In dit onderdeel geven we een toelichting op de belangrijkste verschillen tussen de 1e begrotingswijziging 2025 en de Begroting 2026, inzicht in de beschikbare declarabiliteit en de te hanteren functionele tarieven voor het begrotingsjaar 2026.
Toelichting op de begroting
Toelichting op de baten
De baten van de OMWB bestaan voor het voornaamste deel uit bijdragen van onze deelnemers voor diensten en producten die zij afnemen. De baten baseren we in beginsel op de omvang van de vastgestelde werkprogramma’s 2025. In de baten houden we ook rekening met de Specifieke uitkering extra ondersteuning toezicht en handhaving energiebesparingsplicht. Tenslotte is een inschatting gemaakt van de baten in Programmadeel 4: Buiten werkprogramma.
In bijlage 1 staan de bijdragen voor 2026 en verder per deelnemer gespecificeerd.
De MWB-norm vormt de basis voor het financieringsmodel voor de deelnemende gemeenten. In 2025 willen we met deelnemers in gesprek voor een hernieuwde financierings-systematiek. Bij de opvolging van de huidige MWB-norm nemen we de gevolgen van de omzetting naar MBA's, het GUK en de aanbevelingen betreffende de financieringsmethodiek uit het rapport van commissie Van Aartsen mee. Vooralsnog blijft de huidige MWB-norm gelden.
Rentebaten
De rentebaten staan in de begroting omdat we verwachten dat de baten, gedurende de planperiode, een structureel karakter krijgen.
Toelichting op de lasten
Voor de Begroting 2026 vergelijken we de ramingen van de kosten met die van de 1e begrotingswijziging 2025. Waar nodig lichten we de verschillen nader toe. Hierna gaan we allereerst in op de lasten voor het primair proces, daarna volgen de lasten bedrijfsvoering en de overige lasten.
Primair proces
Terug naar navigatie - Toelichting op de lasten - Primair procesPersonele lasten
Terug naar navigatie - Toelichting op de lasten - Personele lasten| Personele lasten Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2025* | Begroting 2026 |
| Primair proces | ||
| Personele lasten | ||
| Lonen & salarissen | 27.674 | 30.219 |
| Reiskosten | 380 | 388 |
| Opleidingskosten | 248 | 253 |
| Overige personeelskosten | 119 | 114 |
| Personeel niet in loondienst | 3.216 | 1.063 |
| Totaal Personele lasten | 31.636 | 32.037 |
* dit betreft de 1e begrotingswijziging 2025.
Lonen & salarissen:
De mutatie in het budget voor lonen & salarissen wordt als volgt gespecificeerd:
- De benodigde personele capaciteit vanuit de baten 2026, de bezetting begin 2025 en de daarmee verwachte salariskosten voor 2025 vormen de basis voor deze post;
- Voor de indexering houden we rekening met een toename van 3,8% ten opzichte van de begrote kosten voor lonen & salarissen in de 1e begrotingswijziging 2025;
- Als gevolg van de Wet DBA/ VBAR wordt in 2025 afscheid genomen van zzp'ers. Hierdoor vindt een verschuiving plaats van de post personeel niet in loondienst naar lonen & salarissen.
Reiskosten:
- Indexering: 2,2%.
Opleidingskosten:
- In beginsel bedraagt het budget voor opleidingskosten voor het Primair proces en Bedrijfsvoering gezamenlijk 2% van de kosten lonen & salarissen (€ 763.000). Het totale opleidingsbudget bedraagt € 771.000. Het verschil van € 8.000 betreft de bijdrage voor het gezamelijke opleidingsprogramma vanuit Omgevingsdienst Nederland en is opgenomen bij Bedrijfsvoering. Het decentrale opleidingsbudget van de teams van het Primaire proces bedraagt € 253.000.
Overige personeelskosten:
- Budgetten onder deze noemer betreffen onder andere budgetten voor arbo, werving & selectie, personeelsvereniging, vergader- en verblijfkosten en werkkleding;
- Het budget voor vergaderkosten is verplaatst naar Bedrijfsvoering;
- Indexering: 2,2%.
