verplicht om hun emissies continu te controleren, speelt hierin een belangrijke rol. Gemeenten kunnen via hun Omgevingsplan regels opnemen om gezondheidseffecten te beperken. De OMWB gaat steeds vaker samenwerken met de GGD bij het adviseren over overlastsituaties en het beoordelen van gezondheidsrisico’s, op basis van metingen van concentraties en blootstelling van omwonenden.

De OMWB heeft daarnaast veel ervaring met het aanpakken van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) en werkt aan een integrale benadering van gezondheid binnen haar VTH-taken. In dit proces is de samenwerking met de GGD van essentieel belang. Deze samenwerking richt zich vooral op het delen van kennis en het bieden van gedegen advies in situaties waarin gezondheidseffecten mogelijk een rol spelen. 

Samenvattend, de OMWB speelt een belangrijke rol in het verbeteren van de gezondheid van omwonenden, met een focus op luchtkwaliteit, water, bodem en geluid. Door de samenwerking met de GGD kunnen beide organisaties de gezondheidseffecten van industriële activiteiten en andere milieuvervuiling beter monitoren en bijsturen, zodat we werken aan een gezondere leefomgeving voor de toekomst. De financiering van de (voorbereidende) werkzaamheden komt uit het programma Collectieve taken (P3). We gaan er vooralsnog vanuit dat de inzet van de VTHKA-instrumenten niet kostenverhogend werkt binnen de uitvoeringsprogramma's. 

Impact OMWB 2026 en verder:

Impact Fin. post Bedrag
De Actieagenda Industrie en Omwonenden doorvertalen naar de uitvoering van de OMWB         P3 € 15.000
Inzet geografisch informatiesysteem voor in beeld brengen ‘hot spot’ gebieden P3 € 80.000
Intensiveren van VTHA op gebied van gezondheid   P1/P2     € 50.000
Programmeren van de taken in het werkprogramma  P1/P2     € 10.000
Overdracht van kennis – o.a. van de nieuwe instrumenten in de Omgevingswet - naar de VTHA-medewerkers Concern    € 10.000

Doorontwikkeling VTHKA

Terug naar navigatie - Primair proces - Doorontwikkeling VTHKA

In 2026 worden de nieuwe brancheplannen ontwikkeld op basis van de risicoanalyse uit het GUK. Ook het actualisatieprogramma wordt verder uitgebreid met nieuwe thema's. Met behulp van de ontwikkelde informatieproducten en de opgebouwde data brengen we de resultaten in kaart en stellen we mogelijk onze focuspunten uit het meerjarenprogramma bij. We financieren de werkzaamheden uit het programma collectieve taken.  

Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV)

Terug naar navigatie - Primair proces - Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV)

Door onoverzichtelijkheid en vele stapelingen van (wijzigings-)besluiten, en de tijdrovende en omslachtige processen rond het actualiseren van vergunningen, ontstond behoefte om vergunningverlening slimmer te organiseren. De Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV) moet deze knelpunten oplossen. We volgen landelijke ontwikkelingen en voeren pilots uit om in de toekomst adequaat en efficiënt te werken. In 2025 starten we met het omzetten van Seveso-vergunningen in DIGI-V (onderdeel van AADV). Tevens gaan we een implementatieplan opstellen. 

Op dit moment is er nog te weinig duidelijkheid wanneer het DIV beschikbaar komt voor de OMWB, en vanaf wanneer we met de implementatie van AADV aan de slag kunnen. De verwachting is wel dat de voorbereidingen daarvoor in 2026 zullen starten. 

Kwaliteitszorgsysteem

Terug naar navigatie - Primair proces - Kwaliteitszorgsysteem

Kwaliteitsmanagement
Een belangrijk doel voor 2025 is het documenteren (en waar mogelijk optimaliseren) van alle processen binnen OMWB. Vanaf 2026 gaan we dit verder uitbouwen. Niet alleen wordt het kwaliteitsmanagementsysteem verder onderhouden, er komt ook een auditprogramma waarmee we een groot aantal audits zullen uitvoeren. 

Naast verbetermogelijkheden binnen de eigen organisatie kijken we in 2026 ook naar de voortgang op de gebieden van medewerkerstevredenheid, klanttevredenheid en leveranciersbeoordeling. Ook andere belangrijke zaken pakken we op in 2026, zoals het opzetten van een continu trainingssysteem om alle medewerkers periodiek te trainen met betrekking tot een correcte uitvoering van de vastgestelde processen. Tevens stellen we als doel om in 2026 de afspraken omtrent informatiebeveiliging in het kwaliteitsmanagementsysteem te verankeren.

Kwaliteitscriteria 3.0 
De OMWB moet voldoen aan de kwaliteitscriteria VTH. De kwaliteitscriteria bestaan nu nog uit de kritische massa (onderdeel B) en de procescriteria (onderdeel C). De externe toetsing toont aan dat we volledig voldoen aan de huidige versie (2.3) van deze kwaliteitscriteria. Per 1 januari 2025 is versie 3.0 ingegaan. Deze overgang heeft impact op de OMWB, en zeker voor de deelnemers. In 2026 (samen met de jaarrekening over 2025) leveren we het eerste rapport op.

De belangrijkste wijzigingen:

  • Competentiemanagement doet zijn intrede, als onderdeel D. Een belangrijke aanvulling, die qua toetsing en opleiding veel gevolgen heeft. Ook in financiële zin;
  • We nemen een nieuw deskundigheidsgebied op, namelijk betrokkenheid van de OD’s bij het opstellen van omgevingsplannen;
  • De organisaties met beperkt werkaanbod op de KC moeten ook voldoen aan kritieke massa (onderdeel B);
  • Het uitbesteden van VTH-kerntaken is in veel gevallen niet (meer) toegestaan aan marktpartijen;
  • Bij het uitbesteden van niet VTH-kerntaken aan een derde (commerciële) partij (niet zijnde de OD), is het bevoegd gezag verantwoordelijk voor de kwaliteit. In het contract moet staan dat de uitbesteding voldoet aan de kwaliteitscriteria;
  • Bij detachering/ inhuur is de overheidsorganisatie zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uitgevoerde taken en in staat deze zelf te beoordelen. Daarvoor moet de overheid zelf minimaal één persoon in dienst hebben, die beschikt over de betreffende deskundigheden.
  • Er komen striktere ondergrenzen voor de kritieke massa (aantal uur per medewerker en fte's).

Deze wijzigingen zijn echt van betekenis. Voldoen aan de eisen voor de kritieke massa lijkt geen groot probleem te worden. De uitdaging zit in het juist uitbesteden van werk en inhuur, die tevens moet voldoen aan de kwaliteitscriteria. Voor een aantal van onze deelnemers wordt het lastig, zo niet onmogelijk, om te kunnen voldoen aan deze (nieuwe) kwaliteitscriteria, gezien de merkbare (te) magere bezetting op de milieu-gerelateerde thema's.

Het jaar 2025 vormt een overgangsjaar. Per 2026 moeten de OMWB én onze deelnemers gaan voldoen aan de criteria. 

Brandveiligheid

Terug naar navigatie - Primair proces - Brandveiligheid

Onder brandveiligheid verstaan wij het beschermen van bouwwerken en mensen tegen het ontstaan van brand en de gevolgen van brand. Dit is een belangrijk onderwerp binnen VTH, met verschillende invalshoeken die we aanpakken. De VTH-uitvoering kent twee sporen: enerzijds richten we ons op de bescherming van het milieu en de veiligheid, en anderzijds op de bouwkundige aspecten van brandveiligheid. Het wettelijk kader voor brandveiligheid is vastgelegd in de Omgevingswet en het Besluit bouwwerken leefomgeving.