Personeel niet in loondienst:
- Zoals vermeld bij lonen & salarissen wordt als gevolg van de Wet DBA/ VBAR in 2025 afscheid genomen van zzp'ers. In plaats van inhuur van zzp'ers worden eigen medewerkers geworven. Hierdoor vindt een verschuiving plaats van het budget voor personeel niet in loondienst naar het budget voor lonen & salarissen;
- Het werkaanbod is hoger dan het aantal uur dat met eigen medewerkers kan worden gerealiseerd. Voor het verschil is budget voor inhuur van externen opgenomen. Het gaat om circa 10 fte;
- Voor de indexering is rekening gehouden met een toename van het uurtarief van externen van 3,8%.
Afschrijvingen
Terug naar navigatie - Toelichting op de lasten - Afschrijvingen| Afschrijvingen Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2025* | Begroting 2026 |
| Primair proces | ||
| Afschrijvingen | 405 | 194 |
| Totaal afschrijvingen | 405 | 194 |
* dit betreft de 1e begrotingswijziging 2025.
Afschrijvingen:
- Meerjarig brengen we de afschrijvingen in beeld bij het meerjareninvesteringsprogramma;
- Door een herziening van de afschrijvingstermijn voor technische apparatuur heeft in 2025 een inhaalafschrijving plaatsgevonden, en waren de afschrijvingen hoger.
Huisvesting en organisatie
Terug naar navigatie - Toelichting op de lasten - Huisvesting en organisatie| Huisvestiging en organisatie Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2025* | Begroting 2026 |
| Primair proces | ||
| Huisvesting en facilitaire kosten | 88 | 90 |
| Automatisering | 21 | 21 |
| Tractie | 52 | 53 |
| Algemeen beheer | 198 | 197 |
| Totaal Huisvesting en organisatie | 359 | 362 |
* dit betreft de 1e begrotingswijziging 2025.
Huisvesting en organisatie:
- Indexering van 2,2%.
Overige kosten
Terug naar navigatie - Toelichting op de lasten - Overige kosten| Overige kosten Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2025* | Begroting 2026 |
| Primair proces | ||
| Laboratoriumkosten | 1.784 | 1.823 |
| Milieumetingen | 610 | 610 |
| Totaal Overige kosten | 2.394 | 2.433 |
* dit betreft de 1e begrotingswijziging 2025.
Specificatie Overige kosten:
- De budgetten voor luchtkwaliteitsmetingen/e-Noses vallen onder deze post;
- De laboratoriumkosten worden doorbelast aan de deelnemers en niet-deelnemers. Deze kosten hebben derhalve een resultaatneutraal effect;
- Voor milieumetingen worden kosten in rekening gebracht aan de deelnemers en niet-deelnemers. Ook deze kosten hebben derhalve een resultaatneutraal effect.
Bedrijfsvoering
Terug naar navigatie - Toelichting op de lasten - BedrijfsvoeringDe kosten van bedrijfsvoering verantwoorden we afzonderlijk conform het BBV. Hierna volgt een toelichting op de kosten van bedrijfsvoering.
| Lasten Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2025* | Begroting 2026 |
| Bedrijfsvoering | ||
| Personele lasten | ||
| Lonen & salarissen | 7.385 | 7.932 |
| Reiskosten | 177 | 181 |
| Opleidingskosten | 461 | 518 |
| Overige personeelskosten | 804 | 856 |
| Personeel niet in loondienst | 434 | 125 |
| Totaal personele lasten | 9.261 | 9.612 |
| Afschrijvingen | ||
| Afschrijvingen | 93 | 519 |
| Totaal Afschrijvingen | 93 | 519 |
| Huisvesting en organisatie | ||
| Huisvesting en facilitaire kosten | 1.348 | 1.369 |
| Automatisering | 2.475 | 2.304 |
| Tractie | 41 | 41 |
| Algemeen beheer | 882 | 613 |
| Totaal Huisvesting en organisatiekosten | 4.745 | 4.328 |
| Totaal lasten Bedrijfsvoering | 14.099 | 14.459 |
* dit betreft de 1e begrotingswijziging 2025.