Lokale en regionale overheden hebben binnen dit wettelijke kader hun eigen specifieke bevoegdheden. De omgevingsdiensten zijn namens de bevoegde gezagen van gemeenten en provincies betrokken bij de uitvoering van maatregelen voor de bescherming van de omgevingsveiligheid. De Veiligheidsregio kan in sommige gevallen optreden als (wettelijke) adviseur binnen dit kader en heeft op basis van de Wet veiligheidsregio’s eigen taken en bevoegdheden.

Op dit moment is het toezicht op brandveiligheidsvoorzieningen ad hoc en gefragmenteerd. Om een adequaat brandveiligheidsniveau te waarborgen en te zorgen dat voldaan wordt aan kwaliteitscriteria 3.0, is het essentieel dat de we samenwerking tussen de verschillende overheidsinstanties versterken. Hierbij moeten de rollen, taken en bevoegdheden duidelijk worden gedefinieerd, met de focus op preventie.

De OMWB gaat voor provinciale bedrijven risicogericht toezicht uitvoeren op brandveiligheidsaspecten (opdracht P1). Daarnaast kan de OMWB, indien gewenst, deze taak ook op verschillende niveaus voor gemeenten uitvoeren (opdracht P2), variërend van een oog- en oorfunctie, tot een volledige risicogerichte uitvoering. Op basis van de uitgevoerde controles verzamelen we data, die in de toekomst bijdraagt aan het verbeteren van het risicogerichte toezicht. Door deze gegevens te analyseren, kunnen we brandveiligheidsmaatregelen steeds effectiever maken en de samenwerking tussen overheidsinstanties verder optimaliseren.

Impact OMWB 2026 en verder:

Impact Fin. post Bedrag
Intensiveren van preventief toezicht op brandveiligheid bij provinciale bedrijven         P1 € 80.000
Intensiveren van preventief toezicht op brandveiligheid bij gemeentelijke bedrijven  P2 € 20.000
Programmeren van de taken in het werkprogramma   P3    € 10.000
Overdracht van kennis naar de VTH-medewerkers Concern € 10.000

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Inleiding

Deze paragraaf gaat in op de activiteiten van de afdeling bedrijfsvoering. Het reguliere werk van de afdeling bestaat uit het verzorgen van goede financiële processen, betrouwbare HRM-processen, een goed functionerende ICT-omgeving, een communicatieve organisatie en een degelijke facilitaire ondersteuning. Daarnaast beschikt de afdeling over adviseurs, die de organisatie adviseren op bedrijfsvoeringsthema’s. Control vormt een steeds belangrijkere rol. Een goed functionerende organisatie kan niet zonder ingebouwde checks and balances. De afdeling kent resumerend verschillende rollen:

  • kaderstellend/ beleidsvormend;
  • (business) control(-erend);
  • faciliterend/ dienstverlenend;
  • ontzorgend;
  • adviserend.

De afdeling bedrijfsvoering kent een aantal budgetten (personeel, ICT, facilitaire kosten en overig), die we veelal voor het reguliere werk inzetten. De hoogte van de begroting is leidend voor de eventueel op te pakken activiteiten, tenzij deze een (extra) impuls vragen.

Voor 2026 kennen we in de verbetering van het reguliere werk een aantal speerpunten die we graag willen benoemen. Compliance vormt een speerpunt. In 2024 investeerden we in Informatiebeveiliging (het voldoen aan de BIO en NIS/2). In 2026 willen toegroeien naar een volledig ingericht ISMS. De wereld wordt dankzij digitalisering kleiner en kansrijker, maar ook complexer om te managen. We gaan investeren in AI en Robotjes. Tegelijkertijd vraagt het toegenomen dataverkeer om steeds verdergaande (beveiligings-)maatregelen. 

We staan verder uitgebreider stil bij twee onderwerpen die in 2026 spelen: de huisvesting en de financieringssystematiek. 

Datagedreven werken

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Datagedreven werken

In 2026 zet de OMWB het programma datagedreven werken voort, dat we in 2025 begonnen. Het programma richt zich op de inspanningen op het gebied van het verzamelen, ontwikkelen en toepassen van data, en de daaruit resulterende informatie organisatiebreed en in samenhang voort te brengen. Informatie die intern, maar ook extern gedeeld kan worden. In het programma zoeken we de balans tussen enerzijds het ontwikkelen van informatieoplossingen, en anderzijds het inrichten van de noodzakelijke processen, taken en rollen, om het datagedreven werken op robuuste wijze te kunnen implementeren in onze organisatie. Hiermee moet het programma op termijn opgaan in de reguliere werkwijze van de OMWB onder de bestaande lijnverantwoordelijkheid. 

Deze visie en agenda zijn bepalend tijdens het tweede programmajaar 2026. In dat jaar werken we, naast het opleveren van de gewenste informatieoplossingen, verder aan de benodigde structuren voor het groeien naar een volgend volwassenheidsniveau. Daarnaast gaat de OMWB binnen het programma aan de slag met de aanbevelingen en implementatievoorstellen vanuit het IBP. 

Impact OMWB 2026 en verder:

Impact Fin. post Bedrag
Ontwikkelen nieuwe informatieproducten              Concern/ P3     € 200.000
Activiteiten van het programma Concern € 50.000

Informatievoorziening

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Informatievoorziening

Het belang van een kwalitatief hoogwaardige informatievoorziening nam de laatste jaren sterk toe. De OMWB investeerde de afgelopen jaren volop in de modernisering van onze informatievoorziening. We beschikken op dit moment over een moderne, veilige, stabiele en flexibele werkplek. De snelle ontwikkeling van de technologie, in combinatie met de snel veranderende behoefte in de omgeving, maakt dat we niet stil kunnen zitten. Vanuit een stabiele basis ontwikkelen we onze informatievoorziening komende jaren stapsgewijs door. Het belangrijk dat we onze collega’s hierin goed meenemen. We investeren komende jaren daarom naast de technologische randvoorwaarden ook actief in onze (digitale) vaardigheden.

GIS/GEO

De aanbesteding voor een geodatabase en GIS-viewer ronden we naar verwachting in de loop van 2025 af. 2026 staat in teken van implementatie van de nieuwe software en het opzetten van het GIS/GEO team. Hiervoor zijn in de begroting 2025 al middelen opgenomen. Hiermee krijgen we nieuwe mogelijkheden om actuele data over onze leefomgeving via digitale kaarten actief beschikbaar te  stellen aan onze collega's, deelnemers en andere ketenpartners. Daarnaast stelt het ons in staat om verschillende datasets in kaartlagen te combineren en complexere analyse te maken. Verder willen we GIS/GEO inzetten om dossiers inzichtelijk te maken voor de deelnemers. 

Landelijke ontwikkelingen  - Programma Digitaal stelsel VTH

In 2025 ging het Interbestuurlijke Programma (IBP) Pijler 3 (Informatievoorziening) over in het Programma digitaal stelsel VTH, onder regie van ILT. Belangrijkste prioriteiten hierbij zijn het implementeren van het conceptueel informatiemodel VTH, het landelijk register milieubelastende activiteiten (rMBA), datakwaliteit toezicht en de Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV). Deze landelijke ontwikkelingen worden in 2026 stapsgewijs verder doorontwikkeld en geïmplementeerd. De OMWB volgt deze ontwikkelingen op de voet en vertaalt ze naar de eigen bedrijfsvoering. Activiteiten voeren we grotendeels binnen bestaande capaciteit uit met ondersteuning vanuit ODNL en waar nodig aangevuld met landelijke subsidies. 

Zaakgericht werken

In 2024 en 2025 zijn de nodige stappen gezet om de VTH-processen zaakgericht in te richten van aanvraag tot aan publicatie en archivering. Nu het zaaksysteem (Rx.Mission) is ingericht zetten we de stap om bestaande processen verder te verbeteren. We werken onder andere aan mogelijkheden om besluiten vanuit het zaaksysteem geautomatiseerd te publiceren namens onze deelnemers, en het archiveren van milieudossiers in opdracht van onze deelnemers. Dit werkt efficiënter en minder foutgevoelig. Daarnaast zetten we extra in op het verhogen van onze datakwaliteit, met een centrale rol voor het Omgevingsdossier. 