Lonen & salarissen:
- Voor de indexering houden we rekening met een toename van 3,8% ten opzichte van de begrote kosten voor lonen & salarissen in de 1e begrotingswijziging 2025;
- Als gevolg van de Wet DBA/ VBAR wordt in 2025 afscheid genomen van zzp'ers. Hierdoor vindt een verschuiving plaats van de post personeel niet in loondienst naar lonen & salarissen.
Opleidingskosten:
- In beginsel bedraagt het budget voor opleidingskosten voor het Primair proces en Bedrijfsvoering gezamenlijk 2% van de kosten lonen & salarissen (€ 763.000). Het totale opleidingsbudget bedraagt € 771.000. Het opleidingsbudget voor Bedrijfsvoering bedraagt in totaal € 518.000, bestaande uit € 419.000 voor het centrale opleidingsbudget, € 91.000 voor de decentrale opleidingsbudgetten van de clusters van Bedrijfsvoering en een bijdrage van € 8.000 voor het gezamelijke opleidingsprogramma vanuit Omgevingsdienst Nederland.
Overige personeelskosten:
- Budgetten onder deze noemer betreffen onder andere budgetten voor arbo, werving & selectie, personeelsvereniging, vergader- en verblijfkosten en werkkleding;
- Indexering van 2,2%;
- In 2025 vind een eenmalige investering plaats in werkkleding. Vanaf 2026 is een budget opgenomen voor vervanging en extra aanschaf voor nieuwe medewerkers;
- Om tot een realistische begroting te komen voeren we op het budget van overige personele kosten een budgetreductie door.
Personeel niet in loondienst:
Zoals vermeld bij lonen & salarissen wordt als gevolg van de Wet DBA/ VBAR in 2025 afscheid genomen van zzp'ers. In plaats van inhuur van zzp'ers worden eigen medewerkers geworven. Hierdoor vindt een verschuiving plaats van het budget voor personeel niet in loondienst naar het budget voor lonen & salarissen.
Afschrijvingen:
In 2025 wordt geïnvesteerd in huisvesting, werkkleding en in de aanschaf van hardware (in plaats van (duurdere) lease). Hierdoor nemen de jaarlijkse afschrijvingen toe.
Huisvesting en facilitaire kosten:
- Indexering van 2,2%.
Automatisering:
- De daling van het budget voor automatisering ten opzichte van de 1e begrotingswijziging 2025 is het gevolg van investeringen in hardware. Hiertegenover staat een stijging van de afschrijvingslast;
- Op het budget voor licenties pasten we een indexering van 5% toe.
Algemeen beheer:
- Er heeft ten opzichte van 1e begrotingswijziging 2025 een budgetreductie van € 276.000 op advieskosten plaatsgevonden. In 2025 worden er incidenteel extra advieskosten verwacht voor de begeleiding van de organisatie in de omzetting naar Microsoft 365 en de advisering rondom de inrichting van Rx. Mission. Daarnaast worden in 2025 extra advieskosten verwacht voor installatietechnisch onderzoek en contractonderhandelingen voor de investering in huisvesting. Tenslotte is in 2025 een budget voor advies in het kader van functieonderhoud opgenomen.
De overige kosten van bedrijfsvoering zijn geïndexeerd met 2,2% (reiskosten en tractie).
Overige lasten
Terug naar navigatie - Toelichting op de lasten - Overige lastenHierna volgt een toelichting op de overige lasten.
| Overige lasten Bedragen x € 1.000 |
Begroting 2025* | Begroting 2026 |
| Overige lasten | ||
| Diverse lasten | - | - |
| Onvoorzien | 150 | 150 |
| Vennootschapsbelasting | 5 | 5 |
| Totaal Overige lasten | 155 | 155 |
* dit betreft de 1e begrotingswijziging 2025.