Digitale samenwerking

In 2024 startte het project Samen dezelfde (digi)taal, om een slag te maken in het verhogen van onze (digitale) vaardigheden. Dit met als doel om onze interne communicatie te verbeteren, digitale samenwerking te bevorderen en veilig informatie met elkaar te delen. We gebruiken de reeds aanwezige tools die Microsoft ons biedt (o.a. Teams, SharePoint en Onedrive). 2026 vormt het laatste jaar van dit driejarig programma. Hierna is het doel om dit onderwerp structureel te borgen binnen onze (lijn)organisatie. Op dit moment is er onvoldoende capaciteit om deze ontwikkeling structureel te ondersteunen. Om medewerkers blijvend te kunnen ondersteunen en faciliteren, en de mogelijkheden van de digitale werkplek verder te ontwikkelen, hebben we binnen de bestaande capaciteit van bedrijfsvoering behoefte aan een functioneel beheerder Microsoft365. 

RPA & AI 

Afgelopen jaren konden we administratieve en repeterende taken automatiseren door middel van Robot Process Automation (RPA). De opkomst van AI biedt ons kansen om aan de ‘handjes’ (robots) ook ‘denkkracht’ (AI) toe te voegen. In 2025 verkennen we de mogelijkheden, kansen, uitdagingen en risico’s, en ontwikkelen een visie voor verantwoorde inzet van AI binnen de OMWB die past binnen de ethische en juridische kaders. Enerzijds kijken we naar AI-toepassingen om dagelijkse werkzaamheden te vergemakkelijken (bijvoorbeeld CoPilot), anderzijds verkennen we AI-toepassingen waarmee we onze VTHKA-taken in de toekomst efficiënter en effectiever uit kunnen voeren (bijvoorbeeld het inhoudelijk beoordelen van rapportages). We trainen en ontwikkelen medewerkers in de omgang met AI (AI-geletterdheid) en we zoeken actief de samenwerking op met onze deelnemers, andere omgevingsdiensten en ketenpartners (zoals Mindlabs). 

Informatiebeveiliging & Privacy

In 2022 stelde de OMWB haar strategisch informatiebeveiligingsbeleid vast. De basis voor dit beleid is de NEN-ISO/IEC 27001:2017 en de daarvan afgeleide Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO, Staatscourant 19 april 2019). Het uitgangspunt is voldoen aan de onderdelen uit de BIO die relevant zijn voor de OMWB. 

Om te voldoen stemde het bestuur in met een investering in bewustwordingscampagnes en mankracht. In 2024 nam de OMWB een Information Security Officer en Privacy Officer aan. Ondertussen deed Nis2 zijn intrede. Dit is Europese wetgeving die in Nederland vertaald wordt naar de Cyberveiligheidswet (Cbw).

Voor het verstevigen van de grip op diverse (verplichte) wetgeving werkt de OMWB aan het ISMS (Information Security Management System). Dit is een management systeem dat een raamwerk biedt dat helpt bij het beschermen van de betrouwbaarheid, Integriteit en vertrouwelijkheid van informatie van de organisatie, klanten en personen. Hiermee pakken we informatiebeveiliging systematisch aan door risico’s te identificeren, beheersen en maatregelen continu te evalueren en verbeteren. Een ISMS richt zich niet alleen op technologie, maar ook op processen, beleid en bewustwording binnen de organisatie. In 2026 moet dit ISMS gereed zijn, en hebben we de belangrijkste risico's in kaart gebracht en van beheersmaatregelen voorzien.     

 

Huisvesting

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Huisvesting

Na de (hernieuwde) keuze voor Tilburg als standplaats keek de organisatie uitvoerig naar de toekomst van de werkplekomgeving. Dit kwam mede voort uit het gegeven dat de huidige werkplekomgeving (onder andere de huidige indeling in kantoortuinen) niet meer voldoet en leidde tot onvrede onder medewerkers. De ervaringen in de coronatijd leerden ons bovendien dat medewerkers vaker thuiswerken en digitale vergaderingen een vast onderdeel van het werk vormen. Zo ontstond de wens om (meer) hybride te kunnen werken. 

In 2024 gingen we intensief met een externe partner en eigen medewerkers aan de slag om de inzichten uit eerdere onderzoeken en enquêtes om te zetten in (nieuwe) werkplekconcepten. Een bottleneck vormden de plannen van de verhuurder, die investeringen in het pand in eerste instantie achterwege liet. Nu blijkt dat de verhuurder wél gaat investeren, kan de OMWB verder met haar plannen.   

Medewerkers moeten het gevoel hebben ergens thuis te horen, in een omgeving die voor de komende jaren (technisch) op orde is. We willen binnen dit werkplekconcept duurzaamheid een centrale plek geven. Dit borgen we door elementen van BREEAM-NL toe te passen in het uiteindelijke ontwerp.
 
De uiteindelijke aanpassingen realiseren we in 2026. De gemoeide investeringen kennen een budgetplafond van € 2.000.000; die met het vaststellen van de oorspronkelijke begroting 2025 door het Algemeen bestuur zijn goedgekeurd. Een nadere uitwerking van de benodigde investering volgt medio 2025, evenals een mogelijke aanbesteding. Om deze investering rendabel te maken, staat nog steeds het plan om een contract met de verhuurder aan te gaan voor een periode van tien jaar. Beide partijen spraken hun intentie hiertoe uit.   

MBW-norm (implementatie)

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - MBW-norm (implementatie)

De MWB-norm vormt voor de OMWB sinds een aantal jaar een robuust en transparant financieringsmodel voor een groot gedeelte van de taken van de dienst. De evaluatie MWB-norm van 2021 bevestigde dit. Naar aanleiding van deze evaluatie voerden we wel aanpassingen in het model door. Zo kozen we bij een aantal producten, onder andere vergunningverlening, voor een berekening op grond van historische uitgaven. Tegelijkertijd bleef bij toezicht het werken met normuren en aantallen inrichtingen per categorie van bedrijven als werkwijze overeind. De MWB-norm is wellicht aan herziening toe gezien de volgende ontwikkelingen.  

In de afgelopen periode werkten we gezamenlijk hard aan de totstandkoming van het Gemeenschappelijk Uitvoeringskader (GUK) met deelnemers, bestuurlijk en ambtelijk. Het GUK vormt de basis voor de uniforme regionale uitvoering van het basistakenpakket dat de OMWB uitvoert, en is daarmee een belangrijke bouwsteen voor de financiering van de dienst. Er ligt een robuust document, dat inmiddels door het bestuur en deelnemers is goedgekeurd. 

En, in navolging op de adviezen uit het rapport van de commissie Van Aartsen over de robuustheid van het VTH-stelsel, werd het Interbestuurlijke Programma (IBP) VTH opgetuigd. Dit omvangrijke programma bestond uit zes pijlers, waarbij in pijler 1 de financieringssystematiek van omgevingsdiensten één van de onderdelen was. Er ligt een notitie met handreikingen voor de financiering van omgevingsdiensten. 

Last but not least: de Omgevingswet is na een lange voorbereidingsperiode per 1 januari 2024 realiteit. Eén belangrijk onderdeel van deze nieuwe realiteit voor de financiering vormt de wijziging van inrichting naar Milieu Belastende Activiteit (MBA). Voor een deel van de MWB-norm baseren we ons op inrichtingen. Een begrip dat voor een groot deel van de bedrijven vervalt. 

In 2025 willen we met deelnemers in gesprek voor een hernieuwde financierings-systematiek, waarbij we bovenstaande elementen meenemen. Of dit al impact heeft op de begroting 2026 valt nog te bezien. Maar we streven ernaar om in 2025 tot een (wellicht) hernieuwde opzet van de financieringssystematiek te komen, waarbij we uitgaan van de goede basis (MWB-norm) die er ligt.