Onvoorzien
Voor de verplichte post ‘Onvoorzien’ is vanuit het Dagelijks Bestuur in de begroting een bedrag opgenomen van € 150.000. Dit bedrag is ongewijzigd ten opzichte van de 1e begrotingswijziging 2025 en wordt toereikend geacht.
Declarabiliteit
De basis voor het werkaanbod 2026 wordt gevormd door:
- de met de deelnemers afgestemde werkprogramma’s 2025;
- de MWB-norm 2026;
- de Specifieke uitkering extra ondersteuning toezicht en handhaving energiebesparingsplicht;
- een inschatting van de baten in Programmadeel 4: Buiten werkprogramma.
In totaliteit bedraagt het werkaanbod maximaal 389.000 declarabele uren.
In de begroting houden we rekening met een formatie van 362 fte eigen medewerkers, waarvan 292 fte in het primaire proces. Rekening houdend met een declarabiliteitsnorm van 1.295 uur per fte, is ca. 378.000 uur beschikbaar aan declarabele uren.
De declarabiliteitsnorm van 1.295 uur per fte kent de volgende opzet:
| Bruto-netto-berekening | Totaal uren |
| Beschikbare uren | 1.879 |
| Verlof en feestdagen | 288 |
| Verzuim | 113 |
| Niet-declarabele uren (o.a. overleg, opleiding, kwaliteitsmanagement, uren key users, OR/BHV) | 183 |
| Totaal declarabele uren | 1.295 |
Het verschil tussen zowel werk- als additioneel aanbod en beschikbare urencapaciteit realiseren we met inzet van externe inhuur.
Tarief ontwikkeling
De OMWB hanteert in de begroting een gemiddeld, voorcalculatorisch uurtarief voor de geraamde bijdragen van deelnemers. De facturatie (afrekening ten opzichte van de bevoorschotting) vindt plaats tegen de gedifferentieerde nacalculatorische tarieven, gebaseerd op de functionele inschaling van de uitgevoerde werkzaamheden.
Het voorcalculatorische gemiddelde tarief voor 2026 stijgt met 2,61% ten opzichte van het tarief voor 2025. Uitgangspunt voor de tariefbepaling 2026 is het tarief van € 116,75, zoals vastgesteld in de 1e begrotingswijziging 2025. We pasten het tarief aan met de indexaties voor 2026, volgens de septembercirculaire 2024 d.d. 17 september 2024 (loon- en prijspeil). Daarnaast kan door verjonging van de organisatie en de aanschaf van ICT apparatuur (in plaats van lease) het tarief naar beneden bijgesteld worden met € 1,00. Deze vermindering komt bovenop de daling van het tarief van € 1,15 in 2025. Het gemiddelde, voorcalculatorische, tarief voor 2026 bedraagt afgerond € 119,80 (gemiddeld tarief van de 1e begrotingswijziging 2025 bedraagt € 116,75).
| Omschrijving | Effect op het tarief | Bedrag per uur |
| Tarief 2025 | € 116,75 | |
| Indexatie 2026 | 3,48% | € 4,06 |
| Kostencorrectie | - € 1,00 | - € 1,00 |
| Tarief 2026 | 2,61% | € 119,80 |
In onderstaande tabel staan de functionele, voorcalculatorische tarieven voor het begrotingsjaar 2026, in vergelijking met de 1e begrotingswijziging 2025. Aanpassing van de tarieven heeft plaatsgevonden aan de hand van de tariefwijzigingen uit bovenstaande tabel.
| Functioneel voorcalculatorische uurtarieven | Begroting 2026 uurtarief | Begroting 2025* uurtarief |
| Milieu | ||
| MBO | € 95,30 | € 93,05 |
| HBO | € 116,20 | € 113,25 |
| Specialisten | € 137,05 | € 133,40 |
* dit betreft de 1e begrotingswijziging 2025.
Tarieven buiten kantoortijd:
Als kantoortijden hanteren we de maandagen tot en met de vrijdagen, van 7.00 tot 22.00 uur. Alle overige tijdstippen zijn buiten kantoortijd. We hanteren een opslagpercentage van 30% op de tarieven voor werkzaamheden buiten kantoortijd